Syriërs in Brazilië: een Amerikaanse droom
Willemjan Vandenplas
19 januari 2015
Een grote gemeenschap met behoorlijk groot maatschappelijk succes: de Syrisch-Libanese migratie naar Brazilië leest als een echte American Dream. Toch zitten er scheuren in het verhaal, die onder meer hun oorsprong vinden in het verwoestende geweld in het Midden-Oosten.
Er zijn naar schatting 6 tot 8 miljoen Brazilianen van Syrisch-Libanese oorsprong, volgens specialiste Guita Hourani van Centrum voor Emigratie in de Universiteit van Notre Dame in Beirut. Dat is in totaal 3 tot 4 procent van de bevolking. De turcos, zoals de Syriërs en Libanezen vaak genoemd worden, zijn maatschappelijk gezien behoorlijk succesvol geweest in Brazilië. Tien procent van de parlementsleden zijn Syrisch-Libanees en ook in de hoogste politieke, economische en financiële regionen zijn de Syrisch-Libanezen goed vertegenwoordigd: Fernando Haddad is burgemeester van de stad São Paulo, Geraldo Alckmin is gouverneur van de staat São Paulo en Michel Temer, een geboren Paulista, is vice-president van Brazilië.
De Syriërs waren tussen 1870 en het begin van de Tweeede Wereldoorlog de belangrijkste groep immigranten in São Paulo.
De belangrijkste Arabische migratiegolf naar Brazilië vond plaats tussen 1870 en het begin van de Tweede Wereldoorlog. De meeste Syrio-Libanezen waren christenen en kwamen uit Mount Libanon omwille van demografische en economische druk van dit pas semi-onafhankelijk geworden deel van het Ottomaanse rijk na de oorlog tussen druzen en christenen in 1860. Maar in Sao Paulo komen de meeste Syrio-Libanezen uit Homs.
Het klassieke verhaal is dat Pedro II van Brazilië in 1876, tijdens een reis door het Ottomaanse rijk, in de Bekaa Vallei met enkele christelijke boeren aan de praat raakte. De Braziliaanse koning zou medelijden met hen gekregen hebben en hen naar zijn land uitnodigd hebben.
Het lijkt echter waarschijnlijker dat de meeste migranten op weg waren naar Amerika, de Verenigde Staten van Amerika, maar er omwille van analfabetisme of andere beperkende maatregelen niet binnen geraakten en er daarom voor kozen om naar Brazilië te gaan. Ze wilden weg uit Syrië dat onder het Ottomaanse rijk viel en waar ze gediscrimineerd, alsook opgeroepen voor de Eerste Wereldoorlog werden. Uit Mount LIbanon wilden ze weg omwille van de bevolkingsdruk en de sociaal-economische problemen.
Economische successen
Volgens onderzoek van Truzzi en Safady, twee Braziliaanse professoren van Syrische afkomst en gespecialiseerd in deze materie, blijkt dat de Syriërs die op het einde van de 19de eeuw toekwamen in Brazilië vooral op zoek waren naar korte termijnwinst, om voldoende geld te hebben om terug te keren. Door hun economische successen in textiel, meubelmakerij en kledij creëerden ze heel snel een omgeving waarin nieuw aangekomen migranten opgevangen konden worden en zelfs kwalitatief hoogstaande vorming konden verzekeren aan hun kinderen. Dat verklaart de relatief snelle klim op de sociale ladder, terwijl de Spaanse, Italiaanse en Portugese immigranten voornamelijk op koffieplantages gingen werken.
De economische successen van de Syrische inwijkelingen verklaren hun relatief snelle klim op de sociale ladder.
Veel Syriërs in Brazilië oefenen vrije beroepen uit. Al vanaf 1930 zijn hun namen terug te vinden bij de dokters, advocaten en ingenieurs. Dat bleek de ideale opstap voor mooie carrières in de politiek.
Wat in het begin van de vorige eeuw een gesloten gemeenschap was, is sinds eind jaren 1990 een netwerk met toenemende diversiteit. Trouwen buiten de gemeenschap is nu zeer normaal. Toch blijven Syrisch-Libanese afstammelingen heel trots op hun cultuur, ook al groeit het belang van andere –Braziliaanse- elementen van hun identiteit. Tegelijk wijzen onderzoekers erop dat het verloren gaan van de eigen taal en tradities een identitaire herbronningsbeweging oproept.
Die culturele stroming werd in het eerste decennium van deze eeuw nog versterkt door de politieke zoektocht naar een anti-imperialistischenetwerk waarin de linkse regeringen van Latijns-Amerika de banden aanhaalden met landen als Syrië en Iran in het Midden-Oosten. Het hoogtepunt daarvan was de rondreis van Bashar Al-Assad in Latijns-Amerika in 2010. Assad probeerde toen ook de banden van de diaspora met het moederland te reactiveren. Maar volgens de specialiste Janaina Herrera is de Syrisch-Libanese gemeenschap minder ideologisch dan in andere Latijns-Amerikaanse landen en zien de mensen hun band met het moederland puur folkloristisch.
Toen de vorige president van Libanon, Michel Sleiman, in april 2010 de Braziliaanse vice-president Michel Temer ontmoette, de jongste zoon uit een arm Syrisch-Libanees gezin van acht kinderen dat in 1925 naar Brazilië emigreerde, zei Sleiman grappend dat Temer meer Syrio-Libanezen vertegenwoordigde dan de Libanese president. Temer heeft zich altijd sterk ingezet voor de relaties tussen Brazilië en het Midden-Oosten.
Gepolariseerde gemeenschap
De Syrisch-Libanese gemeenschap in Brazilië is de voorbije jaren ook sterk getekend door de polarisering en de verscheurende burgeroorlog in Syrië. De verdeeldheid die daarvan het gevolg is, zou het poitieke netwerk dat mensen zoals Michel Temer aan de macht bracht, uit elkaar kunnen doen vallen.
Een van de spilfiguren uit het Syrisch-Libanese middenveld in Brazilië is Eduardo Elias, directeur van de Fearab Sao Paolo. Hij is uitgesproken pro Al-Assad en plaatst geregeld beelden van de wandaden van het Vrije Syrische Leger, dat hij als een bende huurlingen beschrijft, op zijn Facebook. Aan de andere kant van het spectrum bevinden zich de meest recente Syrische immigranten, zoals Sarah. Ze organiseert actief de internationale betrokkenheid op het Syrische conflict en de problemen in het Midden-Oosten in São Paulo en werd er ook lid van een marxistische partij. In twee volgende artikels portretteren we Elias en Sarah uitgebreid, omdat ze ze typerend zijn voor verschillende generaties en perspectieven in de Braziliaanse Syrisch-Libanese gemeenschap.