Amerikaanse benzineprijzen hebben allerlei effecten

Bram Claeys

15 mei 2011
Blog

Amerikaanse benzineprijzen hebben allerlei effecten

De prijs aan de benzinepomp piekt in de USA. Autokopers kiezen plots weer meer voor zuinige auto’s, Chevrolet brengt een elektrische auto op de markt, en de Democraten willen de oliebedrijven hun taksvoordelen ontnemen. Zonder veel kans op success echter, want het door de Republikeinen gedomineerde Huis van Afgevaardigden ziet dat idee absoluut niet zitten.

De Climate Ride is ondertussen op het eind van zijn tweede dag. 150 fietsers rijden van New York naar Washington, om aandacht te trekken op klimaatverandering, milieuvriendelijke energie en alternatieven voor de auto. Gisteren van New York naar Princeton in New Jersey – met de ferry over de Hudson en dan de tuinwijken door. Vandaag de Delaware overgestoken naar Pensylvania, naar Valley Forge, waar het leger van Washington kampeerde bij het begin van de oorlog tegen de Britten.

Zeer fijn. En ‘s avonds telkens voordrachten en discussies – als een soort klimaatworkshop in beweging.

Een van de sprekers vanavond had het over de transportcampagne van NRDC, die probeert om het federaal transportfonds beter in te laten zetten. Dat fonds wordt gespijsd door een taks van 80 dollarcent op benzene, en is na de uitgaven voor landbouw de tweede grootste uitgavenpost (los van defensie en sociale zekerheid, die zogezegd “vaste kosten” zijn). En al dat geld gaat vandaag naar snelwegen. Het lijkt een slim idee om dat te herbestemmen naar meer milieuvriendelijke transportalternatieven.

Maar niet meteen een discussie die vandaag veel tractie lijkt te krijgen. De impact die de hoge benzineprijzen hebben, is vrij indrukwekkend. Vandaag betaal je ongeveer $4 per gallon, wat ongeveer 0,6 euro per liter is. De gevolgen daarvan zijn dat de druk op de regering om letterlijk nieuwe oliebronnen aan te boren, immens groot is. Van de Golf van Mexico tot de Noordpool. Omdat de redenering is dat door meer binnenlandse productie, de prijs zou dalen, want de macht van OPEC zou dalen. De kans bestaat natuurlijk dat de winsten van de oliebedrijven gewoon hoger zouden worden. De prijs piekt vandaag tenslotte minder omwille van leverproblemen, en eerder door speculatie op de markt.

Dat leidde de democraten tot het voorstel om de taksvrijstellingen voor de grote oliebedrijven op te geven. Dat zou $21 miljard opleveren voor het staatsbudget, wat bijzonder aantrekkelijk klinkt. Zeker aangezien bijvoorbeeld Exxon net recordwinsten aankondigden, en dus bezwaarlijk taksvrijstellingen nodig hebben.

Alleen gaat dat tegen de ideologie van de Republikeinen, die geen hogere taksen willen. En het wegnemen van taksvrijstellingen komt neer op taksverhogingen. De Republikeinen controleren het Huis in het Congres, dus zal het bijzonder moeilijk zijn om dit voorstel er door te krijgen.

Ondertussen kiezen de Amerikanen en masse voor zuiniger auto’s, en laten ze hun SUV op de oprit. Dat is niet de eerste keer. In 2008 zaten de prijzen al eens op dit niveau. Alleen lijken de Amerikaanse automakers GM en Ford dit keer echter klaar om modellen aan te bieden die aan de nieuwe vraag kunnen voldoen.