Uitgeputte gezondheidssystemen in Afrika kunnen grote coronacrisis niet aan

Analyse

Is Afrika klaar voor corona?

Uitgeputte gezondheidssystemen in Afrika kunnen grote coronacrisis niet aan

Uitgeputte gezondheidssystemen in Afrika kunnen grote coronacrisis niet aan
Uitgeputte gezondheidssystemen in Afrika kunnen grote coronacrisis niet aan

Tine Danckaers, Elien Spillebeen, Gie Goris

13 maart 2020

De ernst van de coronacrisis is nu algemeen erkend. Europese regeringen nemen krachtige maatregelen, de bevolking had haar verantwoordelijkheid al langer genomen. Maar zijn vluchtelingenkampen klaar voor corona? Of ziekenhuizen in het Afrikaanse binnenland? Het korte antwoord is: neen.

Dokter Gertrude Tambavira, hoofdarts in het medisch centrum FEPSI in de stad Butembo

(c) Elien Spillebeen

Overheden van Azië over Europa tot Amerika proberen eerst de ernst van het nieuwe coronavirus te ontkennen, en na wat treuzelen wordt doortastend ingegrepen. In Afrika zijn tot nu weinig besmettingen vastgesteld. Zijn de landen van het continent klaar voor de pandemie? Het korte antwoord is: neen. We spraken met een handvol dokters en ngo’s die actief zijn in Afrika.

In de Congolese hoofdstad Kinshasa werd eerder deze week melding gemaakt van een eerste coronapatiënt. Dat zet de Congolese gezondheidszorg voor een nieuwe uitdaging, net nu in de Oost-Congolese steden Butembo en Beni de laatste ebola-patiënt werd uitgezwaaid. Dokter Claire Bourgeois, die voor de medische ngo Dokters van de Wereld de internationale taskforce over het coronavirus opvolgt, reageert daar eerder geruststellend op.

‘Congo heeft behoorlijke ervaring opgebouwd in sensibiliseringscampagnes.’

‘Congo kan voortbouwen op structuren, kennis en maatregelen die werden opgebouwd om de ebola-epidemie te bestrijden’, zegt Bourgeois. ‘Ebola is onderdrukt. Maar de antennes in de structuren van de gezondheidszorg, de gevoeligheid voor mogelijke epidemieën en het voorkomen van besmettingshaarden, dat is er allemaal nog. Congo heeft behoorlijke ervaring opgebouwd met sensibiliseringscampagnes. Het heeft knowhow in preventie en aanpak zoals patiënten isoleren en de omgeving beschermen.’

Gebrek aan adem

De Congolese arts Jean-Jeacques Muyembe-Tamfum is veel pessimistischer. ‘Onze infrastructuur is hier niet voor uitgerust’, zegt hij tijdens een persconferentie in Kinshasa. Hij vreest dat het coronavirus in een land als Congo wel eens veel dodelijker kan worden dan in een gemiddeld Europees land.

Muyembe-Tamfum is de man die in 1976 het dodelijke virus ebola ontdekte. Hij stond sindsdien bij elke uitbraak in de vuurlinie. Ook nu de eerste coronabesmetting in Congo is vastgesteld, is hij als directeur van het Institut National pour la Recherche Biomedicale aan zet om een nationale strategie uit te werken.

‘Als dit virus naar Congo komt, waar de ziekenhuizen niet goed uitgerust zijn, dan krijg je iets anders.’

Makkelijk is dat niet. Ondanks de ervaring met ebola, kan de al erg verzwakte gezondheidssector in het land een nieuwe crisis best missen. ‘De sterftecijfers die we nu kennen, zijn gebaseerd op een Europees zorgsysteem. Als dit virus naar Congo komt, waar de ziekenhuizen niet goed uitgerust zijn, dan krijg je iets anders.’

Voor de behandeling van de patiënten is extra ademhalingsondersteuning nodig. En dat, vreest Muyembe-Tamfum, zou ervoor kunnen zorgen dat de dodentol in zijn land een pak hoger zal liggen dan in China en Europa. Want: ‘De meeste van onze hospitalen hebben deze mogelijkheid niet.’

Uitgeput gezondheidssysteem

In het oosten van Congo is er weinig te merken van opgebouwde structuren. Dokter Gertrude Tambavira is hoofdarts in het medisch centrum FEPSI in de stad Butembo. Ze heeft voorlopig nog geen instructies ontvangen uit de hoofdstad, vertelt ze ons. En er is tot nu geen procedure om te screenen op het coronavirus, laat staan te behandelen.

’Laten we hopen dat corona niet tot hier raakt’, zucht Tambavira. ‘Onze medische ploeg is uitgedund. Sommige collega’s vertrokken omdat ze schrik hadden om zelf besmet te worden door ebola. Anderen werden ziek, zoals mijn collega-arts, en herstellen nog. Nog anderen hebben het ziekenhuis verlaten om in de tijdelijke behandelingscentra voor ebola te gaan werken, waar de lonen hoger lagen.’

In het oosten van Congo dreigt vandaag voor veel ziekenhuizen een faillissement.

Alle ziekenhuizen in de regio kregen financiële steun om de ebolacrisis te bezweren en het personeel kreeg extra opleidingen die ook ter preventie van andere virussen van pas kan komen. Maar desondanks is de eindbalans volgens Tambavira duidelijk negatief. Er dreigt vandaag voor veel ziekenhuizen zelfs een faillissement, een direct gevolg van de ebolacrisis, legt ze uit.

‘Tot juni moeten we verplicht gratis zorg verlenen aan alle patiënten, met een uitzondering van chirurgische en verloskundige ingrepen.’ Die maatregel dient om de drempel weg te nemen voor zieken die symptomen van ebola vertonen maar die uit schrik voor de ziekenhuisfactuur te lang wachten, en zo de verspreiding van ebola in de hand werken.

‘We waren verplicht dit contract met de Congolese overheid te tekenen.’ De overheid compenseert in theorie vervolgens de gratis toegediende zorgen. ‘Maar sinds september hebben we geen enkele betaling meer ontvangen. Financieel wordt het stilaan ondraaglijk.’

Personeel wordt voorlopig niet uitbetaald, maar de gratis zorg moet nog tot de zomer worden toegediend. Als door het nieuwe coronavirus het aantal zieken fors toeneemt, dan barst het al erg verzwakte zorgsysteem helemaal, vreest dokter Tambavira. ‘Ze hebben ons gezegd dat het in orde komt, dat we geduld moeten hebben.’ Met die boodschap moeten ze het voorlopig stellen.

See full screen

Preventie en planning

Omdat de zorgsystemen zo zwak en ontoereikend zijn, is preventie in arme landen extra cruciaal. Dat betekent ook: tot in de dorpen en de sloppenwijken mensen gaan informeren over wat het virus nu juist is, wat de impact is, hoe jezelf te beschermen, het belang van hand- en mondhygiëne uitleggen…

‘Preventie en informatie zijn het allerbelangrijkst, zeker in landen waar we met migranten en vluchtelingen werken.’

Dokter Claire Bourgeois: ‘Preventie en informatie vormen echt de allerbelangrijkste inzet, zeker in landen waar we met migranten en vluchtelingen werken. We zetten volop in op begrijpelijke informatie, die ter beschikking wordt gesteld in de meest voorkomende talen. En we voeren de hygiënemaatregelen op. Bijvoorbeeld in Niger, onder meer in Agadez door de waterdistributie voor migranten drastisch op te voeren en zeep uit te delen.’

Daarnaast zet Dokters van de Wereld in op goede planning: ‘Wat te doen met iemand die symptomen heeft? Is er een centraal contactpunt? Waar kan de persoon verblijven in afwachting van testresultaten? Wie is verantwoordelijk voor opvang en verzorging Enzovoort. En het is natuurlijk ook belangrijk om ervoor te zorgen dat ons personeel voldoende beschermingsmateriaal – zeep, mondmaskers en handschoenen – ter beschikking heeft.’

Op de vraag of Afrikaanse landen wel zo zwaar moeten tillen aan een virus dat blijkbaar niet van warme temperaturen houdt, reageert Bourgeois stellig: ‘De veronderstelling dat het nieuwe coronavirus, net zoals het griepvirus, minder overlevingskansen zou hebben in droge en warme gebieden, is niet of onvoldoende wetenschappelijk onderbouwd. We houden daar dus ook geen rekening mee in onze planning en aanpak.’

Stop de import

‘Tot nu zijn de gekende gevallen van COVID-19 in Afrika terug te voeren op “import” vanuit andere continenten’, zegt dokter Hilde Buttiëns, verantwoordelijke medisch beleid van Artsen Zonder Vakantie (AZV). Al voegt ze daar meteen de waarschuwing aan toe dat het allesbehalve zeker is dat alle infecties ook effectief gedetecteerd worden.

Het overzicht van corona in Afrika ziet er op 12 maart inderdaad nog overzichtelijk uit. Toch neemt ook AZV al de eerste acties. ‘Wij hebben alvast enkele medische missies naar Congo, Benin, Rwanda en Burundi opgeschort’, zegt Buttiëns.

‘De kleine ziekenhuizen waarmee wij werken, zijn helemaal niet uitgerust om zwaar zieke patiënten behandelen.’

Is dat niet paradoxaal? Op een moment waarop de nood aan medisch personeel wel eens exponentieel zou kunnen stijgen? ‘Neen’, antwoordt Buttiëns. ‘Om te beginnen zetten wij sowieso steeds meer in op de lokale uitwisseling van expertise, van grootstedelijke ziekenhuizen richting kleine, afgelegen ziekenhuizen. Maar vooral: wij willen niet verantwoordelijk zijn voor de import van het virus vanuit Europa, waar het vandaag duidelijk veel meer aanwezig is dan in Afrikaanse landen.’

Dat is des te belangrijker, voegt ze toe, ‘omdat de kleine ziekenhuizen waar wij meer werken helemaal niet uitgerust zijn om zwaar zieke patiënten behandelen. Er zijn bijvoorbeeld geen beademingstoestellen. Dat zou het nog onvergeeflijker maken als wij, als medische ngo, een dodelijk virus binnenbrengen waar het niet eens behandeld kan worden.’

Het is trouwens niet dat er niets gedaan wordt. De materiële ondersteuning van de partnerziekenhuizen in diverse landen gaat door en wordt mogelijk opgevoerd. Maar vooral, benadrukt dokter Buttiëns, ‘moeten we de wereld wakker schudden. Deze crisis is, na ebola, een nieuwe en dringende herinnering aan de absolute noodzaak om overal sterke en weerbare gezondheidssystemen op te bouwen.’

Die boodschap klinkt ook vanuit de medische ngo Viva Salud. Directeur Wim De Ceukelaire en Chiara Bodini stellen dat de succesvolle aanpak van de crisis in China, maar ook in Japan, Singapore en Hongkong, het belang aantoont van ‘een geïntegreerde dienstverlening, zowel binnen het gezondheidsstelsel als met andere sectoren.’

Bovendien, zeggen ze, ‘heeft de ervaring aangetoond dat het vertrouwen van patiënten, gezondheidswerkers en de samenleving als geheel in de overheid van het grootste belang is om gezondheidscrises het hoofd te kunnen bieden.’

Toegang tot gezondheidszorg

Artsen zonder Grenzen voegt daar een andere, en heel dringende, bezorgdheid aan toe: ‘We moeten er echt alles aan doen om de toegang tot gezondheidszorg voor iedereen te blijven garanderen, zowel voor COVID-19-patiënten als voor alle anderen. Dat betekent voorkomen dat ziekenhuizen overbevolkt raken, en garanderen dat er voldoende verzorgend personeel is, ook al loopt het aantal patiënten en de intensiteit van de zorg op. De bijkomende inspanningen voor COVID-19 mogen ook niet ten koste gaan van andere patiënten, want die hebben ook recht op zorg.’

‘Bijkomende inspanningen voor COVID-19 mogen niet ten koste gaan van andere patiënten.’

Artsen Zonder Grenzen is vooral bezorgd over de impact die het virus kan hebben op groepen die in uitermate kwetsbare omgevingen leven: daklozen, mensen die opeengepakt leven in vluchtelingenkampen, of bevolkingen in landen in conflict zoals de Centraal Afrikaanse Republiek, Jemen of Syrië.

‘Al die mensen overleven nu al in zeer harde en onhygiënische omstandigheden, en hun toegang tot gezondheidszorg is sowieso erg gebrekkig’, zegt Artsen Zonder Grenzen. ‘Dat bemoeilijkt ook het invoeren van preventieve en beschermende maatregelen, zoals handen wassen of sociale afstand in acht nemen.’