Als drugstoevoer via Sinaï naar Israël opdroogt, boomt productie in Palestijns gebied

Analyse

Westelijke Jordaanoever ziet sinds 2013 opvallende stijging van drugsproductie

Als drugstoevoer via Sinaï naar Israël opdroogt, boomt productie in Palestijns gebied

Als drugstoevoer via Sinaï naar Israël opdroogt, boomt productie in Palestijns gebied
Als drugstoevoer via Sinaï naar Israël opdroogt, boomt productie in Palestijns gebied

Waar rook is is vuur, en er lijkt een probleem te zijn op de Westelijke Jordaanoever. Door de politieke onrust in Egypte is de toevoer van cannabis naar Israël via de Sinaï afgenomen, en de Palestijnse politie gelooft dat de drugsactiviteiten verhuisd zijn naar de Westelijke Jordaanoever.

© CC0

© CC0

Kolonel Abdallah Ilawie ziet er enigszins nerveus uit achter zijn grote bureau in de hoofdzetel van de politie in Ramallah. ‘We merkten de laatste vier à vijf jaar een toename van drugsactiviteiten op de Westelijke Jordaanoever, vooral met marihuana. Daar hebben we een verklaring voor.’

Ilawie is het hoofd van de antidrugseenheid van de Palestijnse politie op de Westelijke Jordaanoever. ‘Drugs kwam vroeger langs de zuidelijke [Israëlische] grens binnen’, legt hij uit. ‘Maar sinds het Egyptische leger daar tegen terroristische groeperingen vecht, droogden de smokkelroutes op.’ Hij verwijst naar de salafistische opstand in de Sinaï die begon na de omverwerping van het Moebarak regime in 2011, en verder uitbreidde na de militaire coup van 2013. Het Egyptisch leger vecht sindsdien tegen gewapende groeperingen in de Sinaï, en heeft er naar eigen zeggen “volledige controle”.

Tegelijkertijd bouwde Israël tussen 2010 en 2013 een grenshek om “infiltranten en smokkelactiviteiten tegen te houden”, wat de smokkelactiviteiten bemoeilijkte. Reuters meldde in 2014 dat de bouw van het grenshek ervoor zorgde dat de prijzen van cannabis in Israël stegen. In hetzelfde jaar meldde de joods-Amerikaanse nieuwswebsite Tablet Magazine dat Israëli’s dat probleem oplosten door de drugsproductie lokaal te maken. De Israëlische politie zou meer cannabisplantages ontdekt hebben in Tel Aviv en Jeruzalem dan in de jaren voordien.

© Idobi (WIkimedia Commons)

De Israëlisch-Egyptische grens

© Idobi (WIkimedia Commons)

Wetteloosheid in gebied C

Toch lijkt het ook de Westelijke Jordaanoever op een unieke manier betrokken in deze trend. Ook daar is de stijging van ontdekte wietplantages bijzonder frappant. Dat blijkt uit cijfers van de Palestijnse politie, die een forse stijging merkten sinds 2013.

Tussen 2009 en 2013 vond de Palestijnse politie geen enkele cannabisplantage op de Westelijke Jordaanoever. In 2013 begon het cijfer te stijgen naar drie plantages. De aantallen gingen langzaam naar boven tot 13 in 2016, 34 plantages in 2017 en 48 in 2018. Sommige ontdekte plantages waren erg groot. Zo vond de politie in de buurt van een Israëlische kolonie, vlakbij Hebron 11.000 wietplantjes in augustus vorig jaar. In februari 2017 vond de politie, ook in Hebron, een appartement van vier verdiepingen, gevuld met drugsplantjes, zaden, en verpakte hash, klaar voor verkoop.

De politie gelooft dat de stijging een direct gevolg is van de sluiting van de Sinaï routes, omdat de Westelijke Jordaanoever een gunstige plek zou zijn voor de lokale productie van cannabis. Ilawie denkt dat het vooral om gebied C gaat, de zestig procent van de Westelijke Jordaanoever die onder volledige controle van het Israëlisch leger valt. De Palestijnse politie heeft toestemming nodig van de Israëli’s om er binnen te gaan, en het Israëlische leger zou niet geïnteresseerd zijn in het opdoeken van cannabisplantages.

‘Door de Oslo akkoorden, die bepaalden dat Israël verantwoordelijkheid kreeg over veiligheid en criminaliteit in gebied C, heeft de Palestijnse Autoriteit toestemming nodig om er binnen te gaan’

‘De Oslo akkoorden bepaalden dat de Israëli’s verantwoordelijkheid kregen over de veiligheid en de criminaliteit in gebied C. Daarom heeft de Palestijnse Autoriteit Israëlische toestemming nodig om binnen te gaan’, zegt Bilal Abdo. Hij is hoofd van de DCO, District Coordination Office, het orgaan binnen de Palestijnse politie dat coördineert met de Israëlische autoriteiten. ‘Het frustrerende is dat zij toestemming kunnen weigeren zonder een reden te geven waarom’, vervolgt hij. ‘Bovendien is tijd van het grootste belang in de strijd tegen drugs. Soms geven ze ons antwoord na een uur, soms na twaalf uur, soms na twee dagen. Er is nooit duidelijkheid’, zegt hij.

Ilawie denkt dat het Israëlisch leger goed op de hoogte is van plantages in gebied C, maar ervan wegkijkt. ‘Als er een stofje opwaait in gebied C, weten zij ervan.’ Zo ontdekte de Palestijnse politie vorig jaar een grote cannabisplantage in de Jordaanvallei, een gebied onder volledige Israëlische controle, geeft Ilawie als voorbeeld. ‘Het kan niet dat ze hier niet van wisten. Maar ze keken de andere kant op. Ik durf zelf zeggen dat ze het aanmoedigen, doordat ze ervan wegkijken.’

Abdo verklaart die zogenaamde laksheid van het Israëlisch leger in gebied C door hun primaire focus op veiligheid, niet misdaad. Officieel is het Israëlisch leger op de Westelijke Jordaanoever om de kolonies te beschermen voor politiek geweld, niet om drugsproductie tegen te houden. Er is ook Israëlische politie aanwezig in gebied C, maar die houden zich volgens Abdo bezig met Israëlische burgers, niet met Palestijnen die misdaden begaan die geen betrekking hebben tot kolonisten.

‘Iedereen kan misdaden begaan in gebied C zolang ze niet politiek van aard zijn’

Ashraf Mashal, procureur-generaal op de Westelijke Jordaanoever is resoluut in zijn uitspraken: ‘De Israëli’s helpen ons niet met ons werk, en geven ons geen toestemmingen om ons werk te doen. Iedereen kan misdaden begaan in gebied C zolang ze niet politiek van aard zijn.’

Afaf Rabee’ is projectcoördinator bij Al Sadiq Al Taieb, een organisatie die strijdt tegen drugs in Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever. Zij is ook goed op de hoogte van dit probleem en heeft het over “cloudy areas”, gebieden waar de Palestijnse politie niet binnen kan en de Israëli’s wegkijken. ‘Het is duidelijk dat er een netwerk is’, zegt ze.

Economische cirkel

Er zou bijgevolg een economische cirkel zijn ontstaan waarbij de productie van drugs gefinancierd wordt door Israëli’s terwijl Palestijnen het uitvoeren. ‘Diegene alles plant en betaalt, is Israëli’, zegt Ilawie. ‘De tussenpersoon is Palestijns met Israëlische nationaliteit’, vervolgt hij, verwijzend naar Palestijnen wiens statuut het toestaat te reizen tussen de Westelijke Jordaanoever en Israël. ‘Wie effectief kweekt, komt uit de Westelijke Jordaanoever en doet dat om een beetje geld bij te verdienen.’

Afaf Rabee’ bevestigt. ‘Het is niet enkel mijn mening, maar een feit dat wanneer drugsplantages ontdekt worden, het brein erachter vaak Israëlisch is. Zij doen de planning en kopen het materiaal. Degene die de cannabis plant, is Palestijns.’

‘Het brein achter drugsplantages blijkt vaak Israëlisch te zijn. Zij doen de planning en kopen het materiaal. Degene die de cannabis plant, is Palestijns’

Abdo bevestigt eveneens. Hij zegt dat de grote meerderheid van de mensen die gearresteerd worden in drugszaken Palestijnen zijn. ‘Maar we hebben informatie dat mensen met de Israëlische nationaliteit — Palestijnen of Joden, erachter zitten. Zij geven Palestijnen bepaalde sommen geld om drugs voor hen te kweken.’

‘Maar het is heel erg moeilijk om de drugszaken te linken aan Israëlische individuen’, zucht Abdo. ‘Ze geven hun echte namen niet aan de Palestijnen, ze gebruiken gsm’s die niet geregistreerd zijn in hun naam.’

Volgens Abdo weet de politie dat Israëli’s betrokken zijn door de technologie die ze vinden in drugslaboratoria. ‘Die zaken zijn niet beschikbaar op de Westelijke Jordaanoever.’ Ilawie beaamt. Zo vond de politie een hydro-laboratorium in de buurt van Jericho. Hydro is een soort marihuana waarvan de effecten door middel van genetische manipulatie versterkt worden. Volgens Ilawie is die drugs typisch voor de Israëlische markt, en erg duur omdat het zulke hoogstaande technologie vereist waardoor de technologie enkel uit Israël kan komen. ‘Het is erg gemakkelijk voor hen’, zegt Ilawie over de Israëli’s in de economische cirkel. ‘Ze moeten hun handen niet vuilmaken in Israël, en komen er altijd mee weg.’

Ijzeren hand tegen drugs

Palestijnen komen er meestal niet zo vlot mee weg. Samen met de stijging in het aantal plantages, gingen ook de cijfers van het aantal Palestijnen die gearresteerd werden fors naar boven vanaf 2013. Tussen 2008 en 2012 werden er gemiddeld 677 mensen per jaar gearresteerd voor drugs. In 2013 steeg dat cijfer naar 965. In 2017 werden er al 1.921 mensen gearresteerd in drugszaken. In 2018 waren het er 2.467.

Zij krijgen geen zachte behandeling van de politie. Die staat ervoor bekend erg hard op te treden tegen drugs, wat ervoor zorgt dat de politie de enige informatiebron is over dit fenomeen. Palestijnen die drugs kweken willen niet spreken met journalisten, want te gevaarlijk. Tegelijkertijd zeggen mensenrechtenorganisaties geen informatie te hebben omdat het onderwerp omringd is door zulke schaamte.

Ondanks de grote risico’s voor Palestijnen lijkt het erop dat dit fenomeen niet snel zal ophouden, want het is erg winstgevend. ‘Iemand die een dunum (0,1 hectare) tomaten kweekt, verdient 10.000 dollar per jaar’, zegt Issam Jweihan, expert en leider van verschillende initiatieven tegen drugs in Jeruzalem. ‘Als je diezelfde grond gebruikt om wiet te kweken verdien je 200.000. Ze verdienen hier veel geld mee’.