Hoe intens wordt de diepzee aangetast bij mijnbouw? Dat weten we nog niet

Analyse

Noordzee-minister Van Quickenborne (Open Vld) wil nieuwe wet rond diepzeemijnbouw

Hoe intens wordt de diepzee aangetast bij mijnbouw? Dat weten we nog niet

Na een reeks testen in april en mei maakt het Zwijndrechtse bedrijf GSR zich al op voor exploitatie van metaalnodules op de oceaanbodem. Ook wil minister van de Noordzee Vincent Van Quickenborne (Open Vld) dit jaar nog werk maken van een nieuwe wet. Maar het is nog wachten op precieze resultaten van het gevoerde onderzoek. Daaruit moet blijken wat de impact van mijnbouw op ecosystemen in de diepzee kan zijn.

De testen die Global Sea Mineral Resources (GSR) onlangs in april en mei uitvoerde in de Stille Oceaan waren cruciaal. Twee jaar geleden nog moest de Zwijndrechtse firma een eerste testcampagne met een diepzeerobot, de Patania, afbreken. Toen ging “de navelstreng” defect die de Patania verbindt met het moederschip op zee.

In 2020 moest de definitieve test dan weer worden uitgesteld door de pandemie. Maar dit voorjaar kon GSR de robot eindelijk tot op de bodem van de oceaan laten zakken. De Patania II is een robot op rupsbanden die 25 ton weegt, en die nog maar een prototype is van wat het moet worden.

Het plan is om een volgende robot te ontwikkelen, de Patania III, die nog groter en zwaarder zal worden. Als GSR daar ooit groen licht voor krijgt, zal die op 4 à 5 kilometer diepte metaalknollen opgraven op de oceaanbodem. Uit die knollen of nodules kunnen metalen worden geraffineerd.

Midden april lukte dat dus al op kleine schaal. Toen kon de Patania II nodules vrijmaken tijdens een testrit doorheen een zone van bijna 31.000 vierkante meter. De “oogst” werd achtergelaten op de oceaanbodem.

In een volgende fase zouden de geoogste metalen naar vrachtschepen op het zeeoppervlak gezogen moeten worden. Dat in staat GSR’s project op de planning tegen 2024. Bij de laatste testen haalde GSR naar eigen zeggen maar een klein aantal nodules op. Die worden nu bestudeerd.

Een dichte wolk

Global Sea Mineral Resources is een dochteronderneming van de Belgische baggergroep DEME. Hun technici werkten tijdens deze expeditie niet alleen. Wetenschappers van de Marine Biology Research Group uit Gent en onderzoekers uit Boston en Hawaï vergezelden hen, op het commandoschip Normand Energy.

Volgens activisten van Greenpeace is diepzeemijnbouw onverantwoord. Er is nog te weinig geweten over de impact op ecosystemen.

Hun doen en laten werd vanaf de eerste dag gevolgd en gestoord door activisten van milieuorganisatie Greenpeace. Die voeren met zodiacboten vanaf hun zeilschip Rainbow Warrior naar de Normand Energy en ontplooiden daar banners tegen diepzeemijnbouw.

Volgens de activisten is deze nieuwe industriële tak onverantwoord. Hij zou onherstelbare schade veroorzaken in de diepzee, terwijl nog zo weinig geweten is over de ecosystemen en mechanismen van de oceaan.

Er was ook nog een derde schip aanwezig, de Island Pride. Aan boord daarvan bevond zich een internationale groep onderzoekers. Die wilden precies inschatten wat machines als de Patania op de oceaanbodem aanrichten als ze er op industriële schaal metaalnodules opgraven.

Het effect van dat graven kan tweeledig zijn. Enerzijds worden enorme hoeveelheden nodules — met het leven dat zich daarop vasthecht — weggeschraapt. Anders worden sedimenten opgewoeld, een modderbrij van organisch afval dat zich mettertijd op de oceaanbodem heeft neergezet. Die kunnen ook op verdere afstand fauna en flora verstikken.

‘We konden haast alle stalen verzamelen die we voor ogen hadden’, zegt een tevreden klinkende Matthias Haeckel. Hij leidde het team van wetenschappers. Zij richtten hun waarnemingen grotendeels op de sedimenten.

Bij de minste verstoring dwarrelt dat sediment op en verspreidt het zich als een wolk in de omgeving. De wetenschap weet dat al langer. Maar wat dat sediment doet als zo’n machine neerploft, bleef grotendeels speculatie.

‘Ik dacht dat de sedimenten zich meer met oceaanwater zouden vermengen en zouden verdunnen’, vertelt Haeckel. ‘Nu zagen we dat ze toch een wolk met enige densiteit vormen. We zagen ook dat een deel van die wolk wegdreef uit onze observatiezone.’ De schaal van deze proef was nog maar klein.

‘We zagen dat de Patania 5 tot 10 centimeter diep in de sedimenten groef. Dat was een verrassing. Ik had diepere sporen verwacht.’

Om het onderzoek uit te voeren stelden de onderzoekers een batterij van sensoren op de oceaanbodem op. Ze haalden een uitgebreid gamma van stalen naar het schip en werkten met akoestische en optische sensoren. ‘We zagen dat de Patania 5 tot 10 centimeter diep in de sedimenten groef. Dat was een verrassing. Ik had diepere sporen verwacht.’

Het team van Haeckel zal nog maanden nodig hebben om alle onderzoeksdata te analyseren. ‘In juli maken we voorlopige resultaten bekend voor de Geochemistry Society. In september doen we dat voor een congres van mariene biologen in Frankrijk.’ Maar definitieve conclusies volgen pas de komende jaren.

30 minuten

Onderzoeker Matthias Haeckel is tevreden over de campagne, die lang en intensief was voorbereid. Door de pandemie waren er gezondheidsprotocollen en was ook het verkrijgen van reisvisa, om de hele crew samen te krijgen in San Diego, ingewikkelder. Van San Diego, aan de Californische kust, voer de Island Pride af naar het testgebied.

Er waren ook logistieke problemen. De wetenschappers konden geen onderzoeksschip vinden en moesten hun schip, de Island Pride, charteren. De bemanning had bijgevolg nog nooit eerder met wetenschappers samengewerkt. Daarnaast kwamen acht containers met meettoestellen en laboapparatuur vier weken te laat in San Diego aan. Het team kon niet anders dan wachten, terwijl het schip van GSR al eerder was uitgevaren.

GSR wil niet dat er beelden circuleren van het incident en van de schade die de robot mogelijk heeft ondergaan of aangericht.

En dan moest de grootste tegenslag nog komen. De eerste test met de Patania duurde drie dagen en was geslaagd. Daarna, toen GSR de robot voor een routinetest te water liet, zonk die naar de oceaanbodem. Hoe dat precies kon gebeuren, is nog niet geweten. De robot zou losgeraakt zijn van de kabel die hem met de Normand Energy verbond. Daarna duurde het nog een half uur voor hij neerplofte op de bodem van de oceaan.

Haeckel en zijn team boden hulp om de robot te lokaliseren. Ze stuurden een duikdrone naar de plaats van het incident. Zo kon de robot weer worden gevonden, gekoppeld en opgehesen naar de Normand Energy.

De wetenschappers moesten beloven daarover niets te onthullen. GSR wilde niet dat er beelden zouden circuleren van het incident en van de schade die de robot mogelijk had ondergaan of aangericht. Haeckel heeft er begrip voor: ‘GSR was nerveus en wilde controle bewaren over wat er naar buiten komt. Over technische zaken willen ze dat altijd doen.’

Testgebieden

Het incident met de Patania vond plaats in Belgisch testgebied, in de zogenaamde Clarion-Clipperton Zone. De Verenigde Naties kende daar proefgebieden toe aan enkele tientallen internationale ondernemingen en instellingen. GSR is daar één van. De toekenning gebeurde via de Internationale Zeebodemautoriteit (ISA), een VN-orgaan met zetel in Jamaica.

Het plan was dat GSR en de onderzoekers na de meerdaagse test in de Belgische zone een tweede test zouden uitvoeren en monitoren in Duits testgebied. Door het incident met de Patania moest die tweede test worden ingekort. De Patania doorploegde in het Duitse gebied, volgens het logboek van het wetenschappelijk team, op 8 en 9 mei toch een gebied van ruim 23.000 vierkante meter.

Tussen die eerste en tweede meerdaagse test voer de Normand Energy met de robot terug naar de kust van Mexico. ‘Daar werd in ondiep water onderzocht of er geen defecten waren’, zegt marien biologe Ann Vanreusel. Zij hield tijdens het hele testproject vanuit de universiteit in Gent contact met de wetenschappers. Na de test in ondiep water vervoegde het schip de wetenschappers in het Duitse testgebied om het programma af te werken.

Eerst debat en dan een wet. Of omgekeerd?

Er is een grote lacune. Lang niet alle testresultaten zijn al bekend. GSR houdt haar informatie nog angstvallig voor zich.

De expeditie naar de Stille Oceaan had verschillende doelstellingen. GSR wilde een semi-industriële graafrobot testen. De wetenschappers wilden data verzamelen zodat ze de modellen kunnen verfijnen die aangeven hoe de diepzee op mijnbouw reageert. Dat zijn resultaten die belangrijk zijn voor het debat over diepzeemijnbouw.

Maar daar zit ook een grote lacune. Lang niet alle resultaten zijn al bekend. GSR houdt zijn informatie nog angstvallig voor zich.

Toch komt in België komende maanden een nieuw politiek debat over diepzeemijnbouw op gang. Vincent Van Quickenborne (Open Vld), federaal minister van de Noordzee, wil een kennisplatform met betrokken partijen en experts oprichten.

Er is ook een basistekst klaar voor een nieuwe wet om de bestaande regeling voor diepzeemijnbouw te herzien. ‘Voor het einde van dit jaar komt het wetsontwerp in het parlement’, klonk het in de bevoegde kamercommissie.

Het zou gaan om een kaderwet die nadien met uitvoeringsbesluiten wordt ingevuld. Hij zou garanties bevatten voor een eventuele exploitatiefase en de ‘hoogste milieustandaarden’ opnemen.

Ook het principe dat de vervuiler betaalt en het voorzorgsbeginsel zouden worden opgenomen. Volgens dat beginsel mag er geen exploitatie gebeuren zolang niet geweten is wat de impact zou kunnen zijn.

De industrie zegt alle voorzorgen in acht te nemen, maar gaat tegelijk verder met de voorbereiding op de actieve exploitatie van de diepzee. ‘We moeten snel beslissingen nemen’, zei minister van Quickenborne eind mei ook. Dat doet bij milieuorganisaties te vraag rijzen: waartoe dienen overleg en een kennisplatform als nu snel over een wetsontwerp wordt beslist?