Procedures, wachttijden en versnipperd beleid vertragen economische migratie
Waarom verliest ons land de strijd om arbeid?
Na Tsjechië en Nederland heeft België van alle Europese landen de meeste vacatures openstaan. Ook bij ons wenken ondernemingen steeds meer naar buitenlandse werkkrachten, maar ze botsen op strenge procedures. Rekrutering moet eenvoudiger, is hun pleidooi.
© Jade Yaert
Na Tsjechië en Nederland heeft België van alle Europese landen de meeste vacatures openstaan. Ook Belgische ondernemingen wenken steeds meer naar buitenlandse werkkrachten, maar ze botsen op strenge en lange procedures, vooral voor laaggeschoolde mensen. Rekrutering moet eenvoudiger, is hun pleidooi.
Het voorbije jaar ontving de VDAB 7555 vacatures voor vrachtwagenchauffeurs. Eind februari stonden daarvan nog 1495 vacatures open. Volgens de Vlaamse Bouwunie zoeken maar liefst twee op de drie Vlaamse bouwbedrijven werkkrachten. ‘De tekorten in de bouw- en in de transportsector zijn enorm’, zegt de Vlaamse werkgeversorganisatie Voka. ‘Maar we zoeken niet alleen bouwvakkers, vrachtwagenchauffeurs of zorgpersoneel. De tekorten zitten werkelijk overal.’
Vooral technische studierichtingen zitten in het Vlaamse onderwijs in het slop. Zo studeren er nog nauwelijks dakdekkers en slagers af. Grotere spelers investeren daarom zelf in opleidingen. Bij het Limburgse bouwbedrijf Tectum Group worden dakwerkers tijdens een opleiding van zeven weken klaargestoomd om meteen aan de slag te gaan. Het Belgische internationale transportbedrijf Essers biedt een opleidingstraject aan voor vrachtwagenchauffeur, een Vlaams en Europees knelpuntberoep.
‘We kijken ook naar buitenlandse rekrutering om competitief en innovatief te kunnen blijven.’
Colruyt, op zoek naar slagers (nog zo’n knelpuntberoep), zet in op opleidingen on the job. ‘We werken samen met vakscholen als partner voor stages en duaal leren (waarbij studenten leren en werken combineren, red.). Daarnaast bieden we opleidingen aan op de werkvloer’, vertelt Silja Decock, persverantwoordelijke van Colruyt Group. Rekrutering in het buitenland staat voor Colruyt niet op de agenda, aldus Decock.
Sommige ondernemingen kijken wel naar het buitenland om werknemers met de juiste vaardigheden en goesting voor werk te rekruteren. Ook naar Vlaanderen komen zo’n 150.000 EU-burgers om te werken, een verdubbeling zo blijkt uit de cijfers van de Vlaamse Dienst Economische Migratie. Maar het blijft te weinig, zeggen bedrijven.
Op de internationale arbeidsmarkt woedt een concurrentieslag om personeel. Werkgevers staan te dringen om broodnodige werknemers aan te werven. ‘We moeten eerst kijken naar de reserves in eigen land, maar daarmee komen we er niet’, zegt Voka. ‘We moeten mikken op een en-enverhaal en kijken dus ook naar buitenlandse rekrutering om competitief en innovatief te kunnen blijven.’ Alleen: voor bepaalde, vooral laaggeschoolde, profielen gaat de Belgische deur niet zomaar open, ziet Voka. ‘Er zit een politieke rem op het systeem’, klinkt het.
Waar de arbeidsmarkt en migratie elkaar raken, ontstaat complexe vaktaal. Enkele sleutelwoorden:
Knelpuntberoepenlijst
Wist je dat er in Vlaanderen twee verschillende lijsten bestaan? De knelpuntberoepenlijst van de VDAB en de lijst die de Vlaamse Dienst Economische Migratie hanteert. Dakdekker bijvoorbeeld staat, naast de 233 andere knelpuntberoepen, op VDAB-lijst met beroepen waarvan de invulling van de vacatures in Vlaanderen moeilijker verloopt dan bij andere beroepen.
De Vlaamse Dienst Economische Migratie hanteert voor de arbeidstoelatingen van buitenlandse werknemers een andere, veel beperktere lijst. Het beroep van dakdekker vind je daar niet op terug. Op die lijst staan amper 22 beroepen, afgestemd op de Europese context. Dakdekkers, zo is de redenering, vind je niet in Vlaanderen maar wel elders in Europa. Dat is anders voor bijvoorbeeld vrachtwagenchauffeurs, waar in heel Europa een groot tekort aan is, en die wel als knelpuntberoep op deze lijst prijken.
Arbeidsmarktonderzoek
Wanneer je een arbeidsvergunning voor een buitenlandse werknemer wil aanvragen, moet je aantonen of het mogelijk is om binnen een redelijke termijn een werknemer te vinden die geschikt is voor de job. Voor het arbeidsmarktonderzoek wordt niet alleen naar de Vlaamse en Belgische arbeidsmarkt gekeken, maar ook naar de Europese. De VDAB zal ook een arbeidsmarktonderzoek uitvoeren. Reken op zes tot acht weken voor dit arbeidsmarktonderzoek.
Gecombineerde vergunning
Via één uniek loket ‘Working in Belgium’ kan je een gecombineerde vergunning aanvragen: een elektronische verblijfskaart die zowel de toelating tot arbeid als verblijf bevat. Doel: administratieve vereenvoudiging, door van twee aanvragen één aanvraag te maken. Twee beleidsniveaus, het Vlaamse en het federale, moeten hierbij samenwerken. En dat loopt niet van een leien dakje.
Concreet: de Vlaamse Dienst Economische Migratie geeft de arbeidstoelating. Die onderzoekt of het dossier volledig is. Pas dan begint de behandelingstermijn en schuift de aanvraag door naar de federale Dienst Vreemdelingenzaken, die de toelating tot verblijf in ons land onderzoekt. De maximale behandelingstermijn bedraagt 120 dagen.
Vergunningenkloof
‘Dien uw aanvraag tijdig in. De Dienst Economische Migratie kent momenteel een grote toevloed aan aanvragen, waardoor de doorlooptijd tot zeven à acht weken kan oplopen!’ Met een niet te missen uitroepteken staat dit te lezen op de website van de Vlaamse Dienst Economische Migratie, waar je een zogeheten single permit voor buitenlandse werknemers kan aanvragen.
Wie als werkgever in zee wil gaan met een laaggeschoolde niet-Europese werknemer, moet deze gecombineerde vergunning aanvragen: een elektronische verblijfskaart voor zowel een toelating tot arbeid als verblijf. Het proces neemt kostbare tijd in beslag, en vaak ook meer tijd dan voorzien.
België volgt termijnen Europese richtlijn niet
Ons land zette in 2019 de Europese Singlepermitrichtlijn om naar Belgische wetgeving. Die richtlijn zou het makkelijker moeten maken voor wie van buiten de Europese grenzen in Europese lidstaten wil komen werken. België heeft die Europese richtlijn in feite verkeerd omgezet, klinkt het bij het Agentschap Integratie en Inburgering (AGII).
‘Europa voorziet in een maximale termijn van vier maanden waarin landen een gecombineerde vergunning kunnen onderzoeken, na de indiening van de aanvraag, wat op zich al ruim is’, zegt jurist vreemdelingenrecht Filipe Van Huylenbroeck van het AGII.
‘De Belgische wetgeving voorziet in een ontvankelijkheidsfase en de termijn begint pas daarna te lopen. Bovendien wordt die ontvankelijkheidsfase niet altijd strikt toegepast. We horen regelmatig verhalen van werkgevers die pas na meer dan vier maanden na de indiening van de aanvraag een eindbeslissing ontvangen van het gewest en de Dienst Vreemdelingenzaken. Dat is in strijd met de Europese richtlijn.’
De Kosovaarse Valon (pseudoniem) is sinds vorig jaar in loondienst aan de slag als dakdekker bij Tectum Group, een bouwbedrijf dat zich specialiseert in daken en gevels. Correctie: hij wás in loondienst. Want op 25 april verliep zijn gecombineerde arbeids- en verblijfstoelating om in België te mogen werken.
‘De berg openstaande vacatures blijft torenhoog.’
Sonja Teughels, arbeidsmarktexperte Voka
‘In januari, ruim op tijd, een maand vroeger dan de voorgeschreven termijn van twee maanden, vroeg ik de verlenging van zijn gecombineerde vergunning aan’, zegt hr-manager Caroline Clits. ‘We zijn drie maanden verder en hebben nog altijd geen beslissing ontvangen. Waarom het zo lang duurt, weten we niet. Morgen moet ik Valon dus vertellen dat hij thuis moet blijven, zonder loon en zonder uitkering.’
In 2022 richtte het bouwbedrijf Tectum University op, waar werkzoekenden in zeven weken de stiel van dakwerker leren. Maar niet iedereen gaat daarna ook daadwerkelijk in het bedrijf aan de slag. ‘Mensen zoals Valon zijn heel gemotiveerd om hier te komen werken. Het is behoorlijk frustrerend om hem misschien te verliezen door de enorme traagheid van ons land. Om nog maar te zwijgen van het menselijk leed wanneer iemand in een vreemd land een aantal weken of maanden zonder inkomen wordt gezet.’
Volledigheidshalve: een paar dagen na ons gesprek met Tectum Group, krijgt Valon, via tussenkomst van het kabinet van Vlaams minister van Werk Jo Brouns, een tijdelijke vergunning. ‘Een definitieve beslissing hebben we nog niet gekregen, maar gelukkig kan hij hierdoor opnieuw aan de slag’, aldus Caroline Clits.
Het vervolg (update: 12 juni 2023)
Sinds we met Valon praatten, zit er nog steeds geen schot in de zaak, laat zijn werkgever weten. De Kosovaarse dakdekker Valon (pseud.) kreeg op 2 mei wel zijn arbeidstoelating van de Vlaamse administratie, maar kreeg nog altijd geen gecombineerde vergunning. Hij moet niet alleen de (Vlaamse) toelating krijgen om te werken, maar ook om in België te verblijven. Dat proces neemt doorgaans veel tijd in beslag.
Die toelating behandelt de Dienst Vreemdelingenzaken. Het betekent nog een bijkomende ‘behandeltermijn van 10 à 12 weken’ voor Valons dossier. Zonder de gecombineerde vergunning mag hij voorlopig wel werken, maar blijft zijn verblijfssituatie onzeker en mag hij het Belgische grondgebied niet verlaten.
Geen laaggeschoolden
Op een koude lentedag zit ik in de kantoren bij Voka in hartje Brussel voor een gesprek met arbeidsmarktexperte Sonja Teughels. Ze praat moeiteloos, zonder adempauze, een uur aan een stuk over de prangende nood aan geschikte werknemers op de Vlaamse arbeidsmarkt. Het beleid volgt die nood niet, zegt Teughels stellig. ‘Jammer, want nu al is een concurrentiestrijd bezig tussen Europese lidstaten om arbeidskrachten te vinden. Als een Turkse vrachtwagenchauffeur sneller in Nederland kan beginnen dan in ons land, kiest hij eieren voor zijn geld en trekt hij naar Nederland.’
Teughels noemt de Belgische procedure voor economische migratie ‘een trechter’. Daarmee doelt ze, zo legt ze uit, op de verschillen tussen hooggeschoolde en laaggeschoolde mensen die hier willen komen werken. ‘Hooggeschoolden komen relatief gemakkelijk binnen, maar laaggeschoolden botsen sowieso op een “nee”. Ook middengeschoolde werkkrachten die buiten de veel te beperkte knelpuntberoepenlijst vallen, raken moeilijk door die trechter.’
Werkgevers die op de Belgische markt niet de geschikte mensen vinden, moeten dat aantonen, alvorens ze in het buitenland mogen rekruteren. Daar is iets voor te zeggen, kwestie van werkzoekende landgenoten een kans te geven.
© Jade Yaert
‘Maar de tekorten blijven’, aldus Teughels, ‘ook al zagen we de laatste maanden minder openstaande vacatures. Vermoedelijk staan bedrijven even op de rem om nieuwe mensen aan te werven, een gevolg van de energie- en Oekraïnecrises en de loonindexaties. Toch ben ik niet geneigd om “hoera” te roepen om dat kleine knikje. De berg openstaande vacatures blijft torenhoog.’
Voka vraagt dat ons land de procedure versoepelt om niet-Europese werknemers aan te werven. Vlaamse werkgevers vragen daarbij ook een forse uitbreiding van de knelpuntberoepenlijst. Die is nu beperkt tot 21 beroepen en geldt alleen voor hoog- en middengeschoolde mensen.
Daarnaast hekelen bedrijven ook de traagheid van de procedures voor arbeids- en verblijfstoelating, de gecombineerde vergunning. Voor die vergunning moeten twee administraties samenwerken.
Enerzijds het Vlaamse Departement Werk, dat de werkgever die de aanvraag indient controleert. Anderzijds de federale Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ), bevoegd voor de toegang tot verblijf, die de betrokken werknemer controleert. ‘De DVZ kan de Belgische asieldossiers al niet bijhouden’, zegt Sonja Teughels. ‘De traagste administratie, de DVZ, houdt de snelste op.’
In een reactie aan MO* laat staatssecretaris voor Asiel en Migratie Nicole De Moor (cd&v) weten dat ze het probleem prioritair erkent. Ze wil ook inzetten op digitalisering: ‘Dat moet tot kortere en efficiëntere procedures leiden.’ Maar De Moor wijst ook op het evenwicht tussen korte behandelingstermijnen en de nauwgezette controle van elk dossier om misbruik uit te sluiten.
Nood aan bescherming
In februari dit jaar kwam een onderzoek aan het licht naar grootschalige fraude met gecombineerde vergunningen voor Turken en Marokkanen. Meer dan 800 vergunningen werden onder de vleugels van Vlaams minister van Arbeid Jo Brouns (cd&v) en federaal staatssecretaris van Asiel en Migratie Nicole De Moor (cd&v) op pauze gezet. Dat verklaart ook de huidige langere wachttijden voor de aanvragen van gecombineerde vergunningen.
Zowel Brouns als De Moor kondigt betere beschermende maatregelen aan voor arbeidsmigranten. ‘We hebben arbeidsmigratie nodig, maar we moeten ervoor zorgen dat werknemers voldoende bescherming genieten’, klinkt het unaniem.
© Jade Yaert
Ook de Wereldbank wijst op de nood aan economische migratie om de bevolkingskrimp van rijke landen op te vangen. In een nieuw rapport benadrukt de Wereldbank de win-winsituatie: arme landen met een snelgroeiende bevolking beschikken over arbeidskrachten.
Maar, zegt de Wereldbank erbij, dat vraagt om een beter beheer van migratie. ‘Beleidsmakers zouden vooral de vaardigheden van migranten moeten koppelen aan de vraag in landen van bestemming en daarbij hun rechten zo veel mogelijk moeten beschermen’, aldus de Wereldbank.
In 2022 werd België opgeschrikt door een vermoeden van grootschalige mensenhandel op de Belgische vestiging van chemiereus Borealis. In juli 2022 waren op de bouwwerf van een nieuwe Borealisfabriek in de Antwerpse haven honderden arbeiders van Filipijnse, Bengalese, Turkse en Oekraïense afkomst illegaal tewerkgesteld. Het was een van de grootste affaires van mensenhandel en economische uitbuiting in ons land. De arbeiders waren door de Italiaanse onderaannemer Irem op de werf tewerkgesteld.
In de strijd tegen wat hij ‘een kluwen van onderaannemers’ noemt, pleit minister Brouns ervoor om strenger toe te kijken op de ketenzorg door hoofdaannemers. Hij kondigt ook hogere sancties aan voor illegale tewerkstelling, uitbuiting en sociale fraude. En hij wil vijf extra inspecteurs inzetten.
Ketenzorg
Leidt het pakket maatregelen waarop Brouns zich beroept tot een betere bescherming van derdelanders of niet-EU-onderdanen? Ik bel erover met Frederic De Wispelaere, expert bij het HIVA, het onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving (KU Leuven). Hij overlaadt me meteen met rapporten en statistieken die nuttig kunnen zijn voor mijn vragen. Het illustreert perfect de complexiteit van wat in academische kringen ‘grensoverschrijdende tewerkstelling’ heet.
De Wispelaere nuanceert de impact van het Vlaamse pakket maatregelen dat voorligt. De verantwoordelijkheid ligt bij de overheid, maar in het dossier van grensoverschrijdende tewerkstelling kan Vlaanderen eigenlijk niet zo veel doen, klinkt het. ‘Het is goed om meer inspecteurs in te zetten om de arbeidskaarten te controleren, maar de sociale inspectie situeert zich vooral op het federale niveau. En dan moeten we naar federaal minister van Economie en Werk Pierre-Yves Dermagne kijken. Wat gaat hij doen?’
‘We kunnen zelf niet inspecteur of politieman spelen, de hele keten controleren en alle arbeidscontracten uitvlooien. Dat is onbegonnen werk.’
Sonja Teughels, arbeidsmarktexperte Voka
Maar, zegt De Wispelaere, inzetten op controle is niet zaligmakend. Ook de ondernemingen moeten meestappen in het verhaal. ‘Al is het maar omdat ze er zelf baat bij hebben. Kijk naar wat gebeurde op de werf van Borealis. Iedereen spreekt over de “Borealiszaak”, terwijl het over de “Iremzaak” (naar de onderaannemer op de Borealiswerf, red.) moet gaan. Dit betekent enorme imagoschade voor Borealis. Ketenzorg en ketenaansprakelijkheid zijn dus in het belang van bedrijven.’
© Jade Yaert
Die staan daar alvast niet voor te springen. ‘Waar begint en eindigt het dan?’, reageert Sonja Teughels (Voka). ‘Stel, een lokaal bestuur wil investeren in een nieuw gemeentehuis. Het gaat met een bouwpromotor in zee. Die schakelt een aantal aannemers in, die op hun beurt een beroep doen op allerlei bedrijven met de juiste specialisatie: beton, fundering, ramen, daken en noem maar op.’
‘Die bedrijven werken elk ook nog eens met partners. Op grote werven zitten enorm veel partijen in die keten, vaak tientallen. Begin dan maar met je ketenaansprakelijkheid. Kijk naar wie de opdrachtgever is en wat die controleert bij de volgende partij. Dat geldt ook voor het zorgvuldigheidsprincipe, waarbij je als werkgever alle arbeidscontracten en identiteitsdocumenten moet controleren.’
‘We willen maximaal meewerken met de inspectie, het zorgvuldigheidsprincipe hanteren bij de volgende schakel in de keten. Maar we kunnen zelf niet inspecteur of politieman spelen, de hele keten controleren en alle arbeidscontracten en alle identiteiten uitvlooien. Dat is onbegonnen werk, waarbij bovendien ook vragen rijzen over privacywetgeving.’
Controle en sancties
Volgens het laatste jaarrapport van het federaal migratiecentrum Myria kwamen in 2020 196 dossiers bij de arbeidsauditoraten binnen wegens economische uitbuiting, een stijging van twintig procent tegenover 2019.
MO*talks: De nieuwe arbeidsmigratie: kans of gevaar?
Er lijkt een wereldwijde jacht op arbeid aan de gang om de grote werven van klimaattransitie, vergrijzing en digitalisering te realiseren. Studies tonen aan dat België tegen 2030 zo’n 500.000 werknemers “te weinig” zou hebben. Wat zijn de kansen en gevaren van die nieuwe internationale arbeidsmigratie? Kunnen de rijke landen hun grote werven zonder migratie uitvoeren? Kan het een economische impuls geven aan landen in het Globale Zuiden? En waardig werk aan een deel van de vele mensen die dat ontberen?
MO*journalist John Vandaele praat erover met Fegin Francis (arbeidsmigrant), Lieve Verboven (directeur IAO-Brussel), Stefaan Peirsman (stafmedewerker migratie ACV) en Sonja Teughels (Voka).
Donderdag 6 juli, 20 uur
Industriemuseum, Gent.
Gratis inkom. Inschrijven via info@mo.be
De vraag is of die dossiers ook daadwerkelijk voor de rechtbank komen. En als ze voor de rechtbank komen, of ze dan ook nog tot een veroordelingen invordering van de strafmaat komen. De vraag of sanctionering van economische uitbuiting werkt, is nog groter in een grensoverschrijdende context.
De Wispelaere noemt de handhavingsaanpak om uitbuiting tegen te gaan een moeilijk maar ook een ontgoochelend verhaal. ‘Als een buitenlandse onderneming in een andere Europese lidstaat gevestigd is, zie je dat bedrijven zich failliet verklaren om invordering op die manier te ontlopen. Bovendien veronderstellen die zaken een intensieve samenwerking met buitenlandse administraties, geen gemakkelijk gegeven. Dus men zwijgt dat vaak dood. Fraude blootleggen is dus geen garantie dat er ook effectief sancties worden opgelegd.’
Hoogleraar Herwig Verschueren (UA) is gespecialiseerd in grensoverschrijdende tewerkstelling. Hij bevestigt dat controle en sanctionering van uitbuiting een complex verhaal is. ‘Zeker in het wegtransport is controle sowieso heel moeilijk, net omdat vrachtwagenchauffeurs zoveel landen doorkruisen. Het duurt jaren voordat mensen tegen de lamp lopen.’
‘Haal de gedetacheerde werknemers weg en de bouwsector stuikt ineen.’
Frederic De Wispelaere, onderzoeksexpert HIVA
Volgens Verschueren is vooral ‘doordetachering’ van derdelanders moeilijk te controleren. ‘Bij doordetachering dienen bedrijven uit andere EU-lidstaten, waar arbeids- en verblijfsvergunningen gemakkelijker te verkrijgen zijn, als een tussenschakel om regels met betrekking tot arbeidsmigratie te omzeilen.’
‘In het kader van de Europese interne markt, kunnen werknemers van buiten de Europese Unie vanuit die lidstaten doorgedetacheerd worden naar een andere lidstaat met strengere voorwaarden voor arbeidsmigratie.’
‘Almaar meer Belarussen, Oekraïners, Zuid-Amerikanen en in toenemende mate ook Aziaten uit de Filipijnen en India werken op die manier in Europa en lopen het risico in dergelijke Europese constructies terecht te komen. Met de nodige risico’s op arbeidsuitbuiting.
Bovendien: wanneer blijkt dat hun documenten niet in orde zijn, riskeren ze illegaal te worden in het land waarnaar ze zijn gedetacheerd. De Brugse rechtbank veroordeelde onlangs nog een Litouwse transportfirma, omdat die de Belgische arbeidsvoorwaarden voor haar voornamelijk Oekraïense chauffeurs niet had nageleefd.’
Wat te doen om dit tegen te gaan? Meer toezicht vanuit Europa, zegt Verschueren. ‘Er moeten ook Europese regels komen die voorwaarden stellen aan het voorafgaande verblijf en de voorafgaande tewerkstelling in het land van waaruit deze derdelanders worden gedetacheerd.’
Maar ook België moet beter toezien op de sociale bescherming en arbeidsvoorwaarden bij gedetacheerden. ‘Amper zes procent van de inspecteurs van de Belgische arbeidsinspectie focust op de strijd tegen grensoverschrijdende sociale fraude’, zegt De Wispelaere. En dat terwijl er vaak inbreuken voorkomen bij effectieve controles in deze context.
In België werken maar liefst 255.000 gedetacheerde werkkrachten, van wie 160.000 in Vlaanderen. Dat zijn niet alleen grote aantallen. Het is, volgens De Wispelaere, ook een opvallend Belgisch verhaal. ‘Een op de vier werknemers in de Belgische bouwsector is een gedetacheerde, en daar wordt vanuit Europa met grote ogen naar gekeken.’
Volgens De Wispelaere zijn we verslaafd geworden aan het detacheringsmodel: ‘Haal de gedetacheerde werknemers weg, en de bouwsector valt ineen.’ Bovendien, zo zegt hij, verliest België door dit model sowieso taksen op arbeid. Want die gaan het land uit, naar de zendende landen van detacheringsbedrijven.
Over dit artikel
Journaliste Tine Danckaers: ‘Onlangs lieten we onze livingmuur opnieuw bepleisteren. De uitvoerders: jawel, Polen die voor een onderaannemer werkten. Netjes ‘in het wit’, geen zorgen. Maar het kostenplaatje van de aannemer was behoorlijk. Wat mijn lief en ik ons afvroegen: hoeveel van dat kostenplaatje gaat naar een gegarandeerd inkomen en goede arbeidsomstandigheden voor de Poolse stucwerkers? Ze zijn immers zowat de laatsten in de arbeidsketen (de kalkdelvers die voor de pleister zorgen niet eens meegerekend).
Naar Poolse normen verdient hij zeker goed, vertelde een van de Poolse stukadoors tijdens een koffiebabbel. Maar hij is niet elke dag zeker dat hij een opdracht heeft. Soms heeft hij een dag geen werk. Soms een week. Een vervangingsinkomen heeft hij niet.
Eén op de vier werknemers in de Belgische bouwsector is een gedetacheerde, vertelde HIVA-onderzoeker Frederic De Wispelaere. En dat is uniek in Europa. Vinden we écht niet genoeg mensen in eigen land? Of is het inzetten van gedetacheerde werkkrachten toch vooral handig voor het gegarandeerd inkomen van onze aannemers? Verder onderzoek waard, me dunkt.’
Deze analyse werd geschreven voor het zomernummer van MO*magazine. Vind je dit artikel waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.