Geen staakt-het-vuren, wel belofte voor wapenembargo
Waarom de Berlijnconferentie over Libië een fiasco was
De conferentie van Berlijn over Libië, op zondag 19 januari, eindigde in mineur. Er werd geen permanent staakt-het-vuren afgesproken. De aanwezige landen beloofden wel om geen wapens te leveren aan de strijdende partijen.
EU-buitenlandvertegenwoordiger Josep Borrell, Duits minister van Buitenlandse Zaken Heiko Maas, Duits Bondskanselier Angela Merkel, VN Secretaris-Generaal Antonio Guterres en VN-gezant voor Libië Ghassan Salame tijdens de Berlijnconferentie op 19 januari.
© POOL New / Reuters
E ven leek het dat de conferentie van Berlijn over Libië, op zondag 19 januari, tot een doorbraak zou kunnen leiden door de sterke vertegenwoordiging van de rechtstreeks betrokken landen bij het conflict in Libië. Maar de berg baarde een muis.
Een permanent staakt-het-vuren werd niet bereikt, en er werd geen actieplan voorzien om de afspraken te doen naleven. Wel beloven de aanwezige landen om zich te onthouden van wapensteun aan de strijdende partijen en om het politieke proces geleid door de VN te steunen.
De twee hoofdrolspelers in het conflict, Fayez El-Serraj die aan het hoofd staat van de internationaal erkende regering (GNA) in Tripoli en zijn tegenstander Khalifa Haftar, de leider van het Libische Nationale Leger (LNA), waren aanwezig in Berlijn, maar praatten niet met elkaar. Ze beloofden wel dat ze vertegenwoordigers zullen afvaardigen om tot een bestand te komen.
De ruk van Khalifa Haftar
De situatie in Libië kwam de voorbije weken in een stroomversnelling terecht.
In april 2019 lanceerde Khalifa Haftar een offensief om de hoofdstad Tripoli te veroveren. Eerder deze maand boekte hij eindelijk succes. Zijn troepen drongen de stad Sirte binnen, de geboorteplaats van de overleden dictator Moamar Khaddafi. Ondanks de 500 kilometer afstand van hoofdstad Tripoli is die stad van groot strategisch belang. Tot de recente overwinning stond de stad onder controle van de milities die de internationaal erkende regering van Serraj steunen.
Na de verovering van Sirte voerde Haftar een aanval uit op de stad Misrata, dat tussen Tripoli en Sirte ligt. De hoofstad leek binnen handbereik.
De internationale gemeenschap is nooit consequent geweest in haar houding ten opzichte van Libië.
Haftar dankt de overwinning aan de militaire steun die hij krijgt van de generaal van Egypte en de Arabische Emiraten, maar ook van Rusland. Moskou ging de voorbije maanden over tot het leveren van munitie en soldaten. Er is sprake van het inzetten van huurlingen van de Wagner Group, de privémilitie gelinkt aan het Kremlin die de Russische interventie in Syrië leidde.
De regering van Tripoli, onder leiding van El-Serraj, kreeg daarop steun van Turkije. In december hadden beide landen een overeenkomst afgesloten, die begin januari door het Turkse parlement werd goedgekeurd. Daardoor kreeg Turkije toegang tot grondstoffen in het Middellandsezeegebied en stemde het in om, indien nodig, troepen naar Libië te sturen. Dat gebeurde vooralsnog niet, althans niet in groten getale, maar beelden die op sociale media circuleren, tonen wel de aanwezigheid van enkele Syrische huurlingen — in opdracht van Turkije — in de straten van Tripoli.
Ankara is daarom de belangrijkste bondgenoot van de regering Serraj. Want ook al kwam die regering tot stand onder leiding van de internationale gemeenschap: diezelfde internationale gemeenschap is nooit consequent geweest in haar houding ten opzichte van Libië.
Zo bieden de Verenigde Staten en de Europese Unie alleen lippendienst aan de internationaal erkende regering van Tripoli. Hun dubbelzinnigheid is in een feite een steun voor Khalifa Haftar. Zowel Frankrijk als de Amerikaanse president Trump zijn ervan overtuigd dat Haftar de man is op wie ze kunnen rekenen. Niet alleen om economische deals te sluiten, maar ook in de strijd tegen terrorisme en tegen irreguliere immigratie vanuit Afrika.
Een tweede Syrië?
De openlijke militaire aanwezigheid van zowel Rusland als Turkije werd beschouwd als een gevaarlijke escalatie. Het conflict in Libië kostte de voorbije jaren aan duizenden mensen het leven en dreef duizenden anderen op de vlucht.
Het opvoeren van de militaire betrokkenheid van buitenlandse machten zal van Libië een tweede Syrië maken. Maar dat is voorlopig nog niet het geval. Zowel Rusland als Turkije lijken het niet zo ver te willen laten komen. Op 8 januari riepen ze de strijdende partijen in Libië op om een staakt-het-vuren in acht te nemen. Poetin nodigde Serraj en Haftar uit om in Moskou een formeel bestand te ondertekenen. De president van de internationaal erkende regering ging op de uitnodiging in, maar Haftar weigerde om te ondertekenen.
‘De vraag is ook of de strijdende partijen bereid zijn om tot een overeenkomst te komen.’
Zowel Rusland als Turkije hebben enorme economische en strategische belangen in Libië wat de toenadering verklaart tussen de twee landen in deze kwestie. Maar het lukte hen niet om de strijdende partijen tot een formele overeenkomst over te halen. Rusland heeft slechts beperkte invloed op Haftar. Dat zegt Libië-expert Claudia Gazzini van de International Crisis Group in een reactie op de uitkomst van de Berlijnconferentie over Libië.
‘De situatie in Libië is erg ingewikkeld. De Arabische landen die net als Rusland achter generaal Khalifa Haftar staan, zien een toenadering tot Turkije helemaal niet zitten. Zowel de Verenigde Arabische Emiraten als Egypte en Saoedi-Arabië zijn gekant tegen de toenemende invloed van Ankara in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. De vraag is ook of de strijdende partijen in Libië zelf bereid zijn om tot een akkoord te komen. De bevolking wil vrede maar de rivaliserende milities willen vooral hun machtsgreep behouden’, zegt Claudia Gazzini.
In Libië is er een intern conflict over macht, een conflict tussen landen die om economische en strategische belangen in Libië aanwezig zijn, maar ook een meer globale strijd in de regio die draait rond de plaats van de Moslimbroeders in het politieke spectrum.
Khalifa Haftar gebruikt de retoriek van de strijd tegen terrorisme om zijn oorlog te legitimeren. Voor hem zijn de machthebbers in Tripoli, waar de Moslimbroeders deel van de macht uitmaken, terroristen. Ook Egypte en de Arabische Emiraten beschouwen de Moslimbroeders als hun aartsvijand. Daartegenover staat dat de Moslimbroeders een belangrijke politieke rol spelen in Turkije.
De vrees van veel tegenstanders van Haftar is dat de gepensioneerde generaal een dictatuur installeert.
‘Er is dus een kloof tussen landen die van mening zijn dat de Moslimbroeders een rol kunnen hebben in de toekomst van de moslimwereld en de landen die daartegen zijn’, zegt Claudia Gazzini. ‘Maar breder dan dat is er die decennialange competitie tussen Turkije en de Arabische landen over wie de leiding over de moslimwereld zou moeten hebben: Turkije, erfgenaam van het Ottomaanse rijk, of de Arabische monarchieën’, zegt de expert van de International Crisis Group.
Maar dat breed conflict over de plaats van de Moslimbroeders, dat als intellectueel en religieus wordt beschouwd, verbergt op zijn beurt een andere strijd. De strijd om democratie die nu aan de gang is in de regio.
Hoe verder?
De internationale spelers herhaalden in Berlijn dat ze niet geloven in een militaire oplossing voor Libië en dat ze het vredesproces dat geleid wordt door de VN blijven steunen. Maar de machtsverhoudingen op het terrein zijn veranderd.
De internationaal erkende regering van Fayez El-Serraj is zwakker dan ooit. Khalifa Haftar is sterker geworden. En blijkbaar heeft hij ook aan populariteit gewonnen. De bevolking wil stabiliteit zodat ook aan de basisvoorzieningen voldaan kan worden. Maar de vrees van veel tegenstanders is dat de gepensioneerde generaal en nieuwe dictatuur installeert en dat Libië een tweede Egypte wordt.
MO*journalist Samira Bendadi sprak ook over de Berlijnconferentie in De Ochtend op Radio 1 op 20/01/20.