Tsjechisch ultrarechts viseert de Roma
Peter Blasic
21 april 2014
De aanloop naar de verkiezingen voor het Europese Parlement in Tsjechië begint inmiddels dreigende vormen aan te nemen. Ultrarechtse partijen en hun neonazistische aanhangers hebben het voorbije jaar in Tsjechië een ongekend groot aantal anti-Romademonstraties georganiseerd.
De auteur van dit artikel kwam in opspraak. MO* kan de juistheid van de artikels niet garanderen. Om transparant te zijn tegenover onze lezers, halen we de artikels niet offline. Lees voor meer informatie: Wat betreft de verwerpelijke journalistieke praktijken van Peter Blasic
De politieke platforms van extreemrechts in Tsjechië zijn expliciet racistisch en leggen een zware nadruk op het onderdrukken van de Roma. Door de electorale toestroom vanuit het politieke midden – mede als gevolg van de vele betogingen die extreemrechts in Tsjechië heeft georganiseerd– valt voor de komende verkiezingen een significant aantal stemmen voor extreemrechts te verwachten.
Tsjechische kiezers hebben nog maar recent hun stem uit mogen brengen in de landelijke verkiezingen. Hun opnieuw naar het stemhokje lokken, is dan ook geen geringe opgave. Maar het is zeer wel mogelijk dat Tsjechische kiezers hun West-Europese buren volgen en hun steun uitspreken voor partijen die zich afzetten tegen de huidige regering en bekend staan om hun xenofobe gedachtegoed.
Tsjechië is een etnisch homogene staat van tien miljoen inwoners en daardoor geen vruchtbare bodem voor de klassieke anti-immigratiepropaganda zoals die in het Westen verspreid wordt. Maar in alle gelederen heerst er een sterke en makkelijk oproepbare antipathie tegen de 300.000 Tsjechische Roma. Ultrarechts weet daar handig op in te spelen door de Roma-populatie als zondebok neer te zetten en massademonstraties te organiseren. In 2013 werden in de Tsjechische republiek zeker veertig anti-Romamarsen georganiseerd. Ook in 2014 zijn betogingen gepland.
Steeds meer “gewone” burgers
Opvallend is dat ultrarechtse activiteiten in Tsjechië niet langer alleen maar extremisten aantrekken. Steeds meer “gewone” burgers nemen deel aan betogingen en laten hun Roma-vijandige uitingen en gedachtegoed de vrije loop. Daarnaast nemen steeds meer Poolse, Duitse en Slowaakse ultrarechtse supporters frequent deel aan de Tsjechische protestmarsen.
Steeds meer “gewone” Tjsechen nemen deel aan betogingen en laten hun Roma-vijandige uitingen de vrije loop.
Verscheidene daarvan mondedn uit in zware rellen, waarbij rechtse demonstranten zich aan geweld te buiten gingen in de Roma-wijken van steden. Toch is er ook tegenwind, zoals bleek op 28 oktober 2013. De dag waarop de oprichting van het onafhankelijke Tsjechoslowakije herdacht wordt, is traditioneel een feestdag die door nationalisten en ultrarechts misbruikt wordt om een land vrij van alle niet–Tsjechen te eisen. Ook in 2013 vonden die dag diverse demonstraties plaats in Tsjechische steden. De opkomst van extreemrechtse en andere nationalisten werd echter geëvenaard, niet enkel door vele Roma die vreedzaam tegen racisme wilden demonstreren. Ook diverse – deels spontane – initiatieven van Tsjechen lieten een tegengeluid horen.
Vreemd genoeg worden geweldloze opponenten door lokale autoriteiten regelmatig van tegendemonstraties geweerd, omdat stadsbesturen naar eigen zeggen vrezen dat niet de neonazi’s maar de tegendemonstranten voor ongeregeldheden zouden zorgen.
Het Tsjechische Helsinki-comité heeft zich hierover uitgesproken en stelt dat het noodzakelijk is dat de wetshandhavers potentieel geweld in de kiem smoren door de demonstranten zo ver mogelijk van het doelwit van hun agressie vandaan te houden. Dat zou volgens het Helsinki-comité echter niet mogen worden bewerkstelligd door ‘het beperken of voortijdig afbreken van de vreedzame protestbijeenkomsten van Roma en anderen die besluiten om publiekelijk hun afkeer van neonazistische marsen te laten blijken’.
Volgens de Tsjechische afdeling van mensenrechtenorganisatie Amnesty International moet de overheid er alles aan doen om de ‘psychologische oorlogsvoering die door ultrarechts gevoerd wordt tegen Europa’s grootste en slechtst behandelde minderheid’ aan te pakken.
Electorale opmars
De anti-Romabijeenkomsten in Tsjechië worden op poten gezet door de leden van de Sociaal Rechtvaardige Arbeiderspartij (DSSS) en een daarvan afgescheiden fractie genaamd de “Tsjechische Leeuwen“. Hun politieke platforms zijn expliciet racistisch en leggen een zware nadruk op het onderdrukken van Roma.
Hun bijeenkomsten staan bol van geweld en neonazistische leuzen, genre ‘zigeuners naar de gaskamers’. De voorganger van de DSSS, de Arbeiderspartij, werd in 2010 door de rechter verboden omwille van haar neonazistische ideologie. Dat belette de partij evenwel niet zich onder een nieuwe naam voort te zetten.
Bij de laatste verkiezingen was de DSSS nog niet zo succesvol. De partij behaalde slechts één procent van de stemmen. Maar mede als gevolg van de vele betogingen die extreemrechts in Tsjechië heeft georganiseerd, is een toenemend aantal “gewone” burgers toegetreden tot de neonazipartij. Ze scanderen niet enkel provocerende leuzen, maar participeren ook actief in geweld tegen politie en Roma.
De electorale toestroom vanuit het politieke midden zorgt er volgens het European Roma Rights Centre (ERRC) voor dat politici worden aangespoord hun achterban te tonen dat ook zij hard willen optreden tegen Roma.
Op de plaatsen waar de anti-Romademonstraties plaatsvonden, hebben de lokale overheden een zero tolerance-beleid ingevoerd. Er is sprake van verordeningen die de persoonlijke vrijheden beperken en die enkel van toepassing zijn in Roma-buurten. Daarnaast werden verordeningen uitgevaardigd die gedrag verbieden dat als ‘typisch voor de Roma’ wordt gezien – zoals bijvoorbeeld in het openbaar buiten zitten.
Ochtendgloren
Een andere interessante ontwikkeling in Tsjechië is de opkomst van Usvit (‘ochtendgloren’) bij de parlementsverkiezingen van 2013. De partij van voormalig reisleider Tomio Okamura bestaat nog geen jaar, maar wist in de laatste landelijke verkiezingen bijna zeven procent van de stemmen te bemachtigen. Usvit deed het vooral opmerkelijk goed in de regio’s waar de anti-Romamarsen plaatsvonden.
De half-Koreaanse Okamura suggereerde onlangs nog dat de Roma hun eigen staat buiten de Tsjechische landgrenzen moeten vormen. In India bijvoorbeeld, waar hun voorouders vandaan komen. Hij steelt daarbij de extreemrechtse agenda – en wellicht de bijbehorende kiezers – maar neigt in andere opzichten veel minder ver naar rechts in het politieke spectrum.
Okamura werd in een enquête van januari 2014 genoemd als de meest betrouwbare Tsjechische politicus. Dat kan erop wijzen dat zijn partij in de komende Europese verkiezingen heel wat potentieel heeft. Analisten verwachten dat Usvit tot tien procent van de stemmen in de Europese Parlement verkiezing kan binnenhalen.
Zigeunerhaat bestrijden
Amnesty International roept de Tsjechische Republiek op haatmisdrijven gericht tegen Roma nadrukkelijk te monitoren en veroordelen.
Ongeacht of Usvit nu veel stemmen zal halen of niet, het anti-Romasentiment in Tsjechië zit diepgeworteld. Dat anti-Romaextremisme in Tsjechië nu zo manifest wordt, is niet enkel debet aan activiteiten op nationaal niveau, het wordt ook gevoed door een internationaal netwerk van haatgroepen. Zo werden het voorbije jaar meermaals websites van mensenrechtenactivisten in de hele Tsjechische Republiek gehackt door een white power-groepering waarvan de website is geregistreerd in Californië.
Op de sites van de mensenrechtenorganisaties in kwestie werd racistische inhoud geplaatst, vanuit hun adresboeken werden racistische e-mails verstuurd en de correspondentie van de gehackte e-mailaccounts is online gepubliceerd.
Volgens Amnesty International zijn het juist de grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden die heel Europa zouden moeten verontrusten. Amnesty vraagt een gecoördineerde Europese respons, bijvoorbeeld door zigeunerhaat EU-breed te erkennen als een fenomeen dat in alle lidstaten bestreden dient te worden. Amnesty roept de Tsjechische Republiek en de EU als geheel ook op haatmisdrijven gericht tegen Roma nadrukkelijk te monitoren en te veroordelen, met strenge handhaving en met bestaande juridische instrumenten, zoals de richtlijn Rassengelijkheid en het verdrag inzake cybercriminaliteit.