Automatisering van menselijke arbeid is niet alleen een first world problem
Kan een arbeider uit het Globale Zuiden wel concurreren met een robot?
Je job verliezen aan een robot is geen first world problem. Automatisering van menselijk werk kan enorme gevolgen hebben voor het Globale Zuiden en bestaande conflicten aanwakkeren. Daarom moeten we globaal over technologie nadenken.
Voorlopig is de grote meerderheid van de Indische werknemers kortgeschoold, en werken ze in jobs die erg gevoelig zijn voor automatisering.’
Public domain (CC0)
Je job verliezen aan een robot. Het lijkt een first world problem dat enkel relevant is voor westerlingen. Maar niets is minder waar. Automatisering van menselijk werk kan enorme gevolgen hebben voor het Globale Zuiden en bestaande conflicten aanwakkeren. En net daarom moeten we globaal over technologie nadenken.
In januari was het weer zover. In het Zwitserse dorpje Davos vond het Wereld Economisch Forum plaats, de hoogmis van onze globale economische elite. En één van de belangrijkste debatonderwerpen voor die elite is al jaren automatisering en robotisering van menselijke werk, ze maken zich dus zorgen.
Onderzoek toont al langer aan dat vooruitgang in robotisering en kunstmatige intelligentie misschien voor een golf van automatisering van menselijke arbeid zorgt. Studies zoals die van Frey en Osborne uit 2013 stellen dat 47 procent van alle Amerikaanse jobs in de nabije toekomst het risico lopen om geautomatiseerd te worden, een scenario dat voor grote werkloosheid en een toename in ongelijkheid zou zorgen.
In België vertaalde de VUB die bezorgdheden recent nog in het Homo Roboticus event, waar de universiteit via kunst en wetenschappelijk debat inging op wat robots betekenen voor onze maatschappij.
Toch blijft er één grote afwezige in dat gesprek en debat over robotisering en werkgelegenheid: het Globale Zuiden. De meeste van onze technologische discussies gaan over het Globale Noorden, maar ondertussen concentreren heel wat risico’s van robots zich in regio’s van het Globale Zuiden, zoals Afrika. Zo lopen die landen achter op het gebied van investeringen in technologie en digitale vaardigheden, en zou een doorgedreven automatisering hun ontwikkeling moeilijker maken.
Volgens eminent econoom Dani Rodrik dreigt er zelfs een “premature de-industrialization”, een situatie waarbij een economie al de-industrialiseert voordat het de voordelen van industrialisatie ten volle ervaart.
Reshoring
‘De kost van arbeid stijgt in heel wat delen van het Globale Zuiden, maar tegelijk daalt de kost van robotica in het Westen’, vertelt Karishma Banga, onderzoeker bij het Britse Overseas Development Institute (ODI) waar ze digitalisering van Afrikaanse economieën bestudeert. ‘Op een bepaald punt zullen die curves kruisen en zal het goedkoper worden om een robot in het Westen in het zetten, dan een arbeider in het Globale Zuiden. Volgens ons onderzoek komt dat punt er voor een sector zoals de Keniaanse meubelindustrie rond het jaar 2033.’
Robotisering brengt een golf van “reshoring” op gang, waarbij robots in het Westen offshore werk in het Globale Zuiden overnemen. Een proces dat vandaag al speelt
Robotisering brengt dus een golf van zogenaamde “reshoring” op gang, waarbij robots in het Westen offshore werk in het Globale Zuiden overnemen. Een proces dat vandaag al speelt. Bovendien riskeren regio’s, zoals het Afrika continent, de boot van digitalisering te missen door een lage investering erin. ‘Als de digitale kloof blijft bestaan is er de kans dat zij veel minder voordeel halen uit deze evolutie dan het Westen’, stelt de onderzoekster.
Maar niet enkel reshoring vormt een bedreiging. Ook inheemse automatisering dreigt interne conflicten aan te wakkeren. Tot die conclusie kwam Daniel B. Le Roux, docent aan het Zuid-Afrikaanse Stellenbosch University waar hij een onderzoeksgroep leidt die werkt rond technologie.
‘Ik zag dat er praktisch niemand over automatisering in Zuid-Afrika praatte, dus deed ik maar zelf een onderzoek’, blikt hij terug. Hij paste de methodiek van Frey en Osborne toe op Zuid-Afrika en kwam tot de conclusie dat 35 procent van de Zuid-Afrikaanse jobs in de nabije toekomst automatiseerbaar zijn.
‘Dat is niet extreem hoog’, stelt hij. ‘Maar vergeet niet dat Zuid-Afrika al een gigantisch hoge werkloosheidsgraad heeft, meer dan 27 procent volgens de laatste tellingen, en we zijn daarnaast één van de meest ongelijke landen ter wereld. Automatisering kan die trends erger maken en we moeten hier zeker meer aandacht aan besteden.’
‘Vergeet niet dat Zuid-Afrika al een gigantisch hoge werkloosheidsgraad heeft, meer dan 27% volgens de laatste tellingen, en we zijn daarnaast één van de meest ongelijke landen ter wereld. Automatisering kan die trends erger maken en we moeten hier zeker meer aandacht aan besteden.’
© Kuzkid (CC BY-SA 4.0)
Landbouwconflict
Eén van de gebieden waar automatisatie dramatisch kan zijn is landbouw. Zo is de Zuid-Afrikaanse landbouw sterk geïntegreerd in de globale economie, grotendeels in handen van blanke grootgrondbezitters en organiseren arme landarbeiders zich steeds meer voor hogere lonen.
‘Ergens in de wereld zit er waarschijnlijk nu een programmeur zich het hoofd te breken over hoe je een bepaalde landbouwtaak automatiseert’, vertelt hij. ‘En dat is een teken aan de wand. Machines zullen enkel goedkoper en slimmer worden’
Die situatie is nu al volatiel, en gewelddadige rellen komen regelmatig voor. Robots aan die cocktail toevoegen kan dus explosief zijn. ‘Landbouw is een goed voorbeeld omdat Zuid-Afrikaanse commerciële boeren erg geglobaliseerd zijn’, vertelt Le Roux. ‘Ze kunnen dus net zoals Europese boeren de laatste machines van pakweg John Deere kopen. In Zuid-Afrika zijn de lonen van landarbeiders natuurlijk lager dan in Europa, wat automatisatie misschien afremt. Maar de prijs van technologie zal blijven dalen. Tegelijk mobiliseren landarbeiders zich voor hogere lonen. Dus uiteindelijk zal die wiskunde ons naar automatisering leiden. Daarnaast willen boeren vaak geen last ondervinden van arbeidsconflicten en vakbonden, wat automatiseren nog aantrekkelijker maakt.’
En dat is niet zomaar een kleine economische niche. In Zuid-Afrika alleen zijn er ongeveer een miljoen landarbeiders. En hoewel Le Roux benadrukt dat niet al die jobs automatiseerbaar zijn, begint het risico wel toe te nemen. ‘Ergens in de wereld zit er waarschijnlijk nu een programmeur zich het hoofd te breken over hoe je een bepaalde landbouwtaak automatiseert’, vertelt hij. ‘En dat is een teken aan de wand. Machines zullen enkel goedkoper en slimmer worden.’
Niet meer outsourcen
En ook in Azië kan automatisering voor problemen zorgen, vindt Urvashi Aneja, hoofd van Tandem Research, een denktank rond technologie uit het Indische Goa, en daarnaast fellow bij het Britse Chatham House.
‘Het Globale Zuiden moet ook aandacht besteden aan automatisatie’, vertelt ze. ‘Heel veel landen hier steunen voor hun competitiviteit op lage lonen. En als de kost van van robots daalt in het Globale Noorden valt dat competitief voordeel weg. Iets wat nu trouwens al aan de gang is.’
‘Natuurlijk zorgt technologische innovatie misschien voor nieuwe jobs. Maar voorlopig is de grote meerderheid van de Indische werknemers kortgeschoold, en werken ze in jobs die erg gevoelig zijn voor automatisering’
Een groeimodel dat steunt op outsourcing wordt dus steeds moeilijker. Wat zeker relevant is voor Indië, dat in grote mate steunt op sectoren die te duur werden voor het Globale Noorden. ‘Het export-gedreven model van economische groei dat heel wat Aziatische landen volgden, zal niet meer zo goed werken’, vertelt ze. ‘Natuurlijk zorgt technologische innovatie misschien voor nieuwe jobs. Maar voorlopig is de grote meerderheid van de Indische werknemers kortgeschoold, en werken ze in jobs die erg gevoelig zijn voor automatisering.’
Aneja benadrukt wel de diversiteit binnen het Globale Zuiden. Zo is China een globaal leider in onderzoek naar kunstmatige intelligentie, en een regio als Latijns-Amerika steunt eerder op een eigen diensteneconomie dan op outsourcing. Maar de dreiging is er wel, zelfs voor een middeninkomenland zoals India. ‘Het zal niet onmiddellijk gebeuren’, stelt Aneja. ‘Er moet nog heel wat technologische innovatie gebeuren. Maar automatisering kan zorgen voor een daling van het aantal jobs, wat onze al hoge werkloosheid niet ten goede zal komen en de informele economie nog zal doen stijgen omdat mensen geen formele jobs meer vinden.’
‘Automatisering kan zorgen voor een daling van het aantal jobs, wat onze al hoge werkloosheid niet ten goede zal komen en de informele economie nog zal doen stijgen omdat mensen geen formele jobs meer vinden.’
© ICA Plants (CC BY-SA 3.0)
Basisinkomen of niet?
Maar hoe moet het Globale Zuiden hierop reageren? Karisma Banga vindt dat Afrikaanse landen betere infrastructuur moeten bouwen, zoals elektriciteitsvoorzieningen en internetverbindingen, beter tech-transfers moeten organiseren met buitenlandse bedrijven en hun bevolking beter moeten opleiden. Het doel: Afrikaanse landen en bedrijven meekrijgen met nieuwe technologie zodat ze innovatie mee sturen in plaats van ondergaan.
Volgens Banga is automatisering voorlopig niet het grootste probleem van Afrika. ‘Ik denk dat ze nog een ruimte hebben van een twintig à dertigtal jaar om industrie op te bouwen. In de tussentijd is inzetten op het dichten van de digitale kloof belangrijker om ervoor te zorgen dat Afrikaanse landen niet achterblijven.’
‘Een truckchauffeur kan je niet zomaar in een vingerknip omscholen naar een softwareontwikkelaar. Dus een bestaansminimum garanderen zal belangrijk blijven’
Le Roux ziet een grotere dreiging in technologische werkloosheid. ‘Die dreiging is er volgens mij echt, en politici zetten er helemaal niet op in’, vertelt hij. ‘Het maakt geen deel uit van ons politiek debat, en dat zou het wel moeten zijn.’
Voor zijn beleidsrecepten kijkt hij wel vooral naar het Westen. ‘Experimenten met een basisinkomen zijn volgens mij onontbeerlijk’, vertelt Le Roux. ‘Het heropleiden van ontslagen werknemers is een mogelijkheid, maar dat gaat maar zo ver. Een truckchauffeur kan je niet zomaar in een vingerknip omscholen naar een softwareontwikkelaar. Dus een bestaansminimum garanderen zal belangrijk blijven.’
Lokale context
Aneja is opnieuw sceptisch voor een basisinkomen. ‘Het is op de eerste plaats moeilijk te betalen’, vertelt ze. ‘En daarnaast zijn er een reeks Indische staten die al met iets gelijkaardig experimenteren. Tegelijk zien we een toenemende privatisering van basisdiensten zoals onderwijs en gezondheidszorg, waardoor die uitkeringen gewoon terug verloren gaan aan stijgende kosten.’
Haar oplossing is voorlopig traditioneler. ‘We moeten blijven inzetten op basisdiensten zoals onderwijs en gezondheidszorg, die nog steeds minder te automatiseren vallen. En daarnaast is het herscholen van werknemers belangrijk.’
Maar fundamenteler moeten we debatten over technologie veel beter in lokale contexten plaatsen. ‘Technologie is altijd lokaal, terwijl we er praktisch altijd naar kijken vanuit het oogpunt van het Globale Noorden. Maar het Globale Zuiden heeft haar eigen noden, en die moeten we ook belichten in al hun diversiteit’, stelt ze.