Op stap door de Otterbeekwijk in Mechelen
Zijn energiegemeenschappen een oplossing voor wie de energiefactuur te duur is?
In Vlaanderen loopt sinds een jaar een proefproject waarbij de huurders van een sociale woonwijk zich verenigen in een energiegemeenschap. Toch loopt alles nog niet helemaal van een leien dakje.
© Dirk Vertommen
De zon werpt haar felle middaglicht op de daken van de Otterbeekwijk, een sociale woonwijk aan de rand van Mechelen. Het is een verrassend warme dinsdag in oktober, de nazomer lijkt eindeloos te duren. We trekken op pad door de wijk met Bart De Bruyne, verantwoordelijke van het Otterbeekproject voor de stad Mechelen. ‘Mensen zonder veel middelen dreigen de trein van de duurzame energie te missen’, legt hij meteen de vinger op de wonde. ‘Als morgen de energieprijzen stijgen doordat fossiele brandstoffen afgebouwd worden, zou het niet eerlijk zijn dat kwetsbare burgers daarvoor de rekening moeten betalen.’
Vandaag is niet iedereen thuis in de Otterbeekwijk. Vaatwassers en wasmachines zijn niet overal aan het werk. Toch gaan de wattages die hier met zonnepanelen opgewekt worden niet verloren. Wat over is, vloeit door naar de buren in het appartementsblok of naar de huizen in de wijk zonder zonnepanelen. Wanneer de zon schijnt, koppelen de bewoners zich eventjes los van de energiemarkt. Dan worden ook de facturen lichter, want de eigen energie kost flink minder dan het sociaal tarief.
De Otterbeekwijk is de eerste energiegemeenschap – in Vlaanderen en in Europa – die uitsluitend is opgebouwd met een sociale doelgroep.
De Otterbeekwijk is een energiegemeenschap. Het project wil de voordelen van lokale, vaak hernieuwbare energie solidair verdelen. Energiegemeenschappen geven een impuls aan burgers, lokale overheden en kleine ondernemingen om samen energie op te wekken, te delen en te verkopen. Zo telt de Otterbeekwijk 730 zonnepanelen, ruim genoeg om zo’n 70 woningen en 15 appartementen van energie te voorzien.
De Bruyne en zijn team wisten dat heel wat van de huizen in de wijk geschikt waren voor zonnepanelen: ‘Er staan weinig bomen en de daken zijn groot. Als we die helemaal vol zouden leggen met zonnepanelen, konden we vier keer zo veel woningen van energie voorzien.’
Sinds 2022 heeft ons land energiegemeenschappen. Ze worden beschouwd als een belangrijk instrument om een breed publiek dat niet kan investeren in zonnepanelen en andere duurzame initiatieven toch te betrekken bij de energietransitie. De Otterbeekwijk is de eerste energiegemeenschap – in Vlaanderen en in Europa – die uitsluitend is opgebouwd met een sociale doelgroep. Het project is een waardevolle praktijktest om te zien of energiegemeenschappen hun solidaire belofte kunnen waarmaken.
Win-winsituatie
Samen met energiecoöperatie Klimaan, sociale huisvestingsmaatschappij Woonland, netbeheerder Fluvius en met de steun van het Europese Lifeproject Tandems, werden in 2022 de eerste zonnepanelen in de Otterbeekwijk geïnstalleerd. De investering bedroeg in totaal zo’n 250.000 euro. Volgend jaar komen er nog eens dubbel zoveel zonnepanelen bij, op daken die nu nog leeg zijn. De panelen worden deels voorgefinancierd met kapitaal dat wordt opgehaald bij burgers, die aandelen kopen van Klimaan.
‘Als de zonnepanelen eenmaal geïnstalleerd zijn, is de energiegemeenschap eigenlijk een boekhoudkundige rekensom’, zegt De Bruyne. ‘Sociale huurders met zonnepanelen op het dak kunnen die energie rechtstreeks gebruiken voor een zeer lage prijs. Dat is omdat de investering over twintig jaar loopt, de levensperiode van zonnepanelen.’
Leden van de energiegemeenschap zonder zonnepanelen op het dak betalen hetzelfde bedrag, al is dat puzzelwerk, legt De Bruyne uit: ‘Omdat er bij de huurders van de energiegemeenschap meerkosten worden aangerekend, zoals distributiekosten en taksen, brengen we die in mindering.’
‘Vlaanderen heeft een aantal zaken nodeloos ingewikkeld gemaakt bij energiedelen.’
© Isabelle Vanhoutte
Kinderziektes
Na ruim een jaar levert het pioniersproject al enkele waardevolle lessen op. Onder andere dat er nog heel wat kinderziektes zijn. Commercieel klopt het plaatje alvast, ziet De Bruyne. ‘Met de bijdragen van de sociale huurders worden de zonnepanelen afbetaald.’ Toch verloopt alles moeizamer dan verwacht, zegt hij: ‘Een van de grote knelpunten is dat veel energieleveranciers jaarlijkse administratiekosten aanrekenen. Die kunnen oplopen tot 150 euro. Deze kosten doen alle financiële voordelen teniet, zeker voor kleinere verbruikers.’
Het allermoeilijkst, zegt De Bruyne, is om sociale huurders ervan te overtuigen mee te stappen in het project. ‘De vele administratieve stappen, de verplichte juridische teksten, de autorisatie bij de netbeheerder en de energieleverancier: dat zijn in de praktijk grote hindernissen.’
‘Vlaanderen heeft een aantal zaken nodeloos ingewikkeld gemaakt. Als gewone burger raak je er nauwelijks wijs uit.’
Sven Van Elst (Aster)
De Bruyne en zijn team proberen de huurders daarbij zo veel mogelijk bij te staan. Toch moeten die nog steeds heel wat stappen zelf ondernemen. Nog steeds hebben te weinig bewoners het proces helemaal doorlopen, met als gevolg dat het project voorlopig geen onverdeeld succes is.
Ten slotte is er ook geen directe opbrengst, omdat de afrekening pas veel later volgt. Daardoor kunnen mensen nog geen ervaringen delen over wat het hun financieel opbrengt, legt De Bruyne uit. ‘We betalen elke maand 18 euro voor de zonnepanelen aan socialehuisvestingsmaatschappij Woonland’, vertrouwt een familie ons toe. ‘Na een jaar wordt berekend of we zullen moeten bijbetalen of geld terugkrijgen. Een energiegemeenschap? Nooit van gehoord’, klinkt het.
50.000 zonnepanelen
De kinderziektes zorgden ervoor dat ook Aster niet meteen overstag ging voor energiegemeenschappen. Aster is een initiatief van de Vlaamse Woonmaatschappijen. De coöperatieve vennootschap heeft als doel betaalbare en duurzame energie te produceren voor sociale huurders in Vlaanderen, en hen zo te betrekken bij de energietransitie.
‘Onze sector beheert ongeveer 80.000 woningen’, zegt algemeen directeur Sven Van Elst. Die willen we tegen 2026 voorzien van meer dan 50.000 zonnepanelen, waarmee we jaarlijks zo’n 130 gigawattuur willen leveren. Sinds vorige zomer plaatsten we al 5000 zonnepanelen, goed voor een productie van 10 gigawattuur zonnestroom.’
‘Een van de grootste dilemma’s is dat slechts een derde van de sociale woningen geschikt is voor zonne-energie’, vertelt Van Elst. ‘Daarbij zijn er ook grote verschillen tussen steden en plattelandsgemeenten, waar nog altijd veel meer eengezinswoningen staan. Twee derde van de energie die we kunnen opwekken, injecteren we vandaag op het net, maar die willen we eigenlijk graag verdelen onder 180.000 gezinnen.’
Of energiegemeenschappen een zaligmakende oplossing zijn om die energie te verdelen? Van Elst: ‘Vandaag hebben energiegemeenschappen een limiet, die op zo’n 100 à 200 gezinnen ligt. Antwerpen alleen telt meer dan 20.000 sociale woningen. Met andere woorden: dat zou meer dan 100 energiegemeenschappen opleveren, plus veel administratieve en juridische rompslomp.’
© Isabelle Vanhoutte
Geen prioriteit
Hoe Aster die extra energie dan wel wil verdelen over de gezinnen zonder zonnepanelen, wordt nog onderzocht. Dat het niet lukt via energiedelen, vindt Van Elst toch een gemiste kans: ‘Vlaanderen heeft een aantal zaken nodeloos ingewikkeld gemaakt. Voor mijn job ben ik dagelijks bezig met energie. Maar als gewone burger raak je er nauwelijks wijs uit.’
Dat energiegemeenschappen veel gebruiksvriendelijker moeten, ziet ook Fiene Keppens van armoedeorganisatie SAAMO. En er is nog een hindernis, zegt ze: ‘De hoge bijkomende kosten zijn een drempel. Je krijgt mensen in armoede pas mee in het verhaal als het iets doet met je portemonnee.’
‘Mensen met een beperkt budget hebben doorgaans andere prioriteiten.’
Lotte Ringoot (VEKA)
Beleidsmatig wordt energiedelen gezien als slechts een van de instrumenten om iedereen mee te krijgen, mailt Lotte Ringoot, woordvoerder van het Vlaams Energie- en Klimaat-agentschap (VEKA). ‘VEKA en de Vlaamse overheid hebben geen concrete doelstellingen over energiegemeenschappen. Zonnepanelen zijn inmiddels rendabel zonder overheidssteun. Extra hulp kan de drempel nog verlagen, onder andere via Energiehuizen (een initiatief om burgers wegwijs te maken in de Vlaamse steun voor energiebesparing, red.). Daarbovenop voorziet de Vlaamse regering ook in de Mijn VerbouwLening, een energielening met een rente die aanzienlijk lager is dan de marktrente.’
Europa zet verdere stappen in de ontwikkeling van het kader voor energiegemeenschappen en energiedelen, legt Ringoot uit. ‘Dat volgen we nauwlettend op. Met als doel om, waar mogelijk, kinderziektes of onvolmaaktheden aan te pakken.’
De verplichte renovatie en steunmaatregelen zijn goede zaken, meent Fiene Keppens. Maar zal dat wel volstaan? ‘Heel wat mensen in armoede komen daarmee toch net niet toe aan zonnepanelen. Mensen met een beperkt budget hebben doorgaans andere prioriteiten: het dak moet geïsoleerd worden, de ramen vervangen, de stabiliteit gegarandeerd. Dan is het geld snel op.’
Eigenlijk hebben mensen in armoede nauwelijks toegang tot hernieuwbare energie, zegt Keppens. ‘Als ze het niet kunnen voorfinancieren of hun dak is niet geschikt, zijn mensen afhankelijk van initiatieven als een energiegemeenschap. Of je hebt het geluk dat je verhuurder of woonmaatschappij zonnepanelen op het dak van je huurwoning legt. Energiegemeenschappen zijn vaak de enige mogelijkheid om mensen die het niet kunnen betalen, toegang te geven tot hernieuwbare energie.’
Daarmee zijn ze een belangrijk puzzelstuk om de energietransitie breed en solidair te organiseren. Maar de praktijktest in de Otterbeekwijk toont aan: wie in Vlaanderen hernieuwbare energie wil delen onder burgers, moet voorlopig nog even ploeteren.
Deze analyse is verschenen in het winternummer van MO*magazine. Vind je dit artikel waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je tal van andere voordelen.