‘Voor lobbyisten is Europa het Wilde Westen’

Analyse

Ook bedrijven en politici buigen voor het grote geld

‘Voor lobbyisten is Europa het Wilde Westen’

06 maart 2023

Wie bij desinformatie alleen denkt aan trollenfabrieken die werken vanuit de krochten van duistere regimes: ‘think again’. Desinformatie is net zo goed gelinkt aan de legale bedrijfswereld in westerse landen. MO* onderzocht de mysterieuze raaklijn tussen propaganda en bedrijfswereld.

Halverwege januari 2023 sloeg een grootschalige poging tot manipulatie als een boemerang terug in het gezicht van de regering van Azerbeidzjan. De spinoperatie van het dictatoriale staatje ontvouwde zich nadat een Australische academicus zijn naam gezet had onder een misleidend artikel over de blokkade van de Lachin-corridor. Een Brits intermediair publicrelationsbedrijf had hem daartoe overtuigd. Nietsvermoedend onderschreef professor Bill Laurence het artikel.

Toen het artikel nadien terechtkwam bij de in Brussel gebaseerde nieuwssite EUobserver gingen daar enkele rode lichtjes branden. EUobserver weigerde het te publiceren. De voornaamste reden daarvoor was een manifeste onwaarheid in de tekst: Azerbeidzjaanse militairen die de Lachinregio blokkeren, werden in het stuk voorgesteld als ecoactivisten die de mijnbouw in het gebied probeerden te stoppen.

In werkelijkheid is de mijnbouw de laatste van hun zorgen. Hun bedoeling is vooral om de 120.000 etnische Armeniërs in het gebied af te snijden van de buitenwereld, wat een humanitaire ramp veroorzaakt. De link met ecoactivisme is je reinste propaganda van het Azerbeidzjaanse regime.

Er was een campagne om een positief beeld te schetsen van Rwanda: die behelsde ‘meer dan 100 artikels per maand in traditionele mediakanalen’.

De krant nam daarop contact op met professor Laurence. Die haalde op zijn beurt verhaal bij de betrokken pr-firma, BTP+Advisers. Wat bleek? BTP+Advisers had Laurence erin geluisd. In het telefoongesprek met Laurence bevestigden ze dat de Azerbeidzjaanse regering hun betaalde om artikels met zulke halve waarheden en hele leugens te slijten aan westerse persgroepen. Ze wilden de legitimiteit van hun propaganda een boost geven door er een welluidende naam uit de academische wereld aan te verbinden.

Hetzelfde artikel stond ook klaar voor publicatie bij het Amerikaanse tijdschrift The National Interest. Maar net als bij EUobserver veegde de redactie het artikel van tafel toen bleek hoe de vork in de steel zat.

Op zijn website vermeldt BTP+Advisers niets over hun werk voor de regering in Azerbeidzjan, maar andere campagnes schijnen wel licht op hun werkwijze. Er was een campagne om een positief beeld te schetsen van Rwanda: die behelsde ‘meer dan 100 artikels per maand in traditionele mediakanalen’.

Het pr-bedrijf spreekt daarbij onder meer over gerenommeerde media als The Guardian, The Washington Post en National Geographic. BTP+Advisers blijkt niet bereikbaar voor commentaar. We contacteerden hen via de e-mailadressen die geafficheerd worden op de website, maar kregen geen antwoord.

Een screenshot van een webpagina van BTP+Advisers

Imagobeheer

Bovenstaande case is slechts het topje van de grote ijsberg die manipulatie, grootkapitaal en geopolitieke belangen huisvest. Het is een schimmige wereld van lobbyisme, die grotendeels verborgen blijft voor het grote publiek. Slechts af en toe komt de waarheid aan de oppervlakte, zoals in de case-Laurence van hierboven.

De werkwijze is steeds dezelfde. Een regime dat in de problemen zit, schakelt voor grof geld een pr-bedrijf in om zijn imago wit te wassen in de wetgevende machtscentra van deze wereld, in de eerste plaats Washington en Brussel. Het pr-bedrijf probeert dan het beleid te beïnvloeden met gerichte campagnes op sociale media en via meetings met parlementsleden, of door gekleurde nieuwsartikels uit te sturen naar de media van de betrokken landen.

De pers manipuleren, of toespraken in het Europees Parlement houden die door dictatoriale regimes gesponsord blijken: het hoeft niet gezegd dat zo’n zaken de democratie ondermijnen.

Dat bedrijven zo’n pr-campagnes voeren, is geen nieuws. Een van de meest waanzinnige pr-campagnes uit de geschiedenis kwam uit de koker van een pr-bedrijf. Aangestuurd door sigarettenfabrikant Philip Morris bedacht publicrelationsgoeroe Edward Bernays rond 1930 de torches of freedom-campagne, die vrouwen moest aanzetten tot roken. De campagne werd een daverend succes en Bernays werd door Life benoemd tot een van de honderd invloedrijkste Amerikanen van de 20ste eeuw.

Maar dat dictatoriale regimes ook aan public relations doen, is minder bekend. In de meest extreme gevallen komt daar zelfs geen pr-bedrijf aan te pas. Dat was zo bij de propaganda die het Griekse Europarlementslid Eva Kaili bleek te maken voor Qatar. Ook in dit geval was het doel om een positief imago te creëren. In een speech voor het Europees Parlement had Kaili in de weken voorafgaand aan het WK de Qatarese arbeidshervormingen geprezen.

Ze beschreef het organiserende land van de wereldbeker voetbal voor het voltallige Europees Parlement als ‘een goede buur en partner’. De wereldbeker was volgens haar het bewijs hoe ‘sportdiplomatie een historische transformatie kan betekenen voor een land, met hervormingen die de hele Arabische wereld inspireerden’. Mensenrechtenactivisten vielen van hun stoel van totale verbijstering.

De pers manipuleren, of toespraken in het Europees Parlement houden die door dictatoriale regimes gesponsord blijken: het hoeft niet gezegd dat zo’n zaken de democratie ondermijnen.

© Belgaimage / AFP

Ook dictatoriale regimes doen aan public relations. Europarlementslid Eva Kaili (links) bleek vorig jaar goedbetaalde propaganda voor Qatar te maken.

© Belgaimage / AFP

Europa versus vs

De zaak-Kaili én de zaak-Laurence tonen aan hoezeer Europa blijkt af te hangen van toevalstreffers om onkiese pr-affaires te ontmaskeren. Dat stelt ook de Amerikaanse onderzoeker Ben Freeman, die verbonden is aan het Quincy Institute for Responsible Statecraft en al tien jaar allerhande vormen van lobbyisme bestudeert. ‘Wat lobbyisme betreft, is Europa het Wilde Westen’, stelt hij onomwonden.

Wat betreft controle op lobbyisme mogen de Verenigde Staten zich ver boven Europa verheven voelen. Het grote verschil? In de VS ben je als behartiger van buitenlandse belangen verplicht om je te registreren. In Europa kán dat – er bestaat een register –, maar het is niet verplicht en er zijn ook nauwelijks voor- of nadelen aan verbonden.

Hoe verschillend de VS en Europa kijken naar lobbyisme maakt de zaak-Manafort duidelijk. Op 27 oktober 2017 viel het doek over de activiteiten van de heer Paul Manafort. Een New Yorkse rechtbank klaagde de Amerikaanse lobbyist aan voor onder meer samenzwering tegen de Verenigde Staten en in het geheim werken voor een buitenlandse mogendheid.

Sinds 2014 hield de inlichtingendienst FBI Manafort al in de gaten, wegens verdenking van criminele zakelijke transacties tijdens lobbyactiviteiten voor pro-Russische politici in Oekraïne. Daarmee zouden Manafort en zijn consultingbedrijf in de loop van een decennium 75 miljoen dollar verdiend hebben.

De lobbyist zou dat geld deels witgewassen hebben. Maar wat de Amerikaanse justitie hem daarnaast aanwreef, is dat Manafort niet ingeschreven stond in het register voor lobbyisten (de Foreign Agents Registration Act, kortweg FARA). Het is voldoende om Manafort de gevangenis in te draaien.

In 2020 komt hij vrij, halverwege z’n straf, na een pardon van toenmalig president Donald Trump. De twee kennen elkaar goed: Manafort was Trumps campagneleider in de aanloop naar diens verkiezing in 2016. Manafort heeft een lange staat van dienst als lobbyist. Hij behartigde sinds de jaren ‘80 onder meer de belangen in de Verenigde Staten van de dictators Ferdinand Marcos (Filippijnen), Mobuto Sese Seko (DR Congo) en de Angolese anticommunist Jonas Savimbi.

Het probleem is dat aan het Europese Transparantieregister geen enkele verplichting vasthangt. Lobbyisten kiezen in Europa zelf of ze hun activiteiten registreren.

Voor z’n pro-Russische broodheren in Oekraïne liet Manafort het werk op het terrein opknappen door twee verschillende pr-bedrijven: Mercury Public Affairs en Podesta Group, voor een bedrag van 1,71 miljoen dollar.

Het FARA-register biedt een relatief gedetailleerd inzicht in hun inspanningen. Er werden ontmoetingen georganiseerd met leden van het Amerikaanse Congres en hun personeelsleden, met verschillende ngo’s en mediakanalen. Het gaat om uiteenlopende media, van gekende nepnieuwswebsites als Breitbart News en RightDC tot mainstreammedia zoals Associated Press en The Washington Post.

Om een zweem van legitimiteit te verlenen aan de lobbyactiviteiten richt Paul Manafort het ‘European Centre for a Modern Ukraine’ (ECMU) op. Dat klinkt als een eerbiedwaardige denktank. Maar in de FARA-documen-ten staat dat ECMU rechtstreeks betaald wordt door de Partij van de Regio’s, de partij van Viktor Janoekovytsj, Oekraïens president van 2010 tot 2014. Ook de analisten van de website LobbyFacts.eu bevestigen dat ECMU een spreekbuis is van de belangen van het – door Vladimir Poetin gesteunde – regime van Janoekovytsj.

Wat opvalt: ECMU vermeldt een adres in Brussel als hoofdkwartier. De organisatie oefent dus ook activiteiten uit op Europees grondgebied. LobbyFacts.eu kan via opensourcedata met zekerheid zeggen dat het Centre for a Modern Ukraine minstens 50.000 heeft uitgegeven aan lobbycampagnes in het Europees Parlement. Waarschijnlijk gaat het in werkelijkheid zelfs over een hoop meer geld.

LobbyFacts.eu haalt zijn gegevens uit het Europese Transparantieregister. Het probleem is dat aan dat register dus geen enkele verplichting vasthangt. Lobbyisten kiezen in Europa zelf of ze hun activiteiten registreren.

In de VS is die registratie dus wél verplicht. Wie zich als behartiger van buitenlandse belangen niet registreert in FARA, riskeert een boete en gevangenisstraf. Die mogen dan wel beperkt zijn, maar hierdoor biedt het FARA-register tenminste enig zicht op de activiteiten van lobbyisten in de VS.

Aan onze kant van de oceaan valt niet met zekerheid te zeggen wat Manaforts pro-Russische lobbyactiviteiten hier precies inhielden, terwijl hij voor dezelfde feiten in de Verenigde Staten de gevangenis in werd gedraaid.

‘Europa blijft op dit vlak enorm achter’, zegt Hans van Scharen, beleidsmedewerker bij Corporate Europe Observatory, een organisatie die lobbywerk in Europa onderzoekt. Hij pleit dan ook in de eerste plaats voor de oprichting van een Europese tegenhanger van FARA. ‘Een register met verplichte registratie is het strikte minimum.’

Laten de media zich gebruiken?

Terug naar het “European Centre for a Modern Ukraine”. In 2014 verdween de organisatie uit beeld, na de val van de Oekraïense president Janoekovytsj. Ze heeft tot op vandaag nog wel een actief Twitterkanaal, maar de laatste tweet dateert van maart 2014, luttele weken nadat Janoekovytsj de benen nam naar Moskou. Een van de laatste tweets linkt naar een artikel op BuzzFeed en in de Kyiv Post: ‘Een 22-stappengids om te begrijpen waarom de Krim voor annexatie bij Rusland stemde en waarom Oost-Oekraïne de volgende aan de beurt kan zijn’.

‘Als het over nepnieuws gaat, komen professionele pr-bedrijven zelden in beeld.’
Lee Edwards, London School of Economics

Profetische woorden, weten we vandaag. Maar het stuk staat tegelijk bol van de desinformatie en maakt al helemaal geen gewag van de fraude die gepaard ging met vermelde “referendum”. Het artikel is niet terug te vinden in de FARA-lijsten, maar de Russische vingerafdrukken van zijn onmiskenbaar. Het is vintage desinformatie, regelrecht uit de stal van het Kremlin.

Wat opvalt: Kyiv Post noch BuzzFeed staan te boek als gecorrumpeerde media. Net zo min als The New York Times, The Washington Post en vele andere media – en toch duiken ze geregeld op in de lijsten van FARA. We contacteerden de schrijver van het Buzz-Feed-artikel om te vragen of hun artikel gebaseerd was op informatie van het ECMU, zonder succes.

Het 22 stappenartikel is maar een van de vele voorbeelden van hoe pr-bedrijven de publieke opinie proberen te beïnvloeden via schijnbaar onafhankelijke denktanks door artikels te pushen in traditionele mediakanalen. Voor wie dit soort zaken onderzoekt, is het inderdaad verbijsterend hoe low-profile deze bedrijven kunnen opereren. Zeker in vergelijking met de impact die ze hebben op de publieke opinie, en op de hoeveelheid geld die erin ronddraait.

© Reuters / Lucas Jackson

Paul Manafort (midden, in de boeien) werd onder meer aangeklaagd omdat hij niet ingeschreven stond in het register voor lobbyisten in de VS.

© Reuters / Lucas Jackson

‘Georganiseerd liegen’

‘Als het over nepnieuws gaat, wordt de verantwoordelijkheid doorgaans bij sociale platforms en bij de mediabedrijven zelf gelegd. Zelden komen professionele pr-bedrijven in beeld’, schrijft Lee Edwards, professor aan de London School of Economics in de onderzoekspaper Organised lying and professional legitimacy. ‘Narratieven uit de pr-industrie worden voorgesteld als ethisch, waar en betrouwbaar, terwijl ze eigenlijk dubieus zijn’. Edwards gebruikt in deze context de term ‘georganiseerd liegen’.

MO*talks: Wie betaalt de rekening van desinformatie?

MO*journalist John Vandaele praat erover met onderzoekster Nathalie Van Raemdonck, technologiesocioloog Ben Caudron, Charlotte Michils van de Vlaamse Vereniging van Journalisten en VRT-journalist Tim Verheyden.

Dinsdag 28 maart, 19.30 uur
In RITCS-café, Brussel.
Gratis inkom. Inschrijven via info@mo.be

Meer informatie

Hoewel FARA op sommige vlakken vrij gedetailleerd is, blijft het wel grotendeels gissen naar de werkelijke impact van de lobbyisten. FARA maakt bijvoorbeeld wel melding van welke mediakanalen gecontacteerd zijn, maar slechts zelden staat vermeld welke artikels er dan precies gepubliceerd werden. Dat blijft giswerk. Zeker omdat de mediakanalen slechts zelden melding maken van de werkelijke motieven of achtergrond van de auteur. En dat geldt des te meer wanneer het gaat over opiniestukken.

‘Het is heel moeilijk om lobbyisten ervan te beschuldigen desinformatie te verspreiden als het probleem gewoon ingebakken zit in de manier waarop de media werken.’
@AfricaNews-Feeds

Dat is een groot probleem, zegt ook de Amerikaanse mediacriticus Adam Johnson, in een opiniestuk op zijn eigen blog The Column. ‘Zelfs als je accepteert dat informatie kopiëren van organisaties die miljoenen aanvaarden van Golf-dictaturen (…) niet per definitie corrumperend is, zouden die belangenconflicten op zijn minst duidelijk moeten worden aangegeven. Zo krijgen mediaconsumenten een volledig beeld over de krachten die ons beleid vormgeven.’

Soms zijn die contacten ook gewoon clandestien. In 2016 schreef The Guardian dat de Amerikaanse tv-presentator Larry King 225.000 dollar geaccepteerd zou hebben om de toenmalige Oekraïense premier Mykola Azarov te interviewen in 2011. Azarov was een sleutelfiguur in de regering-Janoekovytsj. Het interview is niet bepaald kritisch te noemen, ook al is enkele weken eerder de belangrijkste oppositiefiguur Joelia Tymosjenko gevangengezet na een schijnproces. Haar naam valt in het interview zelfs niet.

Connecties

‘Als journalist word je verondersteld om per week vijf à tien verhalen te produceren. Wat verwacht je dan?’, reageert @AfricaNews-Feeds in een gesprek met MO* op Twitter. De man, die zichzelf ‘mensenrechtenonderzoeker’ noemt, wijst op het berichtenplatform geregeld individuele journalisten die “informatie” van denktanks en lobbygroepen overnemen op hun verantwoordelijkheid.

‘Als journalisten dan een kant-en-klaar-verhaaltje wordt voorgelegd, is dat wel zo gemakkelijk. Ik merk op dat ze keer op keer naar dezelfde lobbyisten en pr-bedrijven kijken voor informatie. Openheid naar de lezer hierover is virtueel onbestaand. Ik ken geen enkel mediakanaal dat zich hier niet aan bezondigt’, stelt hij.

Sterker nog: ‘De meeste journalisten antwoorden zelfs niet wanneer ik hen wijs op foute informatie die ze overnamen van lobbyisten. Zo wordt het wel heel moeilijk om de lobbyisten te beschuldigen van het verspreiden van desinformatie, als het gewoon ingebakken zit in de manier waarop de media werken.’

As we speak

Terwijl ik schrijf aan dit artikel, valt er een e-mail op de mat die de normaliteit van deze praktijk perfect weergeeft. Hij komt van een pr-consultant die werkt voor het bedrijf ABCommunication en bevat een persuitnodiging. Daarin wordt de belofte uitgesproken om duidelijkheid te verschaffen over de stof fluorpolymeren, een verzamelnaam voor stoffen waarvan teflon de bekendste is. Ietwat dramatisch luidt de hoofding van de mail: ‘Waarom er een meltdown van de samenleving dreigt als fluorpolymeren over dezelfde kam te worden geschoren als PFAS’.

Daarmee verwijzen ze naar de forever chemicals die, waar ze ook opduiken, voor allerhande gezondheidsproblemen zorgen. ABCommunication wil de pers graag op de hoogte brengen van het verschil tussen het schadelijke PFAS en deze fluorpolymeren. Helemaal boven in de mail staat in ’t klein een logo van de geldschieter: GFL Productions, een Indiaas bedrijf dat fluorpolymeren fabriceert.

De persconferentie vond plaats op 31 januari. Enkele uren nadien verschenen er al meteen twee artikels online die het verhaal van ABCommunication klakkeloos overnamen, bij Bloomberg Law en Omroep Zeeland. Of hoe een Indiase chemiegigant indirect goedkope advertentieruimte koopt, vermomd als krantenartikel.

Lobbyen versus belangen behartigen

Hans van Scharen van Corporate Europe Observatory duidt op een belangrijk verschil tussen lobbyisme en belangenbehartiging – advocacy in het jargon. ‘Een bij kan niet zomaar het Europees Parlement binnenvliegen om een betoog af te steken over de schadelijke effecten van pesticiden. Daarvoor heb je ngo’s nodig, die de belangen van de bij behartigen. Want wie verdedigt anders het algemene belang?’

Het onderscheid tussen desinformatie en lobbyisme is fluïde en doet vooral beroep op het ethisch kompas van de betrokkenen.

Het is een relevante opmerking. Maar waar ligt de lijn die het cynische geldbejag van de lobbyist onderscheidt van de behartiging van het algemene belang? ‘Dat is de vraag van één miljoen’, stelt Freeman. ‘Om te weten welke contracten problematisch zijn, maken onderzoekers doorgaans een triage. Die is gebaseerd op drie criteria: wat is de relatie van de lobbyist of het pr-bedrijf met de buitenlandse regering? Hoeveel geld is ermee gemoeid? En ten slotte: wat is de impact op het beleid?’

Het onderscheid tussen desinformatie en lobbyisme is fluïde en doet vooral beroep op het ethisch kompas van de betrokkenen. Maar het lijdt geen twijfel dat er een kloof gaapt tussen een ngo-medewerker die zich inspant voor het welzijn van de bijtjes en een EU-parlementslid met Qatarese dollars opgestapeld in sporttassen.

Deze analyse werd geschreven voor het lentenummer van MO*magazine. Vind je dit artikel waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.