Superdiverse televisie zal je zelf moeten maken

Analyse

Superdiverse televisie zal je zelf moeten maken

Superdiverse televisie zal je zelf moeten maken
Superdiverse televisie zal je zelf moeten maken

Soaps en series op het Vlaamse scherm draaien bijna onveranderlijk rond een dorpscafé vol witte tweeverdieners, terwijl de steden van dit land steeds diverser worden. Een spannende tv-serie in de Ware Wereld van de superdiverse stad is nochtans niet zo moeilijk te bedenken. MO* zette zijn creatieve cel aan het werk.

De opdracht van het creatieve team van MO* was te doen wat elders in het Vlaamse tv-landschap – nog? – niet gebeurt: de contouren uittekenen van een succesvolle superdiverse fictieserie voor tv.

MO* creatieve cel

Olivia Umurerwa Rutazibwa. Van augustus 2010 tot september 2013 Afrikaredacteur bij MO*. Sindsdien verbonden aan de Universiteit van Portsmouth, Engeland. Schrijft elke maand een column op MO.be en doet onderzoek naar zelfbestemming en eigenwaarde in postkoloniale contexten. Televisieserieverslaafd, al ontkent ze dat zelf: ‘Ik kijk hoogstens drie afleveringen per dag.’ Elke dag, weliswaar.

Bram Renders. Scenarioschrijver van onder andere W817 en Basta!, de film Los, Kaat & Co, Kinderen van Dewindt, … Stuwende kracht achter het Scenaristengilde. Getrouwd met Sara Frederix, Afrikaredactrice bij MO* van einde 2002 tot 2006. De echte expert in het kwartet.

Nadia Fadil. Docente aan de KULeuven, bij de vakgroep antropologie. Verricht onderzoek naar multiculturalisme, etniciteit en ras, religie en islam. Schreef een tijdlang columns voor MO.be, is nu lid van de MO*academy.

Gie Goris. Hoofdredacteur MO*. TV-analfabeet, maar iemand moest notities nemen en thee inschenken. Al was er twijfel of hij de geschikte persoon was voor dat laatste.

Dat betekent: niet een gekleurd personage bedenken voor Thuis, Familie of Van vlees en bloed, maar een scenario bedenken dat de Vlaamse tv-conventies openbreekt, op hun kop zet, achterlaat als de fossielen die ze intussen geworden zijn.

‘De media houden van verschillende kleuren maar niet van diversiteit’, zei Dyab Abou Jahjah op een recent debat over De Witte Media, in de Warande in Turnhout. In het verslag daarover op Apache.be citeert Peter Casteels verder: ‘Diversiteit gaat over andere ideeën, en ze willen enkel ideeën die in de mainstream passen. Nieuwe en innovatieve ideeën zouden ons nochtans uit de crisis kunnen helpen.’ Dyab Abou Jahjah verwijst naar zijn column in De Standaard, waar hij mag schrijven wat hij wil, ‘maar de krant neemt geen redacteuren aan die echt anders denken. Daar zijn ze bang voor. Dan speelt een conservatieve reflex.’

Julie De Smedt van Steunpunt Media bevestigde dat er een probleem is: ‘Alles bij elkaar gaat vijf procent van de aandacht van media naar allochtonen. Politici met een migratieachtergrond komen de helft van de tijd aan het woord over typische thema’s zoals immigratie en asiel. En 95 procent van de redacteuren in Vlaamse media is blank.’

Die feiten zijn bekend en ze zijn problematisch, dus daarover zou het ditmaal niet moeten gaan. We willen niet focussen op nieuws, maar op fictie. Want de impact van soaps, series en fictie in het algemeen is groot en wordt schromelijk onderschat in onderzoek en kritiek.

In het Hollywood Diversity Report 2015 concluderen de onderzoekers: ‘Doorgaan zoals vanouds wordt binnenkort een onhaalbare optie. Dit rapport en zijn voorganger stellen vast dat het steeds diverser wordende publiek in de Verenigde Staten een voorkeur heeft voor diverse inhoud, die gecreëerd wordt met de inbreng van divers talent. Diversiteit verkoopt. De kloof tussen deze vanzelfsprekende vaststelling en Hollywoods hardnekkige ras- en genderprobleem stelt ons voor een interessante uitdaging: hoe kunnen we het scenario omgooien?’

Eerste vraag: bereik of kwaliteit?

© Fatinha Ramos

Canvas of Eén? VTM of Vier? Mikken we met onze serie op een zo breed mogelijk publiek of gaan we voor ongeremde artistieke innovatie? Of zijn dat schijntegenstellingen? Want kwaliteit en succes sluiten elkaar toch niet noodzakelijk uit? Kijk maar naar The Sopranos, The Wire en Game of Thrones. Of naar Eigen kweek en Van vlees en bloed.

De Amerikaanse voorbeelden zijn toevallig alle drie geproduceerd door HBO. En ze worden niet eens gedragen door Grote Sterren. De verhalen kunnen heel documentair klinken of juist volkomen fantasy zijn, hun succes zit in het feit dat ze ‘vreselijke, herkenbare en thematische waarheden vertellen over de wereld zoals die is, met al zijn machtsspelletjes, ironie en tragedie’, zegt David Stubbs in The Guardian.

Bram Renders: ‘HBO-series worden meer besproken dan bekeken. Hun publiek is relatief kleiner dan dat van Canvas.’

Toch waarschuwt Bram Renders dat het succes van de HBO-series voor een deel oogverblinding is. Ze zijn vooral succesvol bij mensen-zoals-wij.

Het feit dat zowel klassieke als sociale media vol staan met commentaren, positieve kritieken en randverhalen over die series, weerspiegelt niet hun brede publieksbereik, maar hun populariteit bij hooggeschoolde mediamakers en culturele professionals. ‘HBO heeft in de VS een publieksbereik dat in verhouding tot de bevolking kleiner is dan wat Canvas in Vlaanderen realiseert’, weet Bram. ‘De series worden meer besproken dan bekeken.’

‘Het grote publiek houdt van herkenbare situaties’, denkt Nadia Fadil. ‘Maar ook daarin kan je echt grensverleggend zijn. Een mooi voorbeeld van een verhaal dat een breed publiek kan boeien en hun perspectief opentrekken, is het al meer dan tien jaar oude Dunya & Desie, waarin twee pubermeisjes uit Amsterdam Noord centraal staan.’

Wat veel jonge mensen zou aanspreken, denkt Fadil, is een verhaal dat zich afspeelt in de Let’s Go Urban-lokalen. Een soort Fame aan de Noordersingel. Sihame El Kaouakibi heeft zelf ook al behoorlijk wat bekendheid, dus dat zou extra kunnen werken. Een heel andere toonaard zou zijn om de richting uit te gaan van Image, de film van Adil El Arbi en Billal Falah, waarin Molenbeek de plaats van actie is, maar de machtsstrijd op de nieuwsvloer van een grote tv-zender de belangrijkste verhaallijn.

Tweede vraag: de plaats van actie?

© Fatinha Ramos

Een soap of een serie moet een centrale plek hebben, een draaischijfruimte waar hoofd- en randpersonages elkaar ontmoeten en verhalen uitwisselen, waar nieuwe ontwikkelingen gesuggereerd en oude conflicten uitgevochten worden. Voor de Vlaamse soap is de taverne jarenlang de vanzelfsprekende agora geweest, maar als we een radicaal hedendaags, grootstedelijk verhaal willen vertellen, overleeft die locatie niet. De taverne is immers zo wit als een Vlaamse soap.

Als ik de vraag later voorleg aan Adil El Arbi, Nabil Mallat en Billal Fallah, het trio achter de film Image, dan hebben ze meteen een oplossing. Die eensgezindheid klinkt weliswaar niet unisono, het gesprek met de regisseurs en acteur klinkt eerder als drie gesprekken die tegelijk uitgezonden worden. Maar op dit punt zijn ze het wél duidelijk eens: Café au Lait, de hippe en multiculturele danstent aan de Antwerpse Oude Beurs.

‘Vollen bak, echt waar! Iedereen komt daar, de mix is super, maakt niet uit welke avond, welke dag. Het is echt United Colors of Benetton: zwarten, Marokkanen, Latino’s, witte yups van Antwerpen-Zuid, Koerden en andere mensen waarvan je denkt: uit welk f***ng land komt gij? En iedereen spreekt Antwerps!’ Voor Adil, Billal en Nabil is het in elk geval duidelijk dat een serie die de jonge superdiversiteit van Antwerpen als omgeving heeft ook uitgesproken urban moet zijn. De sfeer en de bassbeats van de hiphop moeten de drijvende kracht vormen.

Olivia Rutazibwa: ‘Het moet gaan over de spanning, het drama en de onverwachte wendingen van het leven zelf in de grootstad. Dan wordt superdiversiteit niet het onderwerp, maar is ze wel evident aanwezig.’

MO*s creatieve team dacht daar anders over. Een bar of café, hoe hip ook: het blijft recyclage van een versleten concept. Als alles anders moet, dan ook dit.

Misschien kan een woonblok op Antwerpen-Kiel het decor voor de ontmoetingen vormen. Of een school langs de Turnhoutsebaan. Of de Reuzenstoet in Borgerhout.

Er zijn immers plekken genoeg waar mensen uit heel verschillende achtergronden, gemeenschappen en sociale lagen elkaar treffen of passeren. Al is zo’n stoet of evenement te eenmalig om er een centraal gegeven in een serie van te maken.

De nadruk, zegt Olivia Rutazibwa, moet niet liggen op het hippe van multicultureel Antwerpen. Dat is niet interessant. ‘Het moet gaan over de spanning, het drama en de onverwachte wendingen van het leven zelf in de grootstad. Dan wordt superdiversiteit niet het onderwerp, maar is ze wel evident aanwezig.’

Derde vraag: humor of drama?

© Fatinha Ramos

Nadia en Olivia dachten dat humor makkelijker is dan drama, in elk geval is het resultaat lichter te verteren. Bram – later volmondig bijgetreden door Adil, Billal en Nabil – is daar niet zo zeker van. Niets zo moeilijk als een grap verfilmen zodat ze ook grappig blijft voor een divers publiek.

Nadia en Olivia zien wel wat in échte rellen – niet de opstootjes die twee avonden duren, waarna iedereen thuis de bezem gaat halen om de glasscherven op de Turnhoutsebaan zelf op te ruimen

Bovendien biedt drama meer kans op spanning, intrige, dreigend onheil, duistere motieven en geweld of ten minste de suggestie daarvan – allemaal dingen die het publiek trekken en binden. We willen uiteindelijk toch een serie op de buis die niet alleen de veelkleurigheid van de stad toont, maar die ook maatschappelijk relevante thema’s centraal stelt?

Olivia denkt dat de serie het best de lijn volgt van Newsroom, waarin echt gebeurde feiten of incidenten de motor vormen van het fictieve verhaal. ‘De realiteit van Antwerpen is toch al vaak straffer dan fictie.’ Ze verwijst zowel naar het koppig volgehouden handhaven van zwaar bewapende militairen in het straatbeeld als naar de vroegere “stadswachten” van de Arabisch Europese Liga; de iconische rellen die volgden op de dood van Mohammed Ashrak; de spanning tussen stadsbestuur en Borgerhouts districtsbestuur – aka de Volksrepubliek Borgerhout; de maatregelen om nachtwinkels uit het straatbeeld te zuiveren…

Bram denkt dat de inbreng van een stevige dosis misdaad en straf wel kan werken. Politie biedt altijd veel kans op spannende scènes, corruptie en drugsgeld spreken aan als thema.

Nadia en Olivia zien wel wat in échte rellen – niet de opstootjes die twee avonden duren, waarna iedereen thuis de bezem gaat halen om de glasscherven op de Turnhoutsebaan zelf op te ruimen, maar Riots zoals Los Angeles er in 1992 beleefde. De fysieke en interpersoonlijke heropbouw na zo’n “politieke ramp” kan een flinke scheut schokdoctrine in de serie injecteren: malafide projectontwikkelaars, extremistische predikanten, hopeloze kleine zelfstandigen uit alle mogelijke herkomstlanden, Movement X-achtige politisering…

Het verhaal

© Fatinha Ramos

De Turnhoutsebaan van aan het Astridplein (Centraal Station) tot aan de Singel is de centrale as van het verhaal. Die superdiverse winkelstraat ligt grotendeels in Borgerhout, wat in de perceptie van zowat elke Vlaming meteen diversiteit oproept, al beseffen alleen Antwerpenaren en wie de straat gebruikt als invalsweg naar het centrum van de stad hoe superdivers de hele buurt geworden is. Dit stuk Borgerhout is allang geen Borgerokko meer.

Winkeliers verliezen hun hebben en houden, en vermoeden een zoveelste poging om de diversiteit uit het straatbeeld te verwijderen

De draaischijf van het verhaal is een lokale nieuwssite, www.tram10.be. Het initiatief is het resultaat van een afstudeerproject aan de journalistenopleiding aan de Karel de Grote Hogeschool, waarbij een viertal jongeren uit Oud-Borgerhout samen een virtuele nieuwssite voor hun buurt bouwden. De site krijgt na de eindexamens een echt, eigen leven. Studenten Ahmed, Dieudonné, Hanne en Aïcha krijgen hulp van een paar neven, zussen en buurjongens: computernerds, pizzabestellers (zie Do The Right Thing) of trambestuurders. We beseffen dat de gedetailleerde profielen van de vier centrale karakters en de vaste randpersonages essentieel zijn om een geloofwaardige pitch neer te zetten voor zenders of productiehuizen, maar daar zijn we niet aan toe gekomen.

Uitgangspunt voor het eigenlijke drama, en voor de explosieve aandacht van buurt, stad en land voor tram10.be, is een uitgelekt rapport dat uitermate belastend is voor de burgemeester van Antwerpen en zijn meerderheid. Uit dat rapport blijken vergevorderde plannen om van de Turnhoutsebaan de Antwerpse Ramblas te maken. Daarvoor moeten uiteraard de huizen aan weerszijden van de straat wijken, maar in de plaats komt een groene wandelstraat met hoog toeristisch potentieel, de Reuzenlaan – genoemd naar de folkloristische stoet die al eeuwen tot het erfgoed van de buurt behoort.

Het conflictpotentieel is enorm: de huidige winkeliers verliezen hun hebben en houden (en vermoeden een zoveelste poging om de diversiteit uit het straatbeeld te verwijderen), terwijl de eigenaars van de panden die plots aan de nieuwe, prestigieuze Reuzenlaan komen te liggen de waarde van hun vastgoed zien verdrievoudigen. Toevallig zijn veel van die nieuwe eigenaars Turken, die echter vaak zelf al verhuisd zijn naar de randgemeenten…

De burgemeester moet vechten voor zijn politieke overleven na de onthullingen op tram10.be. De burgerjournalisten komen onder druk, ze worden beschuldigd van vervalsing van het rapport, Hanne en Aïcha worden gestalkt, Dieudonné doet een beroep op zijn vrienden om hen te beschermen maar raakt daardoor verwikkeld in stadsbendes… Intussen komen er nieuwe tips binnen van dingen die fout lopen in de buurt. En een geldschieter meldt zich omdat hij gelooft in het potentieel van een lokale nieuwssite. Dat introduceert ook een conflict in de vaste kern, want twee betaalde banen, dat is alles waarin in de aanloopfase van het businessplan voorzien is…

De kritiek

© Fatinha Ramos

We legden het idee en de summiere aanzet voor aan Adil, Nabil en Billal, aangezien zowel Nadia, Olivia als Bram hun film Image een referentie vond voor wie een spannend verhaal in een superdiverse stad wil vertellen. Billal Fallah: ‘Er zit zeker potentie in, maar de stakes moeten hoger. Er moet meer op het spel staan om het nodige niveau van spanning te creëren. Het hoeft niet echt tot geweld te komen, maar de dreiging moet er wel zijn. Er moet een personage tussen lopen waarvan je de hele tijd verwacht of vermoedt dat hij geweld kan gebruiken of zal “toeslaan”.’

Als het haalbaar is om met een paar buitenstaanders op een creatieve denkdag wat basisideeën bij elkaar te zetten, wat is dan nog de reden dat dit soort grootstedelijke en superdiverse tv niet gemaakt wordt in Vlaanderen? Adel El Arbi: ‘Omdat alles wat tot nu gewerkt heeft, blanke televisie was. Een serie met in meerderheid allochtonen is nog nooit vertoond, je kan dus ook niet weten of zoiets succes kan hebben in Vlaanderen. Elke serie wordt opgehangen aan bekende gezichten – ook Image maakt gebruik van Gène Berrevoets en Laura Verlinden. En eer we genoeg allochtone tv-sterren hebben om dat effect te bereiken, zijn we weer wat jaren verder.’

Beide regisseurs vinden trouwens dat het verhaal en de rollen in eerste instantie “kleurenblind” geschreven moeten worden. ‘Dé vraag is gewoon: wat is een cool verhaal? Pas als je dat hebt, met duidelijk omschreven karakters die de drive in het verhaal brengen en houden, kan je de rollen toewijzen op basis van de diverse samenstelling van de cast.’

Dit artikel verscheen eerder in een andere versie in het zomernummer van MO*magazine. Een jaarbonnemment neemt u hier voor €20.