Waarom Belgische banken best niet in fossiele brandstoffen investeren

Analyse

Waarom Belgische banken best niet in fossiele brandstoffen investeren

Waarom Belgische banken best niet in fossiele brandstoffen investeren
Waarom Belgische banken best niet in fossiele brandstoffen investeren

Als een klimaatakkoord de overgang naar een groene economie bespoedigt, dreigen investeringen in fossiele brandstoffen waardeloos te worden. MO* vroeg Belfius, BNP Paribas/Fortis, KBC, ING en Argenta of ze dat soort investeringen al hebben stopgezet ten voordele van investeringen in een groene economie.

De geldstromen in de sector van de fossiele brandstoffen behoren tot de grootste ter wereld. Hoewel we eigenlijk zouden moeten afkicken van fossiele brandstoffen om de klimaatverandering tegen te gaan, investeren banken en pensioenfondsen nog onafgebroken in deze sector. Al die financiële producten kunnen waardeloos worden als een klimaatakkoord de overgang naar een groene economie bespoedigt.

De waarde van de zogenaamde stranded assets [investeringen die na verloop van tijd hun waarde dreigen te verliezen]  wordt geschat op 6 triljoen dollar. Het Internationaal Energie Agentschap waarschuwt zelfs dat twee derde van alle tot op vandaag bewezen energiereserves niet meer verbrand zal kunnen worden. Het beleggersadviesbureau Kepler Cheuvreux schat dat het gaat om een bedrag van 28 triljoen dollar dat in de komende twee decennia in een zwart gat kan verdwijnen. En dat onze banken kan doen omvallen.

Steeds meer beginnen grote spelers dit risico ernstig te nemen. De G20 –waaronder de VS, Rusland, Saoudi-Arabië, Australië, China en India– heeft al een doorlichting gevraagd aan de Financial Stability Board in Basel om dat risico in te schatten. Het resultaat van die doorlichting wordt in juli verwacht.

Naar aanleiding van de VN-top over Klimaat die Ban Ki Moon in september vorig jaar organiseerde, werd ook het Montreal Carbon Pledge-initiatief gelanceerd. Dat spoort beleggers aan jaarlijks de carbon footprint –het CO2-gehalte– van hun beleggingsportefeuille te meten en te publiceren, in overeenstemming met de doelstellingen zoals die voorop gesteld worden door de Coalitie voor het Koolstofarm maken van de Portefeuilles, de zogenaamde Portfolio Decarbonization Coalition (PDC). Ze telt twaalf leden die een investeringsbedrag van 45 miljard dollar vertegenwoordigen. Tegen de klimaatconferentie van Parijs eind 2015 zou dat 100 miljard dollar moeten worden.

MO* wou weten of onze Belgische banken wakker liggen van zo’n risico’s en of ze er ook aan denken om investeringen in fossiele brandstoffen stop te zetten.

Vuil geld

Als vertrekpunt voor deze bevraging namen we het onderzoek Dirty Profits III van het internationale nonprofit consortium Facing Finance, waar ook de Belgische ngo Fairfin deel van uitmaakt. Het Dirty Profits III- onderzoek is uitgevoerd tussen 2012 en 2014.

Volgens het onderzoek investeren de volgende banken in de volgende bedrijven (investeringen uitgedrukt in miljoen euro):

10,3

3,1

164

92,6

16,7

-

409

1899

3408

409

1899

3408

105

33

350

31

46

9,07

187

500

2081

327

263

1071

0,61

-

-

0,85

-

-

Aan de banken die in het onderzoek genoemd zijn, vroegen we of die investeringsportefeuille sinds dit onderzoek wezenlijk is gewijzigd en in welke richting? We vroegen ook wat de bank doet om de transitie naar een lage koolstofeconomie te bespoedigen.

(Deutsche Bank is mee opgenomen in het _Dirty Profits-_onderzoek, maar heeft niet geantwoord op onze vragen.)

Hebben de banken hun investeringsbeleid aangepast?

BELFIUS

Belfius heeft een historisch uitstaand bedrag van 13 miljoen euro kredieten in conventionele energie.

Voortgaande op het onderzoek, laat Belfius weten dat het momenteel nog over een historisch uitstaand bedrag beschikt van 13 miljoen euro aan kredieten in het domein van de conventionele energie. Een groot aandeel van die kredieten (10 miljoen euro) wordt terugbetaald tegen einde 2017 en het saldo wordt afgelost tegen 2020.

Deze kredieten hebben betrekking op drie projecten van elektriciteitsproductie met aardgas, waarvan één project een luik warmtekrachtkoppeling bevat. Belfius financiert geen activiteiten die verband houden met de productie of ontginning van olie of gas, aldus de bank.

BNP Parisbas Fortis

BNP Paribas Fortis gaat niet meteen in op de cijfers van het onderzoek. De bank stelt in het algemeen dat ze voor maatschappelijk gevoelige sectoren een verantwoord beleid voert dat aan specifieke criteria moet voldoen op het vlak van verantwoord ondernemen.

BNP wees de financiering van 20 steenkoolcentrales af, goed voor 138 ton CO2 per jaar.

Overweegt de bank zelf ook om te desinvesteren? BNP-Paribas/Fortis: ‘De bank weigert projecten die niet voldoen op het vlak van energie-efficiëntie en best practices op het vlak van klimaat. Zo heeft de bank de financiering afgewezen van meer dan 20 steenkoolcentrales (goed voor 138 ton CO2 per jaar) omdat ze niet aan de criteria voldeden.’

BNP Paribas Investment Partners is wel één van de eerste mainstream vermogensbeheerders die de Montreal Carbon Pledge ondertekende. Daarmee verbindt de onderneming zich ertoe om de CO2-voetafdruk van zijn beleggingsportefeuilles jaarlijks te meten en de resultaten te publiceren in overeenstemming met de Portfolio Decarbonization Coalition (PDC). Die ondersteunt eigenaars van activa die hun CO2-exposure willen afbouwen.

KBC

Op de vraag of KBC bereid is om zijn kapitaal weg te halen uit de fossiele brandstoffen, luidt het antwoord: ‘KBC is een bankverzekeringsgroep, geen beleggingsvehikel. De bank belegt voor 80 procent in staatsobligaties en obligaties van regionale overheden en houdt zelf nauwelijks kapitaal aan bij bedrijven, laat staan bij bedrijven die fossiele brandstoffen stimuleren.’

‘De eerstvolgende decennia zullen fossiele brandstoffen een onmisbaar deel blijven van de totale energiemix.’

‘Belangrijk voor ons is in de eerste plaats dat we niet beleggen in bedrijven die op onze zwarte lijst staan: bedrijven die betrokken zijn bij  (essentiële onderdelen van) controversiële wapensystemen of bedrijven die beoordeeld worden als de “ergste overtreders van de Global Compact-principes van de Verenigde Naties. KBC belegt ook niet in producten die gebaseerd zijn op de prijsevolutie van agrarische grondstoffen.’

Het energiebeleid, zo stelt Vic Van de Moortel, verantwoordelijke Corporate Social Responsibility van KBC, is een “en-en-en”-verhaal. De bank onderschrijft de algemeen erkende “trias energetica”: energie-efficiëntie komt op de eerste plaats, vervolgens hernieuwbare waar mogelijk. Fossiele brandstoffen moeten zo zuinig mogelijk ingezet worden.

‘De eerstvolgende decennia zullen fossiele brandstoffen een onmisbaar deel blijven van de totale energiemix, of we dat nu wenselijk achten of niet. Uiteraard volgen we de problematiek op en sturen we bij waar nodig. De specifieke energiedichtheid van fossiele brandstoffen is zo uniek dat ze momenteel nog steeds zo goed als onvervangbaar zijn voor tientallen toepassingen.’

‘Een vliegtuig op batterijen is met de huidige stand van de techniek –op enkele experimenten na–  niet haalbaar. Vanuit deze context lijkt het opzetten van een ban op investeringen in oliebedrijven niet meteen de meest aangewezen oplossing. KBC gelooft in initiatieven inzake rationeel energiegebruik (“de meest groene energiestroom is de vermeden stroom”), hernieuwbare energie en zuinige, rationele aanwending van fossiele brandstof.’

KBC overweegt geen uitdoofbeleid voor investeringen in fossiele brandstof, behalve voor wat betreft de SRI-fondsen.

KBC overweegt daarom geen uitdoofbeleid voor investeringen in fossiele brandstof, behalve voor wat betreft de SRI-fondsen (fondsen op het domein van verantwoord ondernemen). ‘In het beleid rond SRI-fondsen in energieproductie stellen we expliciet als criterium: “Een bedrijf moet het aandeel van eindige (en/of onveilige, en/of milieubelastende) bronnen in zijn energiemix verlagen ten voordele van hernieuwbare bronnen”.’

We bekijken wel hoe we verdere stappen kunnen ondernemen, maar leggen vandaag liever de focus op positieve samenwerking met bedrijven en externe partners zoals Leuven Klimaatneutraal 2030 en Stadslab 2050 om klimaatwijziging tegen te gaan, dan bedrijven a priori uit te sluiten.

ING

ING is sinds de verzelfstandiging van NN Group (de Verzekeringsmaatschappij Nationale Nederlanden) geen institutionele belegger meer, laat de bank weten. Hierdoor passen de gegevens zoals door Fairfin verzameld en gepubliceerd, niet meer bij de huidige karakteristieken van ING als bank.

ING benadrukt de ommezwaai die de bank maakte naar ondersteuning van initiatieven op het spoor van duurzame transitie.

‘Als bank hebben we onze twijfels over kredietverlening aan bedrijven en sectoren die straks het nakijken hebben’, verklaart Christopher Stean, hoofd Leningen van de commerciële ING-bank. Toch stelt Stean eveneens, in een adem met ronkende duurzaamheidsverklaringen:  ‘Volgens sommige ngo’s zouden we aan bedrijven in traditionele energiebronnen helemaal geen geld moeten lenen. Olie en gas zijn echter voor veel economieën nog altijd van essentieel belang en we blijven die economieën steunen.’

Voor investeringen in steenkool hanteert de bank een herzien beleid: ‘De restricties op de activiteiten die we willen financieren, zijn flink aangescherpt: onze focus ligt hier vooral op recycling, afvalbeheer en saneringsactiviteiten.’

ARGENTA

Argenta is een kleine bank die zich niet meteen herkent in het rijtje. De bank wijst erop dat ze geen rechtstreekse leningen geeft aan bedrijven maar specifiek gericht is op gezinnen en particulieren, om hen bij te staan om financieel gezond te leven.

Op de vraag naar wijzigingen ten aanzien van de Dirty Profit-studie, antwoordt Argenta dat er nog geen structurele wijzigingen zijn gebeurd maar dat men deze zomer een beleid hierrond wil uitwerken.

Argenta stelt dat ze als bank duurzame beleggingsfondsen aanbiedt, hoewel in enkele fondsen nog wel aandelen zitten zoals deze van Chevron. De beleggingsfondsen die ze aan hun klanten aanbieden, worden gestructureerd door Petercam en Carmignac.

Lees morgen wat de Belgische banken in de aanbieding hebben om de transitie naar een koolstofarme economie te bespoedigen.