De U-bocht in het Chinese coronabeleid
Xi Jinping is machtig maar is geen nieuwe Mao
Zoals verwacht werd de Chinese president Xi Jinping vorige vrijdag herkozen voor een derde ambtstermijn. Eerder klopte hij zichzelf op de borst voor zijn autoritaire coronabeleid, maar ongeziene protesten dwongen hem tot een drastische bijsturing. De voorbije maanden voerde hij ook op andere terreinen verschillende koerswijzigingen door.
De plotse bocht in het Chinese coronabeleid doorprikt de mythische status van partijleider Xi Jinping.
© Reuters / Aly Song
Zoals verwacht werd de Chinese president Xi Jinping vorige vrijdag herkozen voor een derde ambtstermijn. Eerder klopte hij zichzelf op de borst voor zijn autoritaire coronabeleid, maar ongeziene protesten dwongen hem tot een drastische bijsturing. De voorbije maanden voerde hij ook op andere terreinen verschillende koerswijzigingen door. Een analyse van John Vandaele.
Augustus 2022. Ik liep door de vertrekhal van de luchthaven van Zaventem en dacht dat de marsmannetjes waren geland. Het bleken twintig Chinezen te zijn, van kop tot teen verpakt in hermetische, witte pakken, terwijl alle andere passagiers ongedwongen – intussen zelfs zonder maskers – door de glazen vertrekhal struinden. In China stonden deze marsmannetjes intussen bekend als de da bai, de ‘grote witten’. Maar hier, aan de andere kant van de wereld, illustreerden ze vooral hoe de Volksrepubliek met haar strenge corona-aanpak op dat moment bijna op een andere planeet leefde.
‘Het is gevaarlijk als één man zonder veel tegenspraak aan de macht kan blijven tot hij sterft, dat hebben we eerder al ondervonden.’
Wellicht dachten de Chinezen die naar het WK voetbal in Qatar keken net het tegenovergestelde: wij zitten vast op een corona- eiland van eindeloze lockdowns, terwijl de rest van de wereld in grote stadions naar voetbalwedstrijden kijkt. Het zei iets over Xina, het China van partijleider Xi Jinping. De macht van één man en zijn Communistische Partij was zo groot dat ze een heel ander coronabeleid konden opleggen, ook als dat draconische lockdowns vereiste terwijl de rest van de wereld al volop de teugels vierde.
De hele ervaring met corona roept de vraag op in hoeverre Xina al het ‘Mao-pad’ is opgegaan. Enkele maanden nadat het Xi in 2018 was gelukt om de tijdslimieten van het presidentschap (twee periodes van vijf jaar) af te schaffen, nam een Chinese kennis me even apart. Ook al waren we in België, hij zou me zijn twijfels slechts al fluisterend toevertrouwen. ‘Het is gevaarlijk als één man zonder veel tegenspraak aan de top kan blijven tot hij sterft, dat hebben we eerder al ondervonden.’
Mijn kennis verwees daarmee overduidelijk naar Mao Zedong, die zijn immense land tot twee keer toe in een dodelijke chaos had gestort. Eerst met de ‘Grote Sprong Voorwaarts’, die in 1959-1960 leidde tot de grootste hongersnood in de geschiedenis. Daarbij vielen minstens dertig miljoen doden, omdat niemand de grote roerganger durfde te zeggen dat zijn poging om het land versneld te industrialiseren op een ramp uitliep.
Toen in de daaropvolgende jaren alsnog kritiek werd geleverd, zon Mao op wraak. Van 1966 tot zijn dood in 1976 liet hij de ‘Grote Culturele Revolutie’ op China los. Hij jutte het volk op om ‘het hoofdkwartier te bombarderen’, begrijp: decadente partijkaders – in de eerste plaats zijn tegenstanders – af te zetten. De tweede man van de Partij, Liu Shaoqi, die kritiek had durven geven op de Grote Sprong Voorwaarts, stierf in die periode in de gevangenis.
Om zulke ontsporingen van machtszieke leiders die levenslang aanblijven voortaan een halt toe te roepen, besliste de Partij na Mao’s dood, onder leiding van Deng Xiaoping, dat partijleiders maximaal twee keer vijf jaar aan konden blijven. Verder gold collectief leiderschap: de zeven tot negen leden van het staande comité van het politbureau zouden samen beslissingen nemen.
De personencultus rond de Chinese leider is enorm: Xi duikt overal op en is zowat de ‘voorzitter van alles’.
Met dat leiderschapsmodel zette China opmerkelijke resultaten neer op het vlak van economische ontwikkeling en armoedebestrijding. China werd de grote winnaar van de globalisering, onder meer doordat het systematisch technologie kopieerde van rijke landen: zowat elke buitenlandse investeerder moest samenwerken met lokale bedrijven. Na Deng volgden Jiang Zemin en Hu Jintao als partijleiders. Telkens zetten ze na tien jaar zonder veel problemen een stap opzij.
En toen kwam Xi Jinping. Die heeft intussen de twee drempels overboord gezwierd: de beperking tot tien jaar is opgeheven, en op het Volkscongres van oktober 2022 slaagde hij erin om in het staande comité van het politbureau alleen maar bondgenoten of handlangers te laten benoemen. Dat was mogelijk omdat in de voorafgaande jaren meerdere leiders uit andere partij- fracties in het net van Xi’s ‘anticorruptiecampagne’ waren beland en vervolgens gevangengezet waren.
‘Het is gevaarlijk als één man zonder veel tegenspraak aan de macht kan blijven tot hij sterft, dat hebben we eerder al ondervonden.’
© Reuters / Tingshu Wang
Mao 2.0?
Heeft China daarmee een ‘nieuwe Mao’, een almachtige leider die tot zijn dood slecht beleid kan voeren omdat niemand hem de waarheid durft te vertellen? Zover zijn we voorlopig nog niet. Dat belet niet dat Xi zeker de machtigste leider sinds Mao is. In 2013, onmiddellijk na zijn aantreden, citeerde hij Mao, toen hij stelde dat ‘de politiek de media leidt’. En dus legde hij het internet en de vrijheid van meningsuiting aan banden.
Ook ngo’s werden gekortwiekt. Xi zag ze als een westers paard van Troje dat de partij kon ondermijnen. Zijn anticorruptiecampagne ging eindeloos door en trof niet alleen vele tienduizenden ‘vliegen’, maar ook talloze ‘tijgers’ – topleiders dus, vaak tegenstanders van de president. De personencultus rond de Chinese leider is enorm: Xi duikt overal op en is zowat de ‘voorzitter van alles’.
Ook op economisch vlak draaide Xi de klok terug. De Partij had altijd al de markt beschreven als ‘een vogeltje dat vliegt in een kooi waarvan de Partij de contouren bepaalt’. Na de Grote Culturele Revolutie was die kooi groter geworden, omdat de Partij de private sector nodig had om het land te ontwikkelen. Met Xi aan het roer zou ze weer kleiner worden.
Vanaf de financiële crisis in 2008, die de Chinese leiders interpreteerden als het bewijs van de superioriteit van de ‘socialistische markteconomie met Chinese karakteristieken’, veranderde de toon over private ondernemingen. Zakenmagnaten die dachten zich in de politiek te kunnen mengen, werden op hun plaats gezet. Toen Jack Ma, die met Alibaba een van ’s werelds grootste ondernemingen leidde, kritiek uitoefende op het Chinese beleid, verdween hij maandenlang uit zicht. Xi’s verklaring dat bijscholing het best niet door commerciële, op winst gerichte bedrijven gebeurde, volstond om in enkele weken tijd de aandelen van de hele sector in elkaar te doen storten.
Om te tonen dat hij de immense ongelijkheid in zijn land wou aanpakken, riep Xi de bedrijfswereld op bij te dragen aan de gemeenschappelijke welvaart. Megabedrijven begonnen daarop miljarden euro’s – jawel, dat leest u goed – aan goede doelen te besteden. Xi vergrootte ook de rol van de Partij in het bedrijfsleven: elke onderneming van enige betekenis kreeg een partijcel die voortaan zou meebeslissen. Bij momenten leek het erop dat China, net als in de tijd van Mao, opnieuw leefde bij de grillen van de almachtige leider.
Tegen de achtergrond van deze ontwikkelingen speelden ook nog de geopolitieke spanningen met de Verenigde Staten. Na het aantreden van Donald Trump kwamen er importheffingen op Chinese productie en mocht Amerikaanse toptechnologie niet meer naar China worden uitgevoerd. Huidig president Joe Biden heeft dat beleid nog aangescherpt.
Intussen liggen de lonen in China ook al heel wat hoger dan in pakweg Vietnam of India en bemoeilijkten de strenge coronamaatregelen, met vaak wekenlange quarantaines, het zakendoen met de Volksrepubliek. Dat alles verklaart waarom meer multinationals hun productie naar andere landen verplaatsen. Apple maakt bijvoorbeeld 90% van zijn iPhones in China, maar zal het dat in de toekomst blijven doen?
Toch loopt het voorlopig allemaal niet zo’n vaart. Voor bepaalde hoogtechnologische producten heeft China immers nog heel wat troeven achter de hand. Ten slotte blijft het land een immense afzetmarkt, die bedrijven niet graag de rug zullen toekeren.
China’s bewogen coronaverhaal
China heeft een apart coronaverhaal geschreven. Eerst legde het virus de kwetsbaarheid van Xi’s topdownaanpak bloot, toen de Partij bij de uitbraak van de epidemie alerte dokters als Li Wenliang het zwijgen oplegde. Een autoritair systeem vertrouwt zijn eigen burgers te weinig om hun capaciteiten ten volle te kunnen benutten. Daardoor wist het virus zich over Wuhan, de rest van China en heel de wereld te verspreiden.
Buitenlandse vaccins aankopen paste niet in Xi’s nationalistische verhaal over China’s “superieure” coronabeleid.
Vervolgens toonde het land ook sterkte, dankzij zijn vermogen om een zerocovidbeleid met zeer strikte lockdowns door te drukken. Terwijl de Verenigde Staten een miljoen doden te betreuren hadden, sprak China officieel over minder dan 6000 sterfgevallen. Dat cijfer is wellicht een onderschatting, maar het staat vast dat er lange tijd verhoudingsgewijs in de Volksrepubliek minder doden vielen.
Had Xi het virus onderschat? De meerderheid van de oudere mensen was niet gevaccineerd – omdat ze weigerachtig zijn tegenover vaccins – en de machtige Partij zette niet door om hen te overtuigen. Met het zerocovidbeleid was dat toch niet nodig, was de redenering. Daarnaast werkten de Chinese vaccins minder goed dan de westerse mRNA-vaccins. Maar buitenlandse vaccins aankopen, dat paste niet in Xi’s nationalistische verhaal over China’s zelfverklaarde “superieure” aanpak.
De derde fase van China’s coronaverhaal begon op het moment dat omikron zijn opwachting maakte. De nieuwe coronavariant was zo besmettelijk dat zelfs de Partij de situatie niet langer onder controle kon houden. Overal in het land braken besmettingshaarden uit, met telkens strikte lockdowns tot gevolg. Toen omikron zich in het voorjaar van 2022 ook razendsnel begon te verspreiden in Shanghai, een stad met 28,5 miljoen inwoners, trokken experts aan de alarmbel: het zerocovidbeleid zou niet meer werken.
De plotse bocht in het Chinese coronabeleid doorprikt de mythische status van partijleider Xi Jinping.
Maar het roer omgooien lag gevoelig bij Xi en de Partij. Bovendien waren er grote risico’s. Volgens berekeningen zou China anderhalf miljoen doden tellen als het virus op de bevolking werd losgelaten. In de aanloop naar het Volkscongres, dat hem zijn derde mandaat moest geven, wou Xi dat risico niet lopen. Tijdens en onmiddellijk na het congres bleef het beleid met ijzeren lockdowns en quarantaines overeind. Steden gingen wekenlang op slot, met quarantaines in fabrieken en campussen. In de megafabriek van Apple in Zhengzhou, in de provincie Henan, zaten honderdduizenden werknemers vast om besmetting tegen te gaan.
Op dat moment bleek de Chinese aanpak allesbehalve “superieur”. Terwijl de wereld gaandeweg zijn vrijheid herwon, kreunden de Chinezen onder eindeloze lockdowns en quarantaines. Vele Chinezen leken dat ook te beseffen, ondanks de zware censuur van het internet en de media. Voor het eerst sinds de Tiananmenrevolte van 1989 braken er in november 2022 in heel het land protesten uit: tegen het strenge coronabeleid, tegen de censuur die de vrijheid van meningsuiting onderdrukt en… tegen Xi.
Terwijl de wereld gaandeweg zijn vrijheid herwon, kreunden de Chinezen onder eindeloze lockdowns en quarantaines.
© Reuters / Aly Song
De ommekeer
Die vraag die op ieders lippen brandde: zou Xi doorzetten, ondanks steeds duidelijkere signalen dat zijn aanpak om het virus in toom te houden niet langer werkte? Of zou hij de kritiek van de bevolking ter harte nemen en zijn beleid bijsturen? Het werd het laatste. In nauwelijks enkele weken tijd gooide hij zijn strenge aanpak helemaal om.
De Partij zei uiteraard niet dat ze reageerde op de protesten, maar de timing verraadde dat die op zijn minst meespeelden. In zekere zin is het goed nieuws: Xi blijft vatbaar voor rede en kritiek. Daarnaast speelden ook economische overwegingen een rol. In het laatste kwartaal van 2022 kromp de economie. Heel wat Chinezen hebben hun werk en inkomen verloren. In de steden bedroeg de werkloosheid onder de jeugd maar liefst 17%. Het zerocovidbeleid heeft niet alleen de lokale consumptie lamgelegd, maar zette ook de buitenlandse investeringen onder druk. Die sputterden sowieso al, na de Russische aanval op Oekraïne.
Van de ene dag op de andere gingen de lockdowns op de schop. De grote coronabocht kwam bruusk en zonder het gezondheidssysteem erop voor te bereiden: in een paar dagen tijd waren er geen koortswerende middelen meer verkrijgbaar. De Partij deed het anders voorkomen. De China Daily schreef begin januari dat de economie tekenen van herstel toonde, nu de ‘natie voor een geleidelijke overgang in haar gefaseerde aanpak van COVID-19 heeft gekozen’.
Ook de toon over de rol en plaats van private ondernemingen matigde weer. Het lijkt erop dat China de kooi van de markt weer wat groter wil maken, om de economische groei aan te wakkeren. Hoeveel coronadoden er sinds de ommekeer zijn gevallen, weten we niet. Lokale gezondheidswerkers en partijleiders staan onder druk om het woord ‘covid’ niet te gebruiken in overlijdensaktes. De Partij hoopt wellicht dat het gebrek aan transparantie, de herwonnen vrijheid na het rigide covidbeleid én de economische heropleving zullen helpen om de coronabocht te ronden en toch het gezicht van Xi te redden.
Dit interview werd geschreven voor het lentenummer van MO*magazine. Vind je dit artikel waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.