Mensen wegpesten uit Brussel-Zuid en problemen doorschuiven? Utrecht toont dat het niets oplost

Analyse

Hoe Utrechtse politie en politici de overlast en criminaliteit aanpakten

Mensen wegpesten uit Brussel-Zuid en problemen doorschuiven? Utrecht toont dat het niets oplost

Mensen wegpesten uit Brussel-Zuid en problemen doorschuiven? Utrecht toont dat het niets oplost
Mensen wegpesten uit Brussel-Zuid en problemen doorschuiven? Utrecht toont dat het niets oplost

Boy de Haan

22 november 2023

Station Brussel-Zuid werd eind augustus schoongemaakt, de overheden kondigden een actieplan aan tegen de criminaliteit en overlast. Die aanpak is allesbehalve origineel: Utrecht ging in 2022 precies dezelfde toer op. MO* stak de Moerdijk over en ging kijken onder het Bollendak.

D66 Utrecht (CC BY 2.0 DEED)

Het Bollendak, vlak bij station Utrecht Centraal, stond symbool voor drugsproblematiek, overlast en criminaliteit. In september 2022 greep de politiek in.

D66 Utrecht (CC BY 2.0 DEED)

Station Brussel-Zuid werd eind augustus schoongemaakt, de overheden kondigden een actieplan voor de veiligheid in de buurt aan. Die aanpak is allesbehalve origineel: Utrecht ging in 2022 precies dezelfde toer op met zijn stationswijk. MO* stak de Moerdijk over en ging kijken of de overlast en criminaliteit intussen afgenomen zijn onder het Utrechtse Bollendak.

Een tiental politieagenten staat op een druilerige oktoberdag voor een van de ingangen van station Brussel-Zuid. Met de auto’s en combi’s in het zicht geparkeerd is hun aanwezigheid een uithangbord voor veiligheid.

Nog geen twintig meter verderop ligt een vrouw op een matras die ze met drie paraplu’s ternauwernood droog weet te houden. Had ze zich daar tijdens de laatste zaterdag van augustus in dezelfde situatie bevonden, dan had de politie haar gesommeerd te vertrekken en was haar hele hebben en houden in een vuilniswagen gedeponeerd.

De noodkreet van buurtcomités en organisaties van afgelopen zomer hangt nog in de lucht. Die kwam er na aanhoudende klachten van bewoners en reizigers over onveilige situaties als diefstal, drugsoverlast en geweld.

Op 26 augustus trok een politiemacht van bijna 200 agenten daarop naar de stationsbuurt, met in het kielzog de vuilnisdienst. Ze verrichtten 56 arrestaties en verjoegen kwetsbare mensen als dak- en thuislozen, veelal met een drugsverslaving. Sommigen van hen raakten daarbij persoonlijke bezittingen kwijt, waaronder zelfs belangrijke documenten.

Inmiddels is de urinegeur rondom het station terug. Eind augustus dweilde een schoonmaakploeg achter de veiligheidsactie aan, maar dat bleek een steekvlam met een totale brandduur van twee dagen.

In Utrecht is de burgemeester nog steeds op zoek naar ‘een permanente oplossing’ voor overlast en criminaliteit.

Vijf dagen na de eerste grootschalige actie keerde een iets kleiner bataljon politiemensen voor een dag terug naar Brussel-Zuid. Onaangekondigd. Voor mensen die criminele feiten wilden begaan was dat rampzalig, voor mensen wier bestaan zich rondom het station afspeelde ook. In de daaropvolgende weken deed verhoogde aanwezigheid van politiediensten velen van hen al naar verderop in Brussel “verhuizen”.

Die verhoogde aanwezigheid maakt deel uit van een actieplan van het Nationaal Crisiscentrum, de federale regering en Brusselse regering, de gemeenten Anderlecht en Sint-Gillis, en de NMBS. ‘Als de aanpak voor Brussel-Zuid slaagt, kan dat een model zijn voor andere stations’, zei Brussels minister-president Rudi Vervoort (PS) aan De Tijd na de grootschalige acties van deze zomer

Hiermee hoopte Vervoort op een blauwdruk voor andere stations. Maar op iets meer dan drie uur reizen van Brussel-Zuid, in Utrecht-Centraal, is al duidelijk dat de aanpak van doorschuiven en wegpesten geen oplossing biedt.

Een permanente oplossing

Op het moment dat het Zuidstation eind augustus onder handen werd genomen, schreef nog geen 200 kilometer verderop de Utrechtse burgemeester Sharon Dijksma (PvdA) een brief. Die brief was gericht aan haar gemeenteraad, die nog altijd op zoek is naar ‘een permanente oplossing’ voor overlast en criminaliteit. In haar brief vroeg Dijksma opnieuw steun voor een hardere aanpak.

Het Bollendak, de overkapping met doorzichtige bollen tussen Utrecht Centraal en winkelcentrum Hoog Catharijne, stond tot een tijd geleden symbool voor drugsproblematiek, overlast en criminaliteit. Maar in de op drie na grootste stad van Nederland spelen deze problemen zich intussen niet meer rondom het station af.

De politie trad hier vanaf september 2022 al stevig op. De maanden daarop waren er grootschalige handhavingsacties, werden honderden boetes uitgeschreven en meer dan 100 arrestaties verricht. Die maakten van het stationsgebied weer een veilige omgeving.

Maar: al snel werden bewoners en ondernemers van de aangrenzende wijk Lombok op hun beurt blootgesteld aan onveilige situaties als winkeldiefstal, straatintimidatie en zelfs vecht- en steekpartijen.

In de media krijgt dat effect vaak ook een naam: het ‘waterbedeffect’. Een ongewenste toestand wordt op een bepaalde plaats tegengegaan maar duikt elders opnieuw op.

Heeft de aanpak van de problemen rond het station dan geleid tot een positief resultaat? Dat is vragen naar de bekende weg, spreekt de reactie van Emile Vermeulen, wijkagent en Operationeel Specialist bij de politie. ‘Voor het Bollendak wel, ja’, zegt hij even cynisch als bloedernstig.

De bezem werd flink onder het Bollendak doorgehaald, de problematiek werd 300 meter doorgeschoven. ‘Naar een ander politiegebied, dus ik heb weinig te klagen’, grapt Vermeulen. ‘Nee hoor, we schuiven uiteraard mee.’

Op last van burgemeester Dijksma mag de politie mensen die overlast veroorzaken in de wijk Lombok de toegang ontzeggen tot het gebied. Het is een middel dat eerder al werd toegepast in het stationsgebied en op andere plaatsen in Utrecht. Verjagen en opjagen, dus. Het heeft de stad nog niet de permanente oplossing geboden waar de gemeenteraad naar op zoek is.

Niets te verliezen

De verplaatsing van de problemen rond Utrecht Centraal legde vooral de gevolgen van het (gebrek aan) landelijk asielbeleid bloot. Verslaafden en arbeidsmigranten uit Oost-Europa veroorzaakten al langer overlast onder het Bollendak. In september 2022 kwamen daar groepen ‘veiligelanders’ bij, mensen uit landen die Nederland als voldoende veilig beschouwt om mensen naar terug te sturen.

Van de veiligelanders die overlast veroorzaken in de buurt van Utrecht Centraal komt een groot deel uit voornamelijk Marokko, Algerije en Tunesië. Ze hebben geen uitzicht op een langer verblijf, maar bevinden zich nog wel in Nederland. Ze hebben ook geen rechten: in afwachting van vertrek mogen ‘veiligelanders’ geen betaalde arbeid of vrijwilligerswerk verrichten. Er is geen zorg noch dagbesteding voor deze groep mensen, met een grote uitzichtloosheid tot gevolg. ‘Ze hebben niets te verliezen’, vertelt wijkagent Emile Vermeulen. ‘Dat zien we terug in het gedrag en de heftigheid van sommige incidenten.’

In het Ubuntuhuis, een inloophuis voor mensen zonder papieren in de wijk Lombok, constateert coördinatrice Laura van der Hoeven dat zij die op straat slapen ‘zich slechter voelen en meer zorgen hebben’. ‘Dat uit zich in gefrustreerd gedrag. Ze worden dan sneller boos om dingen die ze anders zouden laten gaan. In enkele gevallen veroorzaakte dat zelfs al agressie.’

Van der Hoeven vertelt dat vooral Algerijnse mannen overdag gebruikmaken van de gemeenschappelijke woonkamer in het inloophuis. ‘Soms slapen ze een paar uurtjes bij op de bank. Dat is hier normaal gesproken niet de bedoeling, maar dat zie ik dan door de vingers.’

In de zomer is het in het Ubuntuhuis aanzienlijk rustiger dan in de winter. ‘Maar ik kan me voorstellen dat het de komende maanden door de kou nog drukker gaat worden’, vervolgt de coördinatrice. ‘Er is dit jaar alweer geen doorlopende winteropvang. In het verleden was die er wel, en dat werkte erg prettig, vooral voor de meest kwetsbare mensen. Hoe kouder het wordt, hoe zwaarder zij het krijgen.’

‘De gemeente vindt de belangen van organisaties als wij belangrijk, omdat we een deel van de zorgen van deze mensen wegnemen’, stelt Van der Hoeven vast. ‘Maar het is niet genoeg.’

‘Heb je geen geld? Dan ga je stelen, als je niets te verliezen hebt. Dat is geen goedkeuring, maar een vaststelling.’

Leefbare stad

Agent Emile Vermeulen vertelt dat de meeste uitgeprocedeerde asielzoekers die naar Utrecht komen geen verleden hebben met de stad. ‘Voor dak- en thuislozen hadden we vorig jaar partners in de zorgverlening waarmee we konden samenwerken. Zorg bieden aan de zogenoemde “veiligelanders” is moeilijk. Omdat het grootste gedeelte van deze groep geen binding heeft met Utrecht, kunnen we niet veel anders doen dan de orde handhaven.’

Een enkeling komt volgens Vermeulen naar Utrecht ‘om lotgenoten te ontmoeten’. Maar een groot deel zakt af naar de Domstad ‘om strafbare feiten als winkeldiefstal te plegen en overlast te veroorzaken’.

‘We zijn als stad bereid zorg te verlenen aan diegenen die dat behoeven en verdienen’, vervolgt Vermeulen. Maar moet leefbaarheid een beloning voor goed gedrag zijn?

Een van de gemeentelijke partijen die erin geloven dat een menselijke aanpak de basis kan leggen is D66. Maar volgens de lokale fractie ligt de bal nu bij de landelijke politiek in Den Haag. ‘Die is nu echt aan zet’, zegt de Utrechtse D66-vicefractievoorzitster en raadslid Asiel en Migratie Venita Dada-Anthonij.

Wanneer er criminaliteit in het spel is, horen daar gevolgen aan vast te zitten, stelt ze. ‘Er wordt vaak gezegd dat D66 en partijen op links alleen maar willen pappen en nathouden, dat we alleen naar de zorg kijken. Dat is niet waar. Als er strafbare feiten worden gepleegd, hebben deze mensen met dezelfde consequenties te maken als iedereen in Utrecht. Dat is de repressieve kant.’

‘Maar er is evengoed de preventieve kant’, stelt het raadslid. ‘Bij diefstal of agressie gaan we niet naar de zorg kijken, dan achten we het rechtmatig om goed en adequaat in te grijpen. Maar tegelijkertijd moeten we wel naar de lange termijn durven kijken.’

Preventie en repressie moeten volgens Dada-Anthonij ‘hand in hand’ gaan. ‘We mogen niet vergeten dat deze mensen geen onderdak hebben. Er schuilt vaak een verslavingsproblematiek achter hun problemen, zoals alcohol- en drugsgebruik. En wanneer je de hele dag niets te doen hebt, ga je hangen. Van verveling ga je gekke dingen doen. Heb je geen geld? Dan ga je stelen, vermits je niets te verliezen hebt. Dat is geen goedkeuring, maar een vaststelling.’

Bed, bad, brood(winning)?

Hoe kunnen criminaliteit en overlast dan worden voorkomen? ‘Dat is niet zo simpel als wat je op rechts vaak heel luid hoort roepen, zoals deze mensen “het land uitgooien”’, stelt raadslid Dada-Anthonij. ‘Ze hebben, hoe je het ook wendt of keert, gewoon rechten. Het is belangrijk dat we duurzame oplossingen zoeken.’

‘Dat gebeurt nu niet, en dat komt voort uit een deel van de politiek dat zich er niet aan wil zetten’, bekritiseert ze. ‘En als je geen oplossing wil vinden, ga je die ook niet op de juiste manier zoeken.’

Volgens haar partij D66 is de sleutel tot succes ‘tweeledig’, te beginnen met ‘het bieden van bed, bad en brood op een kwalitatief acceptabel niveau’. ‘Daarmee voorkomen we dan dat mensen op straat gaan rondstruinen zonder geld, gaan stelen en wellicht drugs gebruiken.’

‘Ik wil gewoon werken. De rest regel ik dan wel zelf.’

Het liefst ziet de sociaal-liberale partij dat deze groep, de uitgeprocedeerde asielzoekers, de mogelijkheid krijgt om te werken. ‘Vrijwilligerswerk, of zelfs betaalde arbeid. We staan in Nederland te springen om personeel. We halen zorgmedewerkers, legaal, uit andere landen om hier in ziekenhuizen en zorginstellingen aan de slag te gaan. Ik heb niet het waanidee dat iedereen als verpleegkundige aan het bed in een verzorgingshuis kan staan. Maar we schreeuwen ook om mensen die met hun handen kunnen werken.’

Laura van der Hoeven, coördinatrice van het Ubuntuhuis, bevestigt: ook zij ziet in werk een grote gamechanger, groter zelfs dan opvang voorzien. ‘Als ze het kunnen betalen, regelen ze graag hun eigen plek om te slapen’, vertelt Van der Hoeven. ‘Tijdens een groot overleg tussen instanties, waarbij het ging over meer opvangbedden, zei een Marokkaanse jongen eens: “Ik wil gewoon werken. De rest regel ik dan wel zelf.”’

Opvang blijft een belangrijke factor om kwetsbare, uitgeprocedeerde asielzoekers zorg te bieden. Het is een gevoelig onderwerp, waarbij ‘de belastingbetaler’ regelmatig wordt aangewezen als degene die hier financieel voor opdraait.

‘Maar wat vele malen duurder is dan een fatsoenlijke opvang mét maaltijden en dagbesteding, is een repressieve aanpak en continue herhaling hiervan. Omdat we deze mensen niet in beeld krijgen’, zegt Dada-Anthonij. ‘We hebben behoefte aan langdurige opvanglocaties die flexibel kunnen worden ingezet. Iedere keer opnieuw afbouwen en opnieuw opzetten kost de belastingbetaler juist handenvol geld.’

Schreeuw om aandacht

De negatieve beeldvorming die de afgelopen jaren ontstond, is er mee schuldig aan dat er meer draagvlak is voor een repressie van voor preventie, vindt Dada-Anthonij . ‘Ik lees en hoor vaak dat er een vluchtelingencrisis is. Nee, er is een asielcrisis. We hebben onze capaciteiten sinds de grotere instroom van vluchtelingen in 2015 alleen maar afgebouwd. Terwijl we wisten dat dit zich nog een keer zou kunnen voordoen.’

‘Uiteindelijk hebben we het over mensen. We willen allemaal gehoord worden, gezien worden en bijdragen.’

Ze verwijst ook naar de brief van Utrechts burgemeester Sharon Dijksma, waarin die steun vroeg aan de gemeenteraad voor een stevigere aanpak van overlast en criminaliteit door “veiligelanders”. Een landelijke schreeuw om aandacht, noemt Dada-Anthonij het.

‘Zij weet het ook niet meer. We zitten daar allemaal voor de inwoners van Utrecht, daar zijn we goed van doordrongen. Hun veiligheid staat op de eerste plaats. Maar tegelijkertijd hebben we ook zorg te dragen voor deze mensen. Ondanks het feit dat ze problemen veroorzaken, kunnen zij ook zelf slachtoffer worden van dit geweld.’

In de wijk Lombok hoopt de burgemeester grip op de situatie te krijgen met camera’s, winkelstewards, een team van gemeentelijke handhavers en nog meer ontzeggingen van toegang tot de wijk. ‘Burgemeester Dijksma zou dit liever ook niet doen’, stelt Venita Dada-Anthonij. ‘Maar ze ziet geen andere uitweg meer. Dit is een gezamenlijke schreeuw van ons allemaal naar de landelijke politiek. Pak die asielcrisis nou eens aan.’

Het is een op het eerste oog egoïstisch perspectief, waarbij de Nederlandse samenleving en belastingbetaler beter af kunnen zijn wanneer ook uitgeprocedeerde asielzoekers opvang, dagbesteding en zorg worden geboden. ‘Maar uiteindelijk hebben we het vooral over mensen. We willen allemaal gehoord worden, gezien worden en bijdragen.’

Doorschuiven en wegpesten

De schreeuw om aandacht van de Utrechtse gemeenteraad moet de landelijke politiek laten zien dat er sprake is van een nationale kwestie in plaats van een lokale. ‘Het is een probleem van heel Nederland’, schreef Dada-Anthonij samen met haar partijgenoot Maarten Koning in een opinie in het Algemeen Dagblad.

‘Wat ten grondslag ligt aan de huidige overlast in Lombok is falend landelijk beleid en gemeenten die in deze asielcrisis hun verantwoordelijkheid niet nemen met het bieden van opvangplekken’, stellen de lokale D66’ers in het opiniestuk. ‘Overlastgevers uit heel het land komen naar Utrecht.’

Meer nog: vanuit zijn rol als wijkagent ziet Emile Vermeulen ‘dat we in heel Europa met hetzelfde probleem zitten’. ‘Iedereen is maar aan het doorschuiven en wegpesten. Ook wanneer iemand welwillend is om een vast bestaan op te bouwen, krijgt hij hier geen voet aan de grond.’

‘In de wisselende samenstelling van de groep “veiligelanders” zien we dat sommige mannen de ene maand een woordje Duits spreken, de volgende maand spreken uitgeprocedeerde asielzoekers die naar Utrecht komen opeens Spaans’, stelt Vermeulen vast. ‘Dan weet je dat een ander land weer flink heeft huisgehouden.’

‘We kunnen wel nog meer bekeuringen uitschrijven. Maar of dat wat uithaalt? Nee. Morgen staat er weer een andere groep.’

Wanneer Nederland harder gaat optreden, duwt dat veel uitgeprocedeerde mensen ongetwijfeld weer weg naar een ander land, veronderstelt Vermeulen. ‘Dan zullen ze in Duitsland binnenkort zeggen: “Hey, deze mannen spreken een woordje Nederlands.”’

In Utrecht verschuift de overlast na ruim een jaar strenge handhaving, en de politie schuift nog altijd mee. ‘Wanneer de incidenten grover worden, wordt van ons verwacht dat we de druk opvoeren en nog meer optreden’, vertelt Vermeulen. ‘We kunnen wel nog meer gebiedsverboden uitdelen en nog meer bekeuringen uitschrijven. Maar of dat wat uithaalt? Nee. Morgen staat er weer een andere groep.’

Utrecht lijkt daarmee een klein plekje te zijn geworden op een Europees waterbed. Maar de realiteit voor de inwoners blijft dat een groep mensen overlast veroorzaakt in hun buurt, en dat die zich door de stad blijven verplaatsen door de repressieve aanpak. Het laat een spoor van overlast, geweld en diefstal achter in de stad.

Een lotsbestemming die ook voor Brussel is weggelegd wanneer het beleid voor de repressieve aanpak blijft kiezen. In dat geval zal de Brusselse politie, net als die in Utrecht, in de zomer van 2024 nog altijd moeten dweilen met de kraan open.