Sinds eind jaren zeventig is China van een traditionele landbouweconomie tot een moderne industriële samenleving geëvolueerd. De Aziatische reus is vandaag niet alleen de grootste exporteur ter wereld, maar ook de snelst opkomende markteconomie met de snelst groeiende consumptie. In welke sectoren is China anno 2016 dominant?
1. Industriële productie
China, ’s werelds tweede economie na de Verenigde Staten, maakt en verkoopt meer goederen dan welk ander land ook. De Chinese productie van onder meer schoenen, mobiele telefoons, zonnepanelen, elektronica, auto’s en schepen vormt bijna een kwart van de mondiale waarde in deze sector en draagt bij tot zo’n 40% van het Chinese bbp.
C Foulger (by-nc-sa 2.0)
Al hebben Chinese auto’s niet dezelfde reputatie als die van Duitsland of van buurland Japan, toch is China de derde producent van personenvoertuigen ter wereld. Daarnaast zijn ongeveer 90% van alle pc’s, 70% van alle mobiele telefoons en 80% van alle airco’s ter wereld van Chinese makelij.
Maar het Made in China-merk lijkt met de jaren te verzwakken door de recessie van de Chinese economie en die van de industriële productie in het bijzonder, ondanks talloze hervormingen en weifelachtige maatregelen van de overheid.
Vooral de zware industrie, zoals de staalsector in het noordoosten, kreeg in 2015 stevige klappen. In een kwarteeuw was de jaarlijkse groei van het Chinese mirakel nooit zo laag: nog geen 7% in 2015.
2. Dienstensector
Gelukkig draait de Chinese economie niet langer louter en alleen op het aanleggen van spoorwegen of het produceren van huishoudspullen. Chinese leiders manoeuvreren al langer richting andere, lucratievere sectoren.
Enkel Japan en de Verenigde Staten leveren meer diensten dan China.
Een veelbelovende trend in de modernisering van de Chinese economie is de bloei van de dienstensector, die zijn winst vooral haalt uit de binnenlandse consumptie. Vraag en aanbod blijven, dankzij gestegen inkomens, een sterke arbeidsmarkt en een groeiende middenklasse, sterk groeien. Enkel Japan en de Verenigde Staten leveren meer diensten dan China.
Vooral financiële diensten, met in het bijzonder een blakende aandelenmarkt, maar ook de gezondheidszorg, de kleinhandel, het onderwijs, de vrijetijdsbesteding, de cultuur, de wetenschap en het onderzoek dragen bij tot een dienstensector die in 2015 voor de eerste keer meer dan 50% van het bbp van China uitmaakte.
Volgens Mark Williams, China-deskundige bij Capital Economics, zullen de prestaties van de groeiende dienstensector steeds meer de toekomst van een duurzamere Chinese economie bepalen, die meer en meer draait op de particuliere consumptie in plaats van op de export.
3. Landbouw
Een andere sector waar China het wereldtoneel domineert is de landbouw. Als grootste landbouwproducent ter wereld telt het het duizelingwekkende aantal van 300 miljoen boeren, die vooral rijst, maar ook op enorme schaal aardappelen, gierst, graan, thee en tabak verbouwen.
Takeaway (CC by-sa 3.0)
Een vijfde van de wereldwijde maïsproductie en een vierde van alle aardappelen ter wereld komen uit China. Jaarlijks produceert het land bijna 30 miljoen ton eieren, ongeveer de helft van de wereldproductie. Verrassend genoeg is slechts 10% van het landoppervlak geschikt voor landbouw en krimpt dat areaal nog door industrialisering, verstedelijking en woestijnvorming.
Daarenboven is de Chinese landbouw allesbehalve duurzaam: ook in het gebruik van kunstmest en pesticiden voert China de lijstjes aan, met een alarmerende grondvervuiling en milieuschade tot gevolg. Net als de industriële productie lijkt de Chinese landbouw dringend toe aan modernisering en terugkeer naar duurzaamheid, een rood aangestipt agendapunt voor beleidsmakers.
4. Telecommunicatie
Met ongeveer 1,3 miljard mobiele telefoongebruikers en 700 miljoen internetgebruikers is China ook de absolute koploper in de telecommunicatie. China Mobile is het grootste telecombedrijf ter wereld en heeft een marktwaarde van bijna 280 miljard dollar.
Twee knelpunten vertragen de Chinese telecommunicatiehausse: censuur door de overheid en gebrekkige databeveiliging.
Maar liefst vier van de tien grootste internetbedrijven ter wereld komen uit China. De Chinese applicaties, internetbedrijven, smartphones en tablets staan echter nog in de kinderschoenen. Het groeipotentieel wordt door kenners dan ook als torenhoog beoordeeld. De Chinese technologiesector stond vooralsnog bekend voor zijn kopieerzucht, zoals Renren, Weibo en WeChat, de Aziatische varianten van Facebook, Twitter en WhatsApp, maar met de opkomst van eigen innovatieve producten lijkt dat niet meer het geval.
WeChat heeft bijvoorbeeld 650 miljoen gebruikers (tegenover 900 miljoen Whatsappers) over heel Azië en sinds kort ook in Afrika, en enkele unieke functies, zoals een mobiel betalingssysteem en videochat. Twee knelpunten vertragen echter de Chinese telecommunicatiehausse: censuur door de overheid en gebrekkige databeveiliging. Geen enkel land ter wereld telt zo veel cyberaanvallen en gevallen van hacking als China.
5. Geneesmiddelen en biotechnologie
De Chinese geneesmiddelensector domineert heel Azië en is momenteel de tweede ter wereld, na die van de Verenigde Staten. Sinds 2009 groeide de jaarlijkse verkoop van medicijnen in China met meer dan 25%.
Novartis AG (CC by-nc-nd 2.0)
Door toenemende vergrijzing en de vooruitgang van de levenskwaliteit geven beleidsmakers steeds meer voorrang aan verdere ontwikkeling van de gezondheidszorg. In enkele jaren tijd verdubbelde de overheid het zorgbudget, tegen 2020 moet er toegankelijke en betaalbare gezondheidszorg van goede kwaliteit zijn voor de hele Chinese bevolking.
In 2011 liet de Chinese overheid concurrentie binnen de farmaceutische sector toe, waarop snel investeringen van internationale marktleiders als Pfizer, Merck en GlaxoSmithKline volgden. Omdat het om een vrij recent opkomende industrie gaat, is ook hier de groeimarge enorm: terwijl de Chinese biotechnologie tot vijftien jaar geleden vooral gekenmerkt werd door de productie van generische geneesmiddelen, experimenteren heel wat ondernemers met de ontwikkeling van volledig nieuwe medicijnen.
Ook DNA-sequentieonderzoek en de microbiologie groeien als kool in China. Het Beijing Genomics Institute is vandaag bijvoorbeeld goed voor ongeveer de helft van het wereldwijde genetische onderzoek.
6. Hydraulische energie
China is al eeuwenlange gefascineerd door het opwekken van energie via waterkracht. Dictator Mao Zedong droomde al van een gigantisch stuwmeer op de Jangtsekiang, in 2006 kon toenmalig president Hu Jintao – niet toevallig ook een waterkrachtingenieur – de befaamde Drieklovendam in gebruik nemen.
Omdat China stilaan geen rivieren meer heeft om dammen op te bouwen, bouwt het nu ook waterkrachtcentrales in het buitenland.
Voor de bouw van de grootste dam ter wereld, ruim 2 kilometer lang en 185 meter hoog, moesten circa 1,3 miljoen mensen verhuizen. Elf van de 25 grootste waterkrachtcentrales ter wereld bevinden zich in China. Sinds de jaren negentig zijn al zes grote stuwmeren aangelegd op de Mekong en er zijn plannen om er minstens nog elf aan toe te voegen.
Omdat China stilaan geen rivieren meer heeft om dammen op te bouwen, bouwt het nu ook waterkrachtcentrales in het buitenland. In 2014 telde de ngo International Rivers zo’n 367 dammen in maar liefst 74 verschillende landen, vooral in Afrika en Azië. Door China’s fixatie op waterkracht moesten al miljoenen mensen verhuizen en door aardverschuivingen of watergebrek raakten talloze ecosystemen verwoest. Anderzijds kon China zo wel de energiewinning uit steenkool systematisch doen afnemen.
Dit artikel werd geschreven voor het lentenummer van MO*magazine. Voor slechts €20 kan u hier een jaarabonnement nemen!