Shakespeare en de andersmondialisten

Analyse

Shakespeare en de andersmondialisten

To be or not to be, het blijft een belangrijke kwestie, ook in het jaar des heren 2007.

Zo suggereerden nogal wat media naar aanleiding van de manifestaties tegen de G8-top in het Duitse Heiligendam dat de andersmondialisten de voorbije jaren niet meer bestonden en daar in Duitsland plots een soort comeback maakten. Was dat zo? De vraag is natuurlijk aan welk criterium je het “bestaan” van zoiets veelkoppigs als de andersmondialisten afmeet.
Als het criterium media-aandacht is, klopt de comebacktheorie wel wat. De mediatieke hoogdagen lagen inderdaad in de periode 1999-2001. De “geboorte” van de andersmondialisten situeren velen in 1999, op de top van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) in de Amerikaanse stad Seattle.
Daar zorgde de samenwerking tussen de arbeidersbeweging van de Verenigde Staten die de massa leverde en meer militante groepen die met geweldloze directe acties de toegang tot de conferentiezaal blokkeerden, voor een mediasucces van de eerste orde.
Alle voorwaarden waren voldaan: een succesvolle zichtbare actie met enig geweld om “leuke” beelden te maken, een topconferentie met honderden TV-ploegen én de plaats van het gebeuren. Alles wat in de VS gebeurt, krijgt immers sowieso meer aandacht. Meer was niet nodig: plots was er sprake van de beweging van andersmondialisten terwijl die vooral een samengaan was van bewegingen en organisaties die al jaren actief waren rond ontwikkeling, milieu, sociale rechten, mensenrechten…
In de twee jaar na de Battle of Seattle was er op bijna elke top een grote manifestatie, soms met geweld van een kleine groep. Het klopt dat na 2001 het tempo, de omvang én het media-appeal van de manifestaties wat afnam.
De beweging structureerde zich in nationale, continentale en mondiale sociale fora. Die kregen veel minder media-aandacht omdat ze gezien de enorme diversiteit van de beweging vooral gigantische praatbarakken waren. Hoewel. Het Europees Sociaal Forum van eind 2002 en het Wereld Sociaal Forum van januari 2003 zetten de grootste mondiale betoging ooit op, die tegen de oorlog in Irak. Op de WTO-top van 2003 in Cancun pleegde een Zuid-Koreaanse boerenleider harakiri tijdens een manifestatie. De G8 van Gleneagles in 2005 bracht 200.000 mensen vreedzaam bijeen. Daarnaast waren er ontelbare kleinere manifestaties die nooit onze media haalden.
Nu zijn manifestaties en media-aandacht inderdaad belangrijke actiemiddelen, waar nogal wat druk van uitgaat, maar het is niet het enige criterium waaraan je een beweging kan afmeten. Je kan ook de vraag stellen naar de invloed van de beweging.
Dan kom je in een heel ander verhaal terecht dat, toegegeven, moeilijker in kaart te brengen is, maar wel doorging na 2001. We geven enkele voorbeelden. De beweging stelde het beleid van liberalisering en privatisering van de Wereldbank, de WTO en de EU in vraag. Met succes. Zo maakten Groot-Brittannië en Noorwegen onlangs meer geld voor de Wereldbank afhankelijk van de belofte dat ze niet langer privatisering en liberalisering oplegt. ‘De tijd dat we zulks deden, is nu wel echt voorbij’, verzekert de Belg Gino Alzetta, directeur bij de Wereldbank.
Het Europees parlement stopte de havenrichtlijn, amendeerde de Bolkesteinrichtlijn en besliste onlangs dat landen niet noodzakelijk hun openbaar vervoer moeten privatiseren.
De Belgische ngo’s slaagden er in 2006 via de Belgische regering in de EU ertoe te bewegen niet langer liberalisering van de watersector in ontwikkelingslanden te vragen.
Een deel van het succes zit in het beter volgen van die internationale organisaties door de beweging en onder haar impuls door de parlementen. Het is geen toeval dat in 2003 in het Belgische parlement de commissie globalisering is opgericht die geregeld onze vertegenwoordigers in internationale instellingen bevraagt.
Voor de WTO eiste de beweging meer inspraak voor de ontwikkelingslanden. Dat is ten dele gerealiseerd: de ontwikkelingslanden verenigd in allerlei groepen, weigerden in 2003 en 2005 akkoorden te tekenen die hen niet zinden. Natuurlijk maakte de economische opgang van vele ontwikkelingslanden die eis makkelijker te realiseren. Zo was de beweging wel vaker haar tijd vooruit. De milieubeweging wees al lang op het klimaatprobleem en heeft mee het terrein geëffend voor de huidige hype.
Is het glas daarmee halfvol of halfleeg? De meningen lopen uiteen, ongetwijfeld. Het klopt dat de beweging in de Arabische landen of in China zwak staat. Het klopt ook dat de beweging vaak niet tot eensgezinde standpunten komt. Maar net als Rome wordt een mondiaal middenveld niet in één dag gebouwd.