Venezuela op de rand van de zelfvernietiging

Analyse

Venezuela op de rand van de zelfvernietiging

Venezuela op de rand van de zelfvernietiging
Venezuela op de rand van de zelfvernietiging

Venezuela staat, ondanks een van de grootste olie- en gasvoorraden in de wereld, op het punt failliet te gaan. Dit kan ook het einde betekenen van de Bolivariaanse revolutie. De dood van de legendarische leider Chávez had een zware impact. Voor het eerst sinds 1998 stemt de kiezer er tegen het “chavisme”.

President Maduro heeft het na twee jaar nu zelf ook toegegeven. Het land bevindt zich in een economische noodtoestand.

‘Een crisis die de sociale stabiliteit en de verworvenheden van de voorbije 15 jaar in gevaar kan brengen’, zei Maduro in zijn toespraak, waarbij 17 jaar chavisme werd “gevierd”.

Er viel jammer genoeg niets te fêteren, zo bleek uit de cijfers die de Centrale Bank van Venezuela half januari vrij gaf. De inflatie liep vorig jaar op tot 180,9 procent terwijl de economie kromp met 5,7 procent. Volgens het IMF zou de inflatie in 2016 kunnen oplopen tot 720 procent.

Economische noodtoestand

Het is moeilijk te vatten, leven met een inflatie van 700 procent. Toen er in de jaren zeventig sprake was van inflatie in Latijns-Amerika, betekende dat dat mensen hun loon kregen uitbetaald en onmiddellijk naar de winkel trokken om het op te kopen, want de volgende dag was dat nog maar een fractie waard. Maar zelfs die mogelijkheid hebben de Venezolanen niet want in verschillende sectoren ligt de productie stil en zijn de winkelrekken leeg bij gebrek aan toeleveringen.

De productie ligt stil in verschillende sectoren en de winkelrekken zijn leeg

Sinds enkele dagen is nu de economische noodtoestand van kracht in Venezuela. Het decreet werd door het dissidente congres afgewezen, maar het hooggerechtshof heeft die afwijzing verworpen. Die noodtoestand is zestig dagen geldig en eenmalig verlengbaar en geeft de president de bevoegdheid om uitzonderlijke maatregelen te nemen.

Zo werd vorige week de benzineprijs, die in Venezuela belachelijk laag is, voor het eerst in 20 jaar lichtjes opgetrokken. Ook het complexe systeem van wel vier wisselkoersen voor de omruiling van dollars naar bolivars, de lokale munteenheid, werd aangepast.

Het decreet maakt het ook mogelijk dat de regering speciale maatregelen neemt om handelswaren door te laten aan havens en luchthavens door geldende voorschriften tijdelijk op te heffen.

Het geeft ook de mogelijkheid om het monetaire systeem te verstrengen en de toegang tot lokale en buitenlandse valuta te bemoeilijken. Zo wordt er zelfs gefluisterd over een corralito voor de bolivar, met andere woorden een beperking van het bedrag dat mensen wekelijks kunnen afhalen.

Olie is geen voedsel

De belangrijkste oorzaak van dit economisch debacle is de val van de olieprijs. Die is gedaald van 100 dollar naar slechts 25 (of 19) dollar per vat, dat is nauwelijks meer dan de productiekost. En het ziet er naar uit dat daar in 2016 niet veel verandering in gaat komen.

De Venezolaanse economie is uitermate afhankelijk van zijn olie-export, die 95 procent van de inkomsten genereert

L.C. Nøttaasen / Flickr (CC by 2.0)

De val van de olieprijs is de belangrijkste oorzaaak voor de financiële malaise.

L.C. Nøttaasen / Flickr (CC by 2.0)​

De Venezolaanse economie is uitermate afhankelijk van zijn olie-export, die 95 procent van de inkomsten genereert. Dit betekent echter ook dat het land het grootste deel van zijn voedsel, consumptiegoederen en onderdelen voor de binnenlandse industrie moet importeren.

De voorbije vijftien jaar is die afhankelijkheid van de olie-inkomsten en van import van alles wat geen olie is, nog toegenomen.

Onder Chávez hebben heel wat sectoren van de nationale economie het moeilijk gehad omdat de Venezolaanse Kamer van Koophandel, de Fedecamaras, op ramkoers zat met de president. Het was toenmalig voorzitter van Fedecamaras, Pedro Carmona, die achter de staatsgreep zat om Chávez van de macht te verdrijven in 2002.

De vorige regering schreef de tekorten in de winkels steevast toe aan een boycot van de producenten. Zij zouden die koopwaar opzettelijk achterhouden. De overheid ontkende lange tijd dat het geen structureel economisch probleem betrof.

De werkelijkheid onder oog zien

President Nicolas Maduro, Hugo Chávez’ opvolger, heeft dat probleem nu kennelijk begrepen en benadrukt de noodzaak om tot een dialoog te komen. Hij roept hiervoor zelfs de hulp in van het parlement. Nochtans bestaat het sinds de parlementsverkiezingen van 6 december jongstleden vooral uit rechtse oppositieleden, verenigd in een brede coalitie onder de noemer Democratische Eenheid (Mesa de Unidad Democratica, MUD).

De president heeft ook een Nationale Raad voor Productieve Economie opgericht. Deze moet alle sectoren verenigen om de economie te diversifiëren en de extreme afhankelijkheid van olie af te bouwen. Het gaat om de olie en gas-sector, de petrochemie, de landbouwindustrie, mijnbouw, telecommunicatie, bouw, militaire industrie en toerisme. Die zouden volgens Maduro opnieuw de ‘motor van de economie’ moeten worden.

Staatsgreep via sluipweg

Een andere opmerkelijke maatregel is de oprichting van een nieuwe staatsoliemaatschappij, naast de al bestaande staatsbedrijf Petróleos de Venezuela (PDVSA). Die nieuwe oliemaatschappij zal in handen komen van het leger, met de staat als hoofdaandeelhouder. De naam is Camimpeg: Compañía Anónima Militar de Industrias Mineras, Petrolíferas y de Gas. Het bedrijf moet instaan voor het onderhoud en de productie van de oliebronnen.

Sommigen hebben het over een stilzwijgende staatsgreep van het leger.

De nieuwe oliemaatschappij komt in handen van het leger, met de staat als hoofdaandeelhouder

Het huidige staatsoliebedrijf PDVSA, ooit de trots van Venezuela, heeft immers zware averij opgelopen onder het chavisme. Enerzijds door gebrek aan deskundige beheerders, anderzijds doordat er onvoldoende terugvloeide naar investeringen in het bedrijf. De inkomsten moesten immers de sociale programma’s, de zogeheten Misiones, financieren.

Door de lage olieprijs is het bedrijf zodanig in moeilijkheden gekomen dat president Maduro aan China hulp is gaan vragen. Vorig jaar heeft China de PDVSA een lening toegekend van 50 miljard dollar, terug te betalen in olie.

Nicolas Maduro zou intussen aan China uitstel van betaling hebben gevraagd.De lening is immers aangegaan aan een prijs van 40 dollar per vat, terwijl dat nu onder de 25 dollar gezakt is.

Het congres wil alvast onderzoeken hoe het met de boekhouding van PDVSA is gesteld en waar die 50 miljard dan wel naartoe is gevloeid.

Olie blijft heel belangrijk voor Venezuela. Het is een van de landen met de grootste bewezen olie- en gasvoorraden en een van de belangrijkste leveranciers aan de Verenigde Staten.

In het kader van de Bolivariaanse Revolutie en de ALBA-akkoorden heeft Venezuela ook goedkope olieleveringen lopen aan 17 bevriende landen, via het programma van Petrocaribe. Olie was ook het bindmiddel van de buitenlandpolitiek. Nu het land zelf in moeilijkheden zit, stelt de vraag zich of die contracten op dezelfde basis kunnen behouden blijven.

Domino-effect

Volgens Venezuela-specialist David Smilde van WOLA, een Amerikaanse denktank over Latijns-Amerika, zijn al de maatregelen die de regering Maduro nu neemt vijgen na pasen. Volgens hem zal Venezuela, met een olieprijs van 30 dollar (intussen is die al gezakt naar 25 tot 19 dollar) een groot tekort hebben. Zelfs als het de wisselkoers wijzigt en de olieprijzen en elektriciteitsprijzen optrekt.

Vorig jaar was er al een grote schaarste van basisproducten en stonden de burgers urenlang in wachtrijen aan de winkels.

Aan de huidige olieprijs zal het inkomen in 2016 uit olie rond de 24 miljard dollar liggen. Minstens de helft hiervan moet het Zuid-Amerikaanse land besteden aan de aanzuivering van schulden. Ongeveer 10 miljard dollar zijn behouden voor de import van afgewerkte producten.

Dit bedrag vertegenwoordigt nog geen derde van de 32 miljard dollar die in 2015 naar de geïmporteerde producten ging. Nochtans was er vorig jaar al een grote schaarste van basisproducten waarvoor de burgers urenlang in wachtrijen aan de winkels stonden aan te schuiven.

DerMikelele / Flickr (CC by-nc 2.0)

Lange rijen mensen schuiven aan bij een supermarkt.

DerMikelele / Flickr (CC by-nc 2.0)​

Verschillende analisten vrezen voor een failliet, met verstrekkende gevolgen, ook buiten de Venezolaanse landsgrenzen. Ook de Britse bankholding Barclay’s ziet de donkere wolk al hangen. Analist Ricardo Hausmann vraagt zich in de Financial Times af of Venezuela de eerste vallende domino is in een nieuwe crisis. Hij vergelijkt de situatie met de Argentijnse economische crash van december 2001.

‘Vorig jaar waren er drie mogelijkheden voor Maduro’, stelt Smilde. ‘Of hij wijzigde zijn economisch beleid, ofwel zou hij de komende twee jaar weggestemd worden, of hij zou minder democratisch optreden.’ Volgens Smilde heeft Maduro voor het tweede gekozen: hij heeft niet ingegrepen in de economische structuur en werd in het parlement in december weggestemd. En erg democratisch is Maduro ook niet geweest, vindt Smilde. Hij sloot Antonio Ledezma, de burgemeester van Caracas, op en veroordeelde oppositieleider Leopoldo Lopez tot bijna 14 jaar gevangenisstraf.

Minder geld, meer geweld

De crisis doet ook de criminaliteitscijfers stijgen. Volgens het Venezolaanse observatorium voor geweld (OVV) is een vijfde van de moordslachtoffers in de Amerika’s een Venezolaan. Samen met El Salvador heeft het land de hoogste misdaadcijfers van de regio.

Een vijfde van de moordslachtoffers in de Amerika’s is Venezolaan

Ook de procureur-generaal geeft toe dat deze cijfers op zijn minst problematisch zijn.

Volgens het OVV dragen verschillende elementen bij tot die onveiligheid. De institutionele afbraak, de arbitraire vormen van machtsuitoefening, de alom aanwezigheid van vuurwapens en sociale relaties gebaseerd op het gebruik van wapens zijn cruciale oorzaken.

Maduro president af voor zijn tijd?

Te midden van zoveel crisisfactoren hoeft het niet te verwonderen dat de oppositie, na talloze pogingen, haar slag kon slaan bij de parlementsverkiezingen van 6 december van vorig jaar.

De grondwet wijzigen zal niet zonder slag of stoot gaan, het hooggerechtshof staat immers nog sterk aan de kant van het chavisme

Niet zozeer omdat MUD wist te overtuigen met een sterk programma, de unie speelde in op de grote vermoeidheid bij de kiezer ten aanzien van het revolutionaire ideaal van het chavisme.

Zo’n 2 miljoen kiezers zouden politiek afgehaakt hebben volgens Ignacio Ramonet, voormalig directeur van het Franse maandblad Le Monde Diplomatique.

MUD is een coalitie zonder echt afgelijnd programma en is samengesteld uit zeer uiteenlopende partijen: Primero Justicia, met Henrique Capriles als leider; Acción Democratica, met Henry Ramos Allup, Un Nuevo Tiempo met Luis Emilio Rondón en Voluntad Popular met de gevangen Leopoldo López.

Deze democratische unie werkt intussen aan een amnestiewet om de politieke gevangenen Ledezma en Lopez vrij te krijgen.

Daarnaast wil MUD ook zo snel mogelijk van president Maduro af. Hoewel zijn ambtstermijn in principe nog loopt tot 2019, tasten ze verschillende sporen af om deze in te korten. Ofwel door een referendum te organiseren, wat volgens de grondwet mogelijk is. Ofwel door de grondwet te wijzigen waardoor een president slechts vier jaar aan de macht zou blijven in plaats van zes jaar, zoals nu het geval is.

Jakob / Flickr (CC by 2.0)

De tegenstand tegen de huidige politieke klasse wordt alsmaar groter.

Jakob / Flickr (CC by 2.0)​

Dat zou betekenen dat Venezuela begin 2017 presidentsverkiezingen zou houden.

Deze wijziging van de grondwet zal niet zonder slag of stoot gaan, het hooggerechtshof staat immers nog sterk aan de kant van het chavisme en zou daarom weerwerk kunnen geven.

Intussen probeert president Maduro te redden wat er te redden valt. Sinds begin februari heeft hij een ‘Congres van het Vaderland’ opgezet, waarbij promotieploegen in de 24 departementen de bolivariaanse revolutie moeten heropwaarderen. Centraal hierbij staat de ontwikkeling van inspraak in en deelname aan de revolutie.

Of deze poging van de laatste kans het tij kan keren, is nog maar de vraag.

Noodlanding of tragisch te pletter

De Venezolaanse socioloog Edgardo Lander gaat nog een stap verder. Volgens hem kan een oppositie zonder reëel alternatief geen oplossing bieden voor deze crisis. In een interview zegt hij: ‘Zowel de politieke als de economische crisis wordt toegeschreven aan de dalende olieprijzen, alsof we met een olieprijs van 100 dollar geen problemen zouden hebben. We zitten in een langdurige crisis. Een productiemodel gebaseerd op rente en herverdeling en opnieuw rente en herverdeling is niet houdbaar. En toch gebeurt het altijd opnieuw. Men had, toen Chavez een grote legitimiteit had, de samenleving moeten aanzetten om in te gaan tegen die rente-economie, maar in plaats daarvan heeft men de legitimiteit nog versterkt.

‘Zowel de politieke als de economische crisis wordt toegeschreven aan de dalende olieprijzen, alsof anders geen problemen zouden hebben.’

In plaats van te zoeken naar veranderingen in het productiemodel en naar een andere denkwereld over de samenleving die we willen, waar we naartoe willen, heeft men de logica van herverdeling versterkt.

We staan voor een lange weg, met de terminale crisis van het rentemodel. Er is geen scenario voor een landing, het wordt beslist een noodlanding.’

Lander geeft ook aan hoe diep de verblinding zit: ‘De politieke polarisering heeft zo’n vormen aangenomen dat het denkvermogen ernstig werd aangetast. Er is een soort filter die alles verandert in regering of oppositie. Er is een onvermogen om verder te kijken dan de conjunctuur, om te zien wat er ons als samenleving overkomt.’

Door de polarisering wordt alles bekeken in het nu, er is geen ruimte om de waan van de dag te overstijgen, aldus Lander. Er is volgens de socioloog een collectieve blindheid omdat de polarisering alles bepaalt en dat kan wel eens leiden tot burgeroorlog of gewelddadige confrontaties.

De verticale controlelogica heeft de bovenhand gehaald en de participatieve democratie is de kop in gedrukt. De antwoorden op de crisis de afgelopen twee jaar zijn niet solidair maar individualistisch en competitief geweest. Als proces van maatschappelijke verandering is het fundamenteel mislukt, zo luidt zijn harde verdict.