Slowaakse linkerflank verschuift naar rechts

Analyse

Slowaakse linkerflank verschuift naar rechts

Slowaakse linkerflank verschuift naar rechts
Slowaakse linkerflank verschuift naar rechts

Peter Blasic

23 april 2014

Slowakije is traditioneel gezien de EU-lidstaat die zich het minste voor de Europa interesseert. In 2009 bracht nauwelijks een op de vijf Slowaken zijn stem uit tijdens de Europese verkiezingen, in 2004 amper een op de zes. Het ging om de laagste opkomst ooit in de geschiedenis van het Europees Parlement.

De auteur van dit artikel kwam in opspraak. MO* kan de juistheid van de artikels niet garanderen. Om transparant te zijn tegenover onze lezers, halen we de artikels niet offline. Lees voor meer informatie: Wat betreft de verwerpelijke journalistieke praktijken van Peter Blasic.

In dit artikel plagieerde Blasic dit artikel van EUobserver en dit artikel van VoxEurop. Daarnaast worden sommige citaten aan de verkeerde personen toegewezen. We geven enkele voorbeelden in onderstaande tekst, maar grote delen van het artikel werden letterlijk uit beide artikels vertaald en overgenomen.

Volgens politiek analist en EU-expert Radovan Geist (Comenius-universiteit in Bratislava) zien de grote politieke partijen in Slowakije de Europese verkiezingen traditioneel als tweederangs. Daardoor domineren EU-gerelateerde onderwerpen zelden de politieke arena.

Dit komt letterlijk uit dit artikel in EUobserver: “The European elections are seen as second-class elections in major political parties,” says political analyst and EU expert Radovan Geist. “EU-related themes rarely occupy the domestic political arena”

‘Het ontbreekt aan een politiek conflict dat de belangstelling van kiezers aan had kunnen wakkeren.’ Toch lijkt daar dit jaar verandering in te komen. Sommige politici lijken hun campagne te vormen rondom een eurosceptische invalshoek.

Dit presenteert Blasic als een citaat van Radovan Geist, maar in het bronartikel staat dit letterlijke citaat “there was no significant political conflict that would have helped form people’s interests,” van academic and analyst Eduard Chmelar. Verder in de tekst volgt meer plagiaat uit dit artikel.

Eurosceptische agenda

Zo heeft de Liberale Vrijheids- en Solidariteitspartij (SaS) het over grondige hervormingen van de Europese instellingen. De SaS speelde een cruciale rol in de val van het kabinet van toenmalig premier Iveta Radicova. De partij verzette zich in 2011 hevig tegen het verhogen van de Slowaakse bijdrage aan het tijdelijke bailout-fonds van de eurozone en eiste dat Slowakije buiten het Europese Stabiliteitsmechanisme bleef.

SaS-partijleider Richard Sulik is nu de eerste partijleider in Slowakije die belangstelling lijkt te hebben voor een plek in het Europees Parlement. Het nieuw opgerichte en centrum-rechtse Nova wil de EU laten bewegen richting een politieke federatie en heeft hiertoe twee van haar vicevoorzitters naar voren geschoven als kandidaten.

Ook de Slowaakse Nationale Partij (SNS) probeert langs deze lijn weer in het zadel te komen. De partij wist eerder – sinds 1990 – zetels in het Slowaakse parlement te winnen en was vanaf 2006 zelfs onderdeel van de regering. In 2009 behaalde de SNS nog een kleine zes procent van de stemmen, waardoor ze zich wist te verzekeren van een van de dertien Slowaakse zitjes in Brussel.

De partij stond onder haar in 2013 afgetreden leider Jan Slota bekend om felle anti-Hongaarse opmerkingen. Anti-Hongaarse gevoelens en een afkeer jegens Roma zijn in Slowakije gemeengoed en dit niet enkel bij extreemrechts. Toch is de Slowaakse Nationale Partij er ondanks eerdere successen sinds 2012 niet meer in geslaagd in het parlement te zetelen.

Slowaaks links

In 2012 koos de Slowaakse burger overwegend voor een links-georiënteerde regering. In verkiezingsprognoses blijft links in Slowakije onverminderd sterk. Maar in de lokale verkiezingen behalen extreemrechtse politici dan weer successen.

In verkiezingsprognoses blijft links in Slowakije onverminderd sterk. Maar in de lokale verkiezingen behalen extreemrechtse politici dan weer successen.

Marian Kotleba scoorde goed met zijn anti-Romaretoriek en wist wist als leider van Ons Slowakije 55 procent van de stemmen in Banska Bystrica te behalen door in te spelen op het groeiende wantrouwen van de burgers jegens de traditionele politieke vertegenwoordiging. Met zijn verkiezing tot gouverneur van de regio Banska Bystrica is Kotleba het hoofd geworden van een van de acht regio’s van het land.

Kotleba is erg omstreden. Hij hemelt de fascistische Slowaakse staat en de verdrijving van de joden op, wordt graag ‘Vodce’ (leider) genoemd, is een anti-Romamilitie aan het vormen, en geeft leiding aan een partij die gebaseerd is op populistische improvisatie met neonazistische elementen.

Volgens politiek analist Martin Ehl verklaren diverse aspecten het succes van Kotleba. ‘Een van de oorzaken is de algehele ontevredenheid over de ontwikkeling van de Slowaakse maatschappij in de afgelopen jaren. Een andere element is dat de Slowaakse kiezer gevoelig is voor autoritaire leiders Dit blijkt onder meer uit eerdere successen van de Slowaakse Nationale Partij. De derde factor is het falen van de linkse en rechtse elites, die niet in staat waren adequaat oppositie te voeren tegen Kotleba.’

Hier plagieert Blasic uit dit artikel in VoxEurop. Bovendien komt een deel van dit citaat niet van Martin Ehl, maar van socioloog Michal Vašečka.

Het kwam voor iedereen als een verrassing dat Kotleba de tweede ronde haalde. Premier Fico steunde de kandidaten van zijn partij SMER in de regio’s Nitra en Trnava in de strijd tegen de kandidaat van de Hongaarse minderheid.

Hongaren – 8,5 procent van de totale bevolking – vormen de grootste officiële minderheid in Slowakije. Hun aanwezigheid wordt als een continue gevaar voor de Slowaakse soevereiniteit ervaren. Hierdoor kon Fico geen tijd vrijmaken voor de kandidaat van zijn partij in Banska Bystrica. De kandidaat van de rechts-conservatieve partijen vertikte het op zijn beurt de kandidaat van SMER in de tweede ronde te steunen.

Ruk naar rechts

Een ander onderwerp waar Kotleba op heeft gescoord, is de Roma-problematiek. Officieus maken de Roma ongeveer tien procent van de Slowaakse bevolking uit. Ze worden doorgaans gezien als een veiligheidsvraagstuk. Ehl: ‘Dat speelt Kotleba in de kaart, die een stuk grond heeft gekocht waarop een Roma-kamp staat. Hij wil de Roma daar nu met geweld verjagen. Niet het traditionele Hongaarse vraagstuk, maar de Romakwestie heeft de Slowaakse politiek in de extremistische hoek gedreven.’

Niet het traditionele Hongaarse vraagstuk maar de Romakwestie heeft de Slowaakse politiek in de extremistische hoek gedreven.

Volgens Geist ontstaat hier wel een serieus probleem, omdat ‘mainstream-politici zich niet langer de vraag stellen hoe ze omgaan met onderwerpen die extreemrechts zich heeft toegeëigend, maar op jacht gaan naar kiezers uit de extreemrechtse hoek door zich op soortgelijke thema’s te richten – of het nu de Roma-minderheid is, immigratie, de islam of de EU.’

De regerende partijen zijn al bekritiseerd omdat ze in de hoop electoraat aan zich te binden steeds meer extreemrechtse standpunten overnemen. Bij een controversiële politie-inval in een Romakamp in Moldava nad Bodvou bleef een reactie van politieke kopstukken uit. Neonazi-geweld in Nitra leidde evenmin tot politiek ingrijpen.

Volgens Geist is de vraag hoe de grote gevestigde politieke partijen met deze ontwikkeling om zullen gaan. Geist: ‘Nemen ze de standpunten van Kotleba over? Zullen ze de populariteit van Kotleba vergroten door hem als een paria te behandelen? Of kunnen ze hem op slimme wijze als politicus in zijn rol van gouverneur in diskrediet brengen?’

De Slowaakse krant SME stelt dat de verkiezing van Kotleba de partijen niet heeft beroerd. De krant meent dat het succes van Kotleba vooral te wijten is aan het uitblijven van samenwerking tussen de socialistische partij SMER en de rechtse SDKU. Beide partijen schuiven de verantwoordelijkheid echter van zich af. Volgens SME is ‘dit gebrek aan zelfkritiek van politici een van de voornaamste redenen waarom kiezers geen vertrouwen meer in hun hebben’.