U ligt misschien nog te genieten van een koele caiperinha, maar de financiële wereld zit al maanden met het soort kloppende hoofdpijn die volgt na een te veel van dat alcoholische lekkers. Stevent de wereld af op een herhaling van de crisis in 2008? Zes experts geven hun mening.
Signalen van de markt
Wolfgang Munchau – columnist Financial Times
We krijgen vier signalen van de markt die wijzen op een nakende crisis.
Het belangrijkste is de giftige combinatie van dalende bankaandelen met een stijgende rente op overheidsobligaties. Dat is een ernstige waarschuwing. Eigenlijk zeggen de markten dat ze beginnen te twijfelen of Mario Draghi écht ‘alles zal doen wat nodig is’ om een crisis te voorkomen.
De Europese Centrale Bank (ECB) haalt haar doel van 2% inflatie al jaren niet meer.
De markten hebben ook geen vertrouwen in de Europese bankenunie, die bij problemen te veel verantwoordelijkheid bij de obligatie- en aandeelhouders legt. En er is de aanhoudende angst voor deflatie. De Europese Centrale Bank (ECB) haalt haar doel van 2% inflatie al jaren niet meer. De markten geloven niet dat daar snel verandering in komt.
Ten slotte is er de vrees voor een negatieve rente. In België kunnen de banken die niet doorberekenen aan hun klanten, maar als dat wel gebeurt, wordt gevreesd voor een bankrun.
In 2008 hebben we nagelaten om het systeem volledig schoon te vegen. Dat was de hoofdzonde, en een opeenstapeling van fouten heeft het probleem alleen maar groter gemaakt: procyclische besparingsmaatregelen, opeeenvolgende verkeerde beleidskeuzes van de ECB en het onvermogen om een echte bankenunie op te zetten. Het is interessant te zien dat elk van die beslissingen er onder druk van Duitsland is gekomen.
Dalende vraag
Olivier Vardakoulias – New Economics Foundation
Eigenlijk hebben alle risicofactoren voor een nieuwe crisis te maken met een wereldwijd dalende vraag. In China is de groei sterk vertraagd en daarmee ook de vraag naar grondstoffen. Dus dalen de grondstofprijzen, ook die van olie, wat de landen die deze grondstoffen exporteren in de problemen brengt.
Ondertussen blijven veel Europese economieën kwetsbaar. Er is te weinig groei in de eurozone, al is er een rente van 0% en staat de gelddrukpers van de ECB volop aan. De bezuinigingspolitiek werkt dit alleen maar in de hand. Momenteel komt de vraag alleen van de VS en het VK, zij het alleen doordat de privésector en de huishoudens meer schulden maken en er vastgoed- en andere zeepbellen ontstaan. Hoe dan ook is dat onvoldoende om de globale economie weer op gang te trekken.
Er zijn nooit maatregelen genomen om het schuldenprobleem echt op te lossen.
Bij een dalende vraag worden investeringen uitgesteld en dalen de aandelenprijzen. Dat maakt financiële analisten nerveus. Zij zitten immers op een berg aandelen en overheidsobligaties die mogelijk overgewaardeerd zijn en proberen daar nu vanaf te raken.
Een tweede probleem zijn de schulden, zodra zal blijken dat die onhoudbaar zijn. Het schuldenprobleem heeft zich na 2008 van de ene sector naar de andere en van de ene regio naar de andere verplaatst. Maar er zijn nooit maatregelen genomen om het echt op te lossen.
Kevin Burkett (CC BY-SA 2.0)
ECB heeft het onder controle
Peter Dekeyzer – Hoofdeconoom BNP Parisbas
Banken zijn aanwezig in alle delen van de economie en zijn op die manier kwetsbaar voor allerhande crisissen. Maar er is een wezenlijk verschil tussen een bankencrisis en een financiële crisis met een oorzaak die buiten de banken ligt. De dalende grondstofprijzen wegen ook op de banken die massaal kredieten hebben verstrekt aan opkomende economieën, met grondstoffen als onderpand. Als die prijzen instorten, kan dat een aantal banken in de problemen brengen.
De ECB heeft nog andere middelen achter de hand. De gelddrukpers is een machtig wapen.
Binnen de eurozone zie ik niet meteen een probleem. Het bankensysteem is vandaag veel stabieler, de kapitaalvereisten zijn aangescherpt en banken zijn voorzichtiger geworden. De ECB kijkt daar nauwlettend op toe. Ze heeft er alles aan gedaan om de eurozone te behoeden. Ik zie niet waarom ze daar vandaag op terug zou komen. Nu de rente op 0% staat heeft ze geen marge meer om die verder te verlagen, maar de ECB heeft nog andere middelen achter de hand. De gelddrukpers is een machtig wapen.
Toen Italië een aantal jaren geleden in de problemen kwam, hoefde men alleen maar te dreigen desnoods alle overheidsobligaties op te kopen om de financiële markten op andere gedachten te brengen. Als het nodig is, zal ze dat wapen opnieuw in stelling brengen, al zie ik daar vandaag niet meteen een aanleiding voor.
Verschuivende onevenwichten
Mattias Vermeiren – Professor Internationale Politieke Economie, UGent
Onevenwichten in de wereldeconomie waren tien jaar terug een hoofdoorzaak van de financiële crisis: de VS financierden hoge handelstekorten via de reusachtige monetaire reserves van de Oost-Aziatische landen.
Onevenwichten in de wereldeconomie blijven een belangrijke potentiële bron van internationale financiële instabiliteit.
Zulke onevenwichten blijven een belangrijke potentiële bron van internationale financiële instabiliteit. Het probleem ligt vandaag meer bij de opkomende markten. De VS drongen hun handelstekort terug, maar om uit de crisis te geraken, ging de Amerikaanse centrale bank, de Federal Reserve, massaal geld bijdrukken.
Door die stimuleringsmaatregelen vloeide tussen 2009 en 2014 een gigantische stroom van dit goedkope kapitaal naar de opkomende markten, waar bedrijven massaal schulden in dollars aangingen – met name Chinese bedrijven, die meer dan 1000 miljard aan dollarkredieten bij westerse banken opnamen. Door een sterkere dollar en de nakende rentestijgingen van de Fed kunnen ze hun schulden misschien niet meer aflossen. Zo dreigen ook de kredietverlenende banken in de problemen te komen.
Het is afwachten of de monetaire reserves van deze landen hun bedrijven bij wanbetaling uit de financiële nood kunnen helpen. Of zal de Fed als lender-of-last-resort willen optreden om de centrale banken van die landen bij te springen, om zo ook de eigen banken te beschermen?
Het gevaar offshore
John Christensen – Directeur Taks Justice Network
De Panama Papers hebben er ons nog eens aan herinnerd hoe geïnstitutionaliseerd belastingontduiking en -ontwijking vandaag wel is. Volgens de laatste schattingen bevindt zich een gigantisch bedrag tussen de 24 en 35 biljoen dollar offshore. Banken helpen hun klanten om geld in belastingparadijzen te parkeren, maar opereren ook zelf vanuit die belastingparadijzen.
De Europese regelgeving na de vorige bankencrisis heeft de bankencultuur niet veranderd. Er vloeit nog steeds veel geld naar de overgewaardeerde huizenmarkt en banken blijven beleggen in riskante producten. Meestal gebeurt dat offshore, in een gedereguleerde omgeving. Dat maakt offshore zo gevaarlijk: investeringsfondsen en andere financiële vehikels kunnen er zich grotendeels aan de regels onttrekken.
Voor het eerst zien we echter dat risicoanalisten de risico’s van belastingontwijking beginnen in te calculeren. In een aantal gevallen hebben banken en bedrijven toch nog grote bedragen aan achterstallige belastingen moeten ophoesten. Dat zal ongetwijfeld de waarde van hun aandelen drukken. Dalende aandelenprijzen houden een risico in, maar tegelijkertijd kan zo weer een deel van het offshoregeld de reële economie ten goede komen en de belabberde overheidsfinanciën opkrikken.
Banken zullen omvallen
Mariana Mazzucato – Hoogleraar innovatieve economie aan de Universiteit van Susssex, auteur van De ondernemende staat
De wereldeconomie zit in een neerwaartse spiraal. Er zullen banken omvallen, maar het zal niet meteen tot een acute crisis komen – of, “crisis”, we zitten eigenlijk in een bipolaire, schizofrene toestand. Het gaat economisch steeds slechter, maar omdat de overheid telkens bijspringt en een echte crisis weet te voorkomen, lijkt het alsof we alles onder controle hebben. De fundamentele problemen worden echter nooit aangepakt.
Bedrijven én banken blijven zwaar in gebreke inzake geduldige financiering die niet uit is op onmiddellijke winst
De particuliere schulden, niet de publieke, zijn het echte probleem, die blijven zich opstapelen. De reële lonen stagneren al jaren, waardoor de mensen meer schulden aangaan.
Verder blijven bedrijven én banken zwaar in gebreke inzake geduldige financiering die niet uit is op onmiddellijke winst, en met haar bezuinigingsbeleid is ook de overheid hier afwezig. Groei wordt alleen door consumptie aangewakkerd.
Daarbovenop is er het probleem van de financialisering. De financiële sector leent aan de financiële sector en doet zijn werk niet: investeren in de reële economie. De Basel-hervormingen waren puur kwantitatief, banken moesten voorzichtiger worden, maar over de aard van hun activiteiten is het nooit gegaan. Terwijl dat de clou is: er moet veel gerichter geïnvesteerd worden in de reële economie. Door de banken, maar ook door de overheid.
Dit interview verscheen in het zomernummer van MO*magazine. Een abonnement op het magazine kost slechts 20 euro en kan je hier bestellen.