Egyptische regime wil religie aan banden leggen
Tien jaar na de Egyptische revolutie: al-Sisi duldt geen tegenspraak van religieuze autoriteiten
Tien jaar na het uitbreken van de revolutie leven de Egyptenaren nog steeds in angst. President al-Sisi smoort elke vorm van protest in de kiem, ook die van religieuze leiders en instituten.
Op 25 januari 2011, exact tien jaar geleden, brak de Egyptische revolutie uit op het Tahrirplein
©Xavier Malafosse / Wostok Press / Maxppp Egypte
Vandaag is het de tiende verjaardag van de Egyptische revolutie. Toch is er weinig reden tot feestvreugde. President al-Sisi voert een schrikbewind en duldt geen kritiek, ook niet van religieuze autoriteiten en instituten. ‘Al-Sisi wil alle neuzen in dezelfde richting krijgen, zodat het religieuze discours dat van zijn regime volgt.’
Op 25 januari 2011, exact tien jaar geleden, brak de Egyptische revolutie uit. Honderdduizenden mensen verzamelden zich op het bekende Tahrirplein en eisten het vertrek van Hosni Moebarak, de dictator die bijna dertig jaar aan de macht was.
De demonstranten zouden het plein niet verlaten. Totdat Moebarak ruim twee weken later, bij monde van zijn vice-premier, zijn aftreden aankondigde. De mensenmassa op het Tahrirplein barstte uit in gejuich, de ‘laatste farao’ was eindelijk verdreven.
De macht werd overgedragen aan de Opperste Raad van de Strijdkrachten (SCAF), die een interim-regering aanstelde. Er werden verkiezingen aangekondigd en in juni 2012 had Egypte zijn eerste democratisch verkozen president: Mohamed Morsi, leider van de islamistische Moslimbroederschap in Egypte.
Toch leidde ook het beleid van de nieuwe president bij vele Egyptenaren tot grote ontevredenheid. Een jaar na zijn aantreden vonden er nieuwe demonstraties plaats, waarna Morsi door het leger werd afgezet.
Uit protest tegen de staatsgreep van het leger organiseerden aanhangers van Morsi een sit-in bij de Rabaa-moskee in Caïro. Na zes weken sloegen de veiligheidsdiensten en het leger, onder leiding van generaal Abdel Fattah al-Sisi, die met geweld neer.
President al-Sisi riep de Moslimbroederschap al snel uit tot terroristische organisatie.
Ruim negenhonderd mensen kwamen om het leven. Mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch sprak van een misdaad tegen de menselijkheid.
Ondanks de internationale kritiek op het bloedbad bij de Rabaa-moskee stelde legergeneraal al-Sisi zich een jaar later verkiesbaar.
Op 8 juni 2014 kwam al-Sisi aan de macht. Al snel riep hij de Moslimbroederschap uit tot terroristische organisatie. Mohamed Morsi werd in verschillende rechtszaken tot levenslang veroordeeld. In de gevangenis kreeg hij onvoldoende medische zorg, waardoor hij in 2019 tijdens een hoorzitting in elkaar zakte en stierf.
Onder de tienduizenden politieke gevangenen die in Egypte vastzitten, bevinden zich veel leden van de Moslimbroederschap. Het korte presidentschap van Morsi, zijn band met de Moslimbroederschap en het vervolgen van leden van die organisatie zegt veel over de complexe relatie tussen politiek en religie in Egypte. Maar als we terugblikken op de voorbije tien jaar: wat kunnen we er dan nog meer over vertellen?
Religieuze instituten
Even terug naar het begin. Vanaf de oprichting heeft de Egyptische staat religie en religieuze instituten als politiek instrument gebruikt, vertelt Dr. H.A. Hellyer, onderzoeker bij de denktank Carnegie Endowment en specialist op gebied van religie en internationale betrekkingen.
Volgens Hellyer kent de Egyptische geschiedenis perioden waarin religieuze instituten redelijk autonoom en onafhankelijk van de staat opereerden. Anderzijds zijn er ook perioden waarin dat niet zo was.
Sinds het aantreden van al-Sisi, in 2014, probeert de staat steeds meer macht uit te oefenen op de grote religieuze instituten. ‘Hij wil alle neuzen in dezelfde richting krijgen, zodat het religieuze discours dat van zijn regime volgt’, vertelt Hellyer. Of anders geformuleerd: de staat wil voorkomen dat religieuze autoriteiten kritiek uiten of dwarsliggen.
De drie grootste religieuze instituten in Egypte zijn: het ministerie van Religieuze Schenkingen, Dar Al-Ifta (het centrum dat fatwa’s, islamitische juridische adviezen, uitspreekt) en Al-Azhar (de belangrijkste islamitische autoriteit in het land).
Het ministerie van Religieuze Schenkingen valt onder de premier en staat dus volledig onder de controle van de staat. Dar al-Ifta heeft een semionafhankelijke status binnen het ministerie van Justitie, maar de huidige grootmoefti volgt vooral de lijn van de staat.
Het enige instituut waar iets interessants gebeurt is Al-Azhar, vertelt Georges Fahmi, onderzoeker van staatsreligieuze betrekkingen in de MENA-regio (Midden-Oosten en Noord-Afrika).
Door zijn machtige positie weet de grote imam van Al-Azhar, sjeik Ahmed El-Tayyeb, het regime op een afstand te houden. Hij zet zichzelf neer als iemand die niet altijd het regime volgt, zegt Fahmi.
De Egyptische staat wil voorkomen dat religieuze autoriteiten kritiek uiten of dwarsliggen.
Zijn loyaliteit ligt bij het Egyptische volk. Daarom steunde hij het leger toen Morsi werd afgezet. Dat deed hij onder het mom van: liever een interventie dan een burgeroorlog. Maar de sjeik uitte evengoed kritiek op de veiligheidsdiensten, toen die het protest bij de Rabaa-moskee met geweld neersloegen.
Al-Azhar
Het hoeft daarom niet te verbazen dat er regelmatig spanningen zijn tussen het regime en Al-Azhar. Soms lopen die uit de hand, vertelt Fahmi.
Neem bijvoorbeeld de kwestie van verbale scheiding bij een islamitisch huwelijk. Hierbij kan de man tegen zijn vrouw zeggen dat hij wil scheiden en dat is net zo geldig als een juridische scheiding. In 2017 wilde al-Sisi deze praktijk met een nieuwe wet aan banden leggen, maar sjeik Ahmed El-Tayyeb stak daar een stokje voor, omdat het volgens de sharia is toegestaan.
El-Tayyeb heeft verschillende strategieën om Al-Azhar onafhankelijk van de staat te houden, vertelt Fahmi. Ten eerste heeft hij binnen het instituut veel macht, omdat hij breed wordt gesteund door de andere geleerden. Ten tweede heeft hij een goede band met de Golfstaten en dat werkt politiek gezien in zijn voordeel, omdat zij bondgenoten zijn van Egypte. Ten slotte waren het bezoek van El-Tayyeb aan het Vaticaan en dat van de paus aan Egypte belangrijke momenten.
Fahmi legt uit dat dit bezoek het aanzien van El-Tayyeb een flinke boost gaf: hij was niet langer alleen maar een Egyptische leider, maar ook een religieus en spiritueel symbool voor de islam. Net zoals de paus dat is voor de kerk.
Door zichzelf incontournable te maken, wordt het voor het regime moeilijker om sjeik El-Tayyeb in te ruilen en stelt hij zijn positie — en die van Al-Azhar — veilig. Maar omdat El-Tayyeb niet altijd in de houding schiet wanneer het regime dat wenst, moet ook hij uitkijken dat hij niet te ver gaat, aldus Fahmi.
Kritiek
President al-Sisi probeert dus niet alleen een stevige greep te behouden op critici, zoals journalisten, wetenschappers, mensenrechtenactivisten en andere dissidenten, maar hij doet hetzelfde met de religieuze instituten in het land.
Ook president al-Sisi wil Al-Azhar aan banden leggen.
Oud-president Moebarak was in dat opzicht iets flexibeler, meent Fahmi. Hij legt uit dat er tijdens zijn bewind enige ruimte was voor kritiek.
Moebarak wist dat een onafhankelijk Al-Azhar juist goed voor hem was. Die status gaf draagvlak aan het instituut. Als hij Al-Azhar nodig had om bijvoorbeeld de radicale islam aan te pakken, werd dit opgevat als legitiem in plaats van beteugeling door de staat.
Toen Moebarak aftrad en zijn macht overdroeg aan de Opperste Raad van de Strijdkrachten (SCAF) luidde dit het ‘gouden jaar’ in voor Al-Azhar, zegt Fahmi. Het comité van geleerden kreeg meer bevoegdheden, waaronder het aanstellen van de sjeik van Al-Azhar, die tot aan zijn dood in zijn ambt zou blijven. Hierdoor werd de onafhankelijkheid van Al-Azhar veilig gesteld. Daarnaast kreeg ze zeggenschap over wie de grootmoefti van Dar Al-Ifta zou worden (hoewel al-Sisi die macht nu probeert af te pakken).
Toen Morsi aan de macht kwam, probeerde hij de macht van Al-Azhar tevergeefs in te perken. De verhoudingen waren ook slecht vanwege rivaliteit tussen de leiders van Al-Azhar en de Moslimbroederschap.
Vandaag gebeurt net hetzelfde. Ook het huidige regime van al-Sisi wil Al-Azhar aan banden leggen. Wat zegt dat over de politiek in Egypte?
Fahmi merkt op dat Egypte nooit een seculiere staat is geworden, omdat het regime religie nodig heeft. Voor zijn legitimiteit, als politiek middel, het verspreiden van zijn agenda. ‘Er is geen gezonde grens tussen kerk en staat, omdat religie altijd wordt gebruikt door zowel de machthebbers als de oppositie,’ besluit de onderzoeker.