Wat zit er achter het oplaaiende geweld in de meest achtergestelde provincie van Pakistan?

Analyse

Beloetsjistan is rijk aan grondstoffen, maar heeft armste bevolking

Wat zit er achter het oplaaiende geweld in de meest achtergestelde provincie van Pakistan?

Vorige week werden in de Pakistaanse provincie Beloetsjistan minstens 74 mensen gedood bij zes brute aanvallen. Daarbij waren voornamelijk etnische Punjabi’s het doelwit. De aanslagen werden opgeëist door separatistische Beloetsjen, die de langdurige repressie en onderdrukking vanuit Islamabad grondig beu zijn.

Zondagavond 25 augustus. Op een snelweg in het Pakistaanse district Musakhail, in de zuidelijke provincie Beloetsjistan, houden gewapende mannen bussen, vrachtwagens en auto’s tegen. Ze slepen 23 mannen uit hun voertuig en eisen hun identiteitsdocumenten. Wie afkomstig is uit de hoofdstedelijke provincie Punjab wordt geëxecuteerd en achtergelaten op het asfalt.

In de daaropvolgende 24 uur doodden de Beloetsje militanten volgens de Pakistaanse autoriteiten ten minste 53 mensen, onder wie burgers en 14 veiligheidsagenten. Tijdens de daaropvolgende tegenoperaties doodden de veiligheidstroepen 21 militanten.

De aanslagen worden opgeëist door het Baloch Liberation Army (BLA) dat op de Amerikaanse en Europese terreurlijsten staat. Sinds begin jaren 2000 levert de militante groepering samen met gelijkgezinde facties strijd tegen de Pakistaanse overheid, die ze als een illegale bezettingsmacht zien.

Chinese aanwezigheid

De militanten beschuldigen Islamabad ervan zich de gas- en mineraalreserves van Beloetsjistan oneerlijk toe te eigenen, zonder dat de lokale bevolking daarvan profiteert. Die frustratie wordt aangewakkerd door de extreme armoede in de provincie. Beloetsjistan is niet alleen de grootste – het heeft ruw geschat de oppervlakte van Duitsland – maar ook de dunst bevolkte en armste provincie van Pakistan. Naar schatting 70% van de bevolking leeft er onder de armoedegrens.

De daders zelf beweren dat ze 130 slachtoffers gemaakt hebben, en dat die allemaal tot de veiligheidsdiensten behoren. In de ogen van de Beloetsj-separatisten zijn alle Punjabi’s, die in Pakistan de etnische meerderheid uitmaken, in de provincie geplaatst door de federale regering om de opstand van de Beloetsjen neer te slaan, of om Chinese infrastructuur te bewaken.

In video’s en verklaringen die het BLA na de aanslagen vrijgaf, stellen de leiders van de beweging dat de aanvallen gericht waren op het verjagen van militair Punjabi-personeel en van Chinese aannemers die infrastructuur opzetten om grondstoffen uit de provincie te ontginnen.

Daarnaast willen ze ook een toegangsweg naar de wateren van Beloetsjistan vrijmaken. Daarmee doelt de groep vooral op de haven van Gwadar, een van de meest indrukwekkende diepzeehavens ter wereld, en het kroonjuweel van de zogeheten Chinees-Pakistaanse Economische Corridor (CPEC).

Van de 25.000 Beloetsje jongeren die jaarlijks afstuderen, vinden er slechts 2000 binnen de twee jaar een baan.

Dat gezamenlijke infrastructuurproject, ter waarde van zo’n 62 miljard dollar, is onderdeel van het Chinese Belt and Road Initiative (BRI), beter bekend als de Nieuwe Zijderoute. Concreet exploiteren de Chinezen de vele goud- en kopermijnen en de zee- en luchthaven van Gwadar. De opbrengsten gaan nagenoeg integraal naar de Chinese aannemers en het Pakistaanse militaire establishment.

De voordelen van CPEC bereiken de gewone Beloetsj niet. Ze profiteren nauwelijks van de werkgelegenheid die door deze projecten wordt gecreëerd. De aannemers laten liever Punjabi’s en Chinese geschoolde arbeiders overkomen, die de militante groepen dan als indringers beschouwen. Intussen kennen de Beloetsjen de hoogste werkloosheidsgraad van het land. Van de 25.000 Beloetsje jongeren die jaarlijks afstuderen, vinden er slechts 2000 binnen de twee jaar een baan.

‘De Pakistaanse functionarissen die deze projecten plannen behoren vaak tot de militaire elite van Islamabad en Karachi (het financiële centrum van Pakistan in de naburige provincie Sindh, red.). Ze rekruteren nauwelijks onder de lokale bevolking, naar eigen zeggen vanwege de lage scholingsgraad en de vrees voor separatistisch geweld’, zegt Muhammad Amir Rana, topman van de denktank Pak Institute for Peace Studies (PIPS).

In Gwadar, het brandpunt van het CPEC-project, hebben de inwoners geen toegang tot basisvoorzieningen zoals schoon drinkwater en zijn er prikkeldraadversperringen geplaatst. De gigantische haven lijkt wel een onneembare vesting, waardoor de lokale bevolking, van wie velen vissers zijn, geïsoleerd raakt van de eigen kustlijn. Het project wekt bij de Beloetsjen dan ook afkeer, frustratie en agressie op.

Volgens Amir Rana buiten militante separatisten zoals het BLA dat narratief uit om hun invloed en aanhang te vergroten. Daarom was het volgens hem niet verbazend dat de BLA-strijders vorige week vooral spoorlijnen, snelwegen en militaire posten viseerden.

‘Het lijkt me duidelijk dat het BLA wilde laten zien dat het het havencomplex kan afsluiten van de rest van de provincie omdat de Pakistaanse overheid een hek rond Gwadar heeft gebouwd’, aldus de onderzoeker. Zo kan het de geldkraan naar Islamabad toedraaien. De machthebbers daar zitten volgens Amir Rana met de handen in het haar, nu het BLA heeft getoond dat het in staat is om gelijktijdig aanvallen uit te voeren op de drie belangrijke snelwegen in Beloetsjistan.

Ontvoering, marteling en moord

‘Het Pakistaanse leger kan om het even wie arresteren, ontvoeren of doden zonder ze voor de rechter te brengen. En er is niemand die de militairen ter verantwoording roept. Er zijn massagraven ontdekt en de verminkte lichamen van jonge mannen die aan extreme folteringen onderworpen zijn geweest, worden gewoon gedumpt.’

Aan het woord is Mahrang Baloch, een 31-jarige vrouwelijke arts die aan het hoofd staat van een protestbeweging die opkomt tegen de praktijk van ontvoeringen en buitengerechtelijke executies van de Beloetsjen.

Die praktijk werd uitgebreid gedocumenteerd door lokale en internationale waakhonden. Onder meer Amnesty en Human Rights Watch beschuldigen de Pakistaanse veiligheidstroepen van ‘ernstige mensenrechtenschendingen, zoals willekeurige arrestaties en buitengerechtelijke executies’.

‘Als je etnisch Beloetsj bent, jong, goed opgeleid en politiek bewust, zal je leven in deze provincie waarschijnlijk kort zijn.’

In een pas gepubliceerd rapport over de toestand van de mensenrechten roept de Pakistaanse Mensenrechtencommissie op tot actie tegen ‘tegen schendingen van de rechten door de Pakistaanse staat, waaronder gedwongen verdwijningen en hyperbewaking’ in de provincie Beloetsjistan.

‘Als je etnisch Beloetsj bent, jong, goed opgeleid en politiek bewust, zal je leven in deze provincie waarschijnlijk kort zijn’, vertelt Baloch. Zulke profielen zijn volgens haar verdacht in de ogen van het leger, wat kan leiden tot iemands ontvoering, marteling en uiteindelijk moord. ‘Hun verminkte lichamen worden publiekelijk gedumpt als waarschuwing.’

De lokale mensenrechtenorganisatie Voice for Baloch Missing Persons (VBMP) schat dat er in de afgelopen twintig jaar meer dan zevenduizend mensen zijn verdwenen. Bovendien zijn er al ongeveer duizend verminkte lichamen van Beloetsjen teruggevonden.

‘Het echte cijfer van verdwenen mensen ligt veel hoger dan dat’, aldus Baloch. ‘Dit gaat alleen over de gevallen waarbij de familie de verdwijning durft aan te geven.’ Beloetsjistan is een uitgestrekte regio met een overwegend landelijke bevolking waarvan velen nooit de steden bezoeken. Veel families hebben niet de middelen om ontvoeringen te melden of om te protesteren.

‘Bovendien worden nabestaanden vaak geïntimideerd door het leger en kiezen ze uit angst voor represailles voor stilte, in de hoop dat dit leidt tot de vrijlating van hun dierbaren. Een voorzichtige schatting suggereert minstens 20.000 vermiste Beloetsjen’, gaat Baloch verder.

De toenmalige Pakistaanse interim-premier Anwaarul Haq Kakar zei begin dit jaar in een interview met de BBC dat het aantal “overdreven” was. Hij beweerde dat er slechts vijftig vermiste Beloetsjen zijn.

De lokale mensenrechtenorganisatie Voice for Baloch Missing Persons (VBMP) schat dat er in de afgelopen twintig jaar meer dan zevenduizend mensen zijn verdwenen.

Lange geschiedenis van onderdrukking

Als sinds de onafhankelijkheid van Pakistan in 1947, willen de Beloetsjen zich afscheuren van het centrale gezag in Islamabad (zie kaderstuk). Al even lang beantwoordt de Pakistaanse politiek alle nationalistische aspiraties met geweld en onderdrukking.

De Beloetsje strijd voor autonomie en zelfs onafhankelijkheid laaide op in verschillende periodes in de jaren ‘50, ‘60 en ‘70. In 2003, onder het regime van generaal Pervez Musharraf, wakkerde het verzet na een rustige periode weer aan. Musharraf voerde harde militaire operaties uit in Beloetsjistan, waarbij onder andere de prominente Beloetsje leider Nawab Akbar Khan Bugti omkwam. Dat leidde tot nog meer onrust.

Sindsdien zijn er tal van meldingen van bloedige repressie door het Pakistaanse leger en de inlichtingendiensten. Duizenden Beloetsjen zouden zijn verdwenen, gemarteld of gedood door de veiligheidstroepen, hoewel de Pakistaanse overheid dit ontkent. Terwijl de Pathaanse en Sindhi gemeenschappen, naast de Punjabi’s de belangrijkste bevolkingsgroepen, deels zijn opgenomen in de Pakistaanse machtsstructuren, blijft de Beloetsje bevolking gemarginaliseerd en politiek vervreemd.

Volgens waarnemers is het Pakistaanse beleid van repressie tegenover de opstandelingen contraproductief gebleken. Het uitschakelen van legitieme Beloetsje leiders liet een politiek hiaat achter dat gewapende separatisten opvulden. ‘Militaire operaties doen de ruimte voor politieke dialoog krimpen, wat in het voordeel is van de opstandelingen. Die voelen zich meer bedreigd door politieke initiatieven dan door militaire actie’, legt Amir Rana van PIPS uit. ‘Dat laatste wakkert hun steun en rekrutering voornamelijk aan.’

De veiligheidsanalist benadrukt dat militaire onderdrukking de problemen in Beloetsjistan niet kan oplossen. Hij pleit voor een politieke benadering en dialoog met de gematigde facties. De achtergestelde provincie duurzaam ontwikkelen is daarbij onontbeerlijk. Volgens hem is ontwikkeling in conflictgebieden echter een bijzonder moeilijke taak, vooral vanwege de corruptie en het wantrouwen dat ontstaat als slechts een selecte groep profiteert van de vele natuurlijke rijkdommen.

‘Er kan echter geen sprake zijn van een vredesproces zonder eerst de kwestie van de gedwongen verdwijningen aan te pakken’, benadrukt de onderzoeker.

Rijke grond, arme bevolking

Beloetsjistan, letterlijk het “land van de Beloetsj”, is een gigantisch gebied dat zich uitstrekt over Pakistan, Iran en Afghanistan. Het wordt bewoond door 15 tot 20 miljoen Beloetsj, een volk met een eigen taal en cultuur. Ondanks de rijke bodemschatten zoals gas, olie, goud en koper, behoren ze tot de armste volkeren in de regio.

Na de Britse terugtrekking uit India in 1947 riepen de Beloetsj kortstondig hun eigen staat uit, maar slechts zeven maanden later werd een groot deel van Beloetsjistan met geweld geannexeerd door Pakistan. De huidige provincie Beloetsjistan ligt in het zuidwesten van Pakistan en beslaat met 44% bijna de helft van de oppervlakte van het land, maar herbergt slechts 6% van de bevolking.

De provincie wordt gekenmerkt door een geschiedenis van opstanden, gewapend verzet en mensenrechtenschendingen. Behalve de grondstoffen is het gebied strategisch belangrijk vanwege zijn lange kustlijn aan de Arabische Zee en de grens met Iran en Afghanistan.

Geweldloos verzet

Mahrang Baloch werd voor het eerst gearresteerd toen ze dertien jaar oud was, omdat ze protesteerde tegen de eerste ontvoering van haar vader. Hij werd later vrijgelaten, maar in 2009 opnieuw meegenomen door gewapende mannen. Twee jaar nadien werd zijn gefolterde lichaam in een greppel teruggevonden.

Toen ook haar broer in 2017 verdween, richtte ze het Baloch Yakjehti Committee (BYC) op, waarmee ze campagne voert voor gerechtigheid voor alle vermisten. Na verschillende lange marsen, door heel de provincie naar de havenstad Gwadar, en afgelopen november zelfs tot in de Pakistaanse hoofdstad Islamabad, is het protest uitgegroeid tot een breed gedragen burgerbeweging.

Met haar vreedzaam verzet biedt ze jonge Beloetsjen een alternatief voor de gewapende opstand of terreur. Baloch en haar organisatie zijn uitgesproken geweldloos en veroordelen de aanslagen door het BLA.

Net daarom is de jonge arts een luis in de pels van het Pakistaanse leger. Het militaire establishment weet niet wat gedaan met haar. De traditionele methode, haar laten verdwijnen, is geen optie meer. Daarvoor is ze te prominent aanwezig en te populair geworden. Bovendien vragen zij en haar beweging louter om de mensenrechten te respecteren, en stellen ze geen separatistische eisen.

‘Het zou een strategische zet kunnen zijn als de Pakistaanse regering in zee zou gaan met iemand als Mahrang Baloch’, zegt PIPS-onderzoeker Muhammad Amir Rana. ‘Ze heeft aanzienlijke invloed verworven in de provincie en overvleugelt zelfs de separatistische facties.’

In plaats van in dialoog te treden, schildert Islamabad Baloch en haar BYC af als terroristen. De propagandamachine draait overuren om haar te vereenzelvigen met de daders van de recente aanslagen. ‘Dat is jammer, maar de staat vreest dat ze de rijkdommen van Beloetsjistan moeten opgeven indien ze ingaan op de eisen van de beweging’, legt de academicus uit.

Volgens Voice for Baloch Missing Persons zouden meer dan 5000 mensen van de provincie Beloetsjistan vermist zijn.

Duizenden mensen zijn vermist in de Pakistaanse provincie Beloetsjistan.

De overheid heeft een keuze

‘De Pakistaanse overheid zal de recente aanslagen in Musakhail waarschijnlijk aangrijpen om hard tegen ons op te treden’, vreest Baloch. Het past volgens haar binnen de strategie om elke beweging die rechten eist voor de Beloetsjen te onderdrukken door ze te koppelen aan geweld.

‘Maar dan zal de situatie alleen maar verder escaleren’, denkt ze. ‘De jongeren die nu vreedzaam protesteren onder de vlag van BYC, kunnen zich genoodzaakt voelen om geweld te gebruiken als alle vreedzame opties in de kiem gesmoord worden.’

Hoewel ze zelf aan het hoofd staat van een beweging die de wapens afzweert, begrijpt ze dat sommige Beloetsjen hun toevlucht nemen tot separatistisch geweld. ‘Vaak gaat het om politieke activisten die aanvankelijk vreedzaam protesteerden, maar waartegen de staat repressief optrad, waarbij duizenden mensen vermoord werden’, vertelt Baloch. ‘Dan nemen ze liever de wapens op, in plaats van ongewapend brutaal vermoord te worden.’

Activiste Mahrang Baloch spreekt het publiek toe tijdens een persconferentie.

Het lijkt er niet op dat de stormachtige provincie op korte termijn rust zal vinden. De frustraties van de lokale bevolking worden niet erkend waardoor ze zich meer dan ooit vervreemd voelen van het centrale gezag. Islamabad is echter om verschillende redenen niet in staat om het gebied te pacificeren: gewapende opstandelingen vallen regelmatig zachte doelwitten aan, de provinciale en federale regering heeft door jarenlange repressie, corruptie en verkiezingsfraude alle legitimiteit bij de lokale bevolking verloren, en een massale volksbeweging wordt geleid door een jonge, invloedrijke arts die wel brede geloofwaardigheid geniet.

Volgens Baloch is de harde realiteit dat de toekomst van Beloetsjistan grotendeels afhangt van de houding van de Pakistaanse inlichtingendiensten en het leger. ‘Als de Beloetsjen verder onderdrukt worden en ze hun rechten niet kunnen uitoefenen, als politieke stemmen in de kiem gesmoord worden, als de militaire operaties voortduren en als Beloetsjen ontvoerd worden om hen het zwijgen op te leggen, dan zullen de reacties van de lokale bevolking waarschijnlijk neigen naar geweld en gewapend verzet’, zegt ze.

‘Als de staat echter bereid is om een echte dialoog aan te gaan, de rechten van de Beloetsjen te erkennen en hen in staat stelt om over hun eigen toekomst te beslissen, kan een vreedzame oplossing mogelijk zijn.’

Word ProMO*

Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.

Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.

Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.

Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.

Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief

Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.

Per maand

€4,60

Betaal maandelijks via domiciliëring.

Meest gekozen

Per jaar

€60

Betaal jaarlijks via domiciliëring.

Voor één jaar

€65

Betaal voor één jaar.

Ben je al proMO*

Log dan hier in