Wob-verzoek tegengewerkt?
Geen transparantie in onderzoek naar pesticiden. België en Nederland spannen samen tegen Vincent Harmsen.
Op Europees niveau is gesproken over een informatieverzoek dat onderzoeksjournalist Vincent Harmsen voor MO* en OneWorld bij de Belgische en Nederlandse overheid heeft ingediend. Vertrouwelijke notulen spreken van het ‘voorkomen van een precedent’.
Stefan Thiesen (CC BY-SA 3.0)
Met een beroep op de wetgeving voor openbaarheid van bestuur (Wob-verzoek) heeft onderzoeksjournalist Vincent Harmsen voor MO* en OneWorld documenten opgevraagd bij de Belgische en Nederlandse instanties die verantwoordelijk zijn voor de toelating van bestrijdingsmiddelen in de landbouw. In België is dat de Dienst Gewasbeschermingsmiddelen en Meststoffen en in Nederland het College voor Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden (Ctgb), Meer specifiek werden de contacten opgevraagd met grote chemiebedrijven zoals Syngenta en Monsanto. (1)
Op 10 oktober ontving Harmsen een brief van het Ctgb, waarin de Nederlandse autoriteit meedeelt dat het merendeel van de correspondenties niet openbaar gemaakt zal worden. Er staan bedrijfsgeheimen in, aldus het Ctgb. (2)
Van de Belgische toelatingsautoriteit ontving Harmsen zo’n twee weken later, op 23 oktober, een afwijzing voor het gehele informatieverzoek. De werklast om de documenten op te sporen en te bewerken zou “onredelijk” groot zijn.
Europees overleg
Maar speelden er ook nog andere motieven mee bij deze afwijzingen? Uit vertrouwelijke notulen die Harmsen kon inzien, blijkt dat er in oktober op Europees niveau herhaaldelijk over de ingediende informatieverzoeken is gesproken.
‘BE [België] heeft een brief ontvangen van de Nederlandse journalist Vincent Harmsen’, staat in vertrouwelijke notulen van een internationale telefonische conferentie die op 18 oktober heeft plaatsgevonden, ‘daarin worden alle correspondenties in de loop van 2016 [sic] van zo’n tien medewerkers met zo’n dertig bedrijven opgevraagd’. (3)
Het gaat om notulen van een overleg tussen de directeuren van pesticide-toelatingsautoriteiten in de Europese Unie. Aan de teleconferentie zouden naast België en Nederland, ook de toelatingsinstanties uit Duitsland en Oostenrijk hebben deelgenomen, zo vermeldt het document.
In de notulen staat dat Nederland net als België een Wob-verzoek ontving: ‘We zouden overeenstemming moeten bereiken over het volgen van een gelijke aanpak’, merkt de vertegenwoordiger van de Belgische toelatingsautoriteit op, ‘om zo te voorkomen dat er precedenten ontstaan in andere [EU-]lidstaten’.
Welke correspondenties vroeg Vincent Harmsen op?
De verzoeken richten zich op e-mails uit 2015. In dat jaar waren nationale toelatingsautoriteiten zoals het Ctgb betrokken bij de Europese beoordeling van onkruidbestrijder glyfosaat. De herbicide van fabrikant Monsanto (inmiddels onderdeel van Bayer) behaalde toen een cruciale goedkeuring. In hetzelfde jaar oordeelde de Wereldgezondheidsorganisatie echter dat de stof ‘waarschijnlijk kankerverwekkend’ is. Europese toezichthouders kwamen tot een ander oordeel, met name door sterk te leunen op studies van de industrie.“Dat organisaties onderling spreken over hoe ze een Wob-verzoek het best kunnen afhandelen of zelfs afpoeieren, zie je wel vaker”, schrijft Sjors van Beek, Wob-expert die OneWorld van advies dient, per e-mail na de tekst van de notulen te hebben ingezien. Volgens Van Beek is het niet ongebruikelijk dat er over ‘precedentwerking’ wordt nagedacht. Maar dat mag niet het uitgangspunt zijn bij de behandeling: “Elk [Wob-]verzoek moet op eigen merites worden beoordeeld”, schrijft Van Beek.
Maarten Trybou is diensthoofd van de Belgische Dienst Gewasbeschermingsmiddelen en Meststoffen. Heeft hij het informatieverzoek te berde gebracht tijdens de teleconferentie in oktober? “Die besprekingen zijn vertrouwelijk”, zegt hij in een telefoongesprek dat hij kort daarop beëindigt, “ik wens daar niks over te zeggen”.
Ontmoeting in Oslo
Uit de notulen van de teleconferentie blijkt nog iets anders: de verzoeken van Harmsen zijn ook nog besproken tijdens een “juridische workshop” in de Noorse hoofdstad Oslo. Daar vond op 11 en 12 oktober een ontmoeting plaats tussen juridisch experts van de toelatingsautoriteiten, zo leert navraag bij het Nederlandse Ctgb.
“Het ging om een informele uitwisseling van ideeën tussen juristen van de toelatingsautoriteiten van de verschillende lidstaten”, vertelt Cecile Gommans, juridisch teamleider bij het Ctgb, in een telefoongesprek met Harmsen. Gommans is degene die terugbelt bij vragen over de workshop in Oslo. Zij was daarbij aanwezig, en heeft, zo erkent ze desgevraagd, daar inderdaad over het onderwerp gesproken. Maar wel enkel in zeer bedekte termen, zo stelt Gommans: “Ik heb uw naam niet genoemd”, zegt ze. “Ook heb ik niet genoemd waar het [Wob-verzoek] precies over gaat.”
Werkzaamheden pesticide-waakhonden
Het Ctgb is verantwoordelijk voor de toelating van bestrijdingsmiddelen in Nederland. Het agentschap onderzoekt daarvoor de risico’s voor mens en milieu. Wanneer een middel in Nederland veilig is bevonden, nemen andere EU-lidstaten zo’n oordeel soms over. Daarnaast wordt in Europees verband samengewerkt om de veiligheid van de hoofdbestanddelen te toetsen, zoals de chemische stof glyfosaat die in verschillende onkruidverdelgers zit. De toelatingsautoriteiten hebben een financiële relatie met de fabrikanten. Bedrijven als Bayer betalen voor de toelating van een bestrijdingsmiddel. (4)
Wat is er dan wel besproken? Volgens Gommans heeft ze in Oslo alleen opgemerkt dat het Ctgb soms Wob-verzoeken ontvangt, en dat in de afwikkeling daarvan veel tijd gaat zitten. Er zou verder geen discussie hebben plaatsgevonden. Later vult Gommans nog per e-mail aan dat het onderwerp zelfs niet tijdens een vergadering is genoemd, maar enkel “in de marge, in gesprekken”. En er zou al helemaal niet over de behandeling van het verzoek zijn gesproken. Van de tweedaagse bijeenkomst in Oslo bestaan geen agenda’s of notulen, zegt Gommans.
De termijn om bezwaar aan te tekenen tegen de weigering van het Ctgb documenten openbaar te maken is inmiddels verstreken. Harmsen overweegt een nieuw verzoek in te dienen. De Belgische Dienst Gewasbeschermingsmiddelen en Meststoffen vraagt in de brief waarin de afwijzing op het verzoek staat, de aanvraag nader te specificeren. Vincent Harmsen is daar momenteel mee bezig.
Dit artikel kwam tot stand met ondersteuning van de Vlaams-Nederlandse Journalistenbeurs. Het werd eerder gepubliceerd op de website van Oneworld.nl
(1) Het Nederlandse verzoek is ingediend op 21 juli 2017. In België is het verzoek ingediend op 24 september 2018. (1)
(2) Dit argument wordt door het Ctgb opgevoerd als reden waarom het merendeel van deze documenten niet openbaar gemaakt kan worden. Andere weigeringsgronden die in de brief worden genoemd zijn ‘bescherming van de persoonlijke levenssfeer’ en het geheim houden van ‘persoonlijke beleidsopvattingen’ van medewerkers.
(3) Het verzoek van Vincent Harmsen vraagt specifiek om contacten met zeven grote chemiebedrijven waaronder Bayer, Monsanto, Dow Chemical en Syngenta. Het gaat om e-mails die zijn verzonden in het jaar 2015. Ook wordt verzocht om correspondenties met lobbyorganisaties en PR-bedrijven die werkzaam zijn voor de chemiebranche.
(4) Volgens een woordvoerder van het Ctgb kwam in 2017 zo’n 85 procent van alle inkomsten van het bedrijfsleven. Het gaat dan om meer dan 10 miljoen euro. De rest komt van de Nederlandse overheid.