“‘Back to business in Burkina Faso’
Tegen de tijd dat de stewardessen van Brussels Airlines een tiental dagen geleden de traditionele frisco's bovenhaalden, was mijn geest al weer in Ouagadougou. Even brachten het uitbundige groen en het vele water overal me nog in de war. Vanuit de lucht leek Burkina Faso plots een heel klein beetje Congo. Het langverwachte regenseizoen is tijdens mijn afwezigheid eindelijk in alle hevigheid losgebarsten. De warme vochtige avondlucht op de tarmac omarmde me als een oude bekende en mengde zich al gauw met de geur van stof, gegrilde kip en uitlaatgassen van alle kalibers.
De bijna vier weken België waren verfrissend in meer dan één opzicht. Ik was – voor het eerst misschien sinds ik hier woon – wel aan wat rust toe. Mijn lijf had echt even genoeg gehad van de hitte waar dit jaar maar geen einde aan leek te komen. Familie en vrienden terugvinden en voelen dat een stuk van mij ook daar altijd een anker heeft, deed goed. In Ouagadougou zweer ik bij rijst met saus maar het korte intermezzo vol lekkers uit de tuin heeft gesmaakt. De veertig jaren huwelijk van mijn ouders mogen vieren in een – zowaar – zonovergoten tuin en met een delicieus vegetarisch walking dinner was heerlijk. En daar mijn broer (Tiny Legs Tim) en mijn lief (Art Melody) samen een blues-rap van hoog niveau zien improviseren, was alweer een hartverwarmend bewijs van hoe vruchtbaar métissage wel kan zijn.
Parels voor de zwijnen
Mijn blik op België is hoe dan ook veranderd sinds ik drie jaar geleden besloot om mijn eigen weg te zoeken door het beste van twee werelden. Door er samen met Armel te zijn stond ik ineens stil bij nog andere dingen. In een poging om drie maand scheiding bij te benen, wandelden we elke dag door het prachtige West-Vlaamse Heuvelland. In volle zomer zagen we – op een enkel stuk met hop na – maar vier gewassen op de velden: mais, tarwe, aardappelen en voederbieten. Armel stelde tot zijn ontzetting vast dat afgezien van de tarwekorrels en de aardappelen alles in functie staat van het vee, dat dan ook nog eens de resterende weidegrond inpalmt. Voor de Burkinabè is mais een basisvoedsel, het ingrediënt waarmee hun nationale gerecht ‘to’ wordt gemaakt. De West-Europeanen gooien in dat opzicht letterlijk parels voor de zwijnen.
Daartegenover staat dan weer dat er niets gaat boven de professionaliteit en de efficiëntie in de Belgische landbouwsector: van de perfecte rijen gewassen en het nauwgezet gebruik van elk stukje veld tot de indrukwekkende maaidorsers. De duizenden familiale landbouwers in Burkina Faso kunnen er alleen maar van dromen…
Primark
Met een beetje goede wil kon ik de uitpuilende supermarkten en de volle winkelstraten nog rijmen aan de broeierige bedrijvigheid op de markten in Ouagadougou. Maar toen ik op de terugweg van de Ardennen op een overvolle piekuurtrein vol betrokken gezichten naar de eindeloze files op de snelweg zat te staren en vervolgens las en hoorde dat hét nieuws van de dag de opening van een vestiging van Primark in de Gentse Langemunt was geweest (een gebeurtenis waarvoor burgemeester Termont extra politie had ingezet, uit vrees voor rellen), wou ik nog maar op één plek zijn.
Mijn Ouagadougou
Mijn Ouagadougou, waar ik teruggevallen ben op een verhelderende materiële eenvoud, waar ik – zeker nu ik ineens een gezin heb – financieel niet altijd weet van welk hout pijlen maken, maar dat mij mentaal een enorme vrijheid en duizend uitdagingen biedt. Ouagadougou, waar ik thuis ben bij Armel en de kindjes, waar de zon het hele jaar lang en twaalf uur per dag het bijna nooit laat afweten, waar ik bouwde en bouw aan mijn Foyer, die droomplek die me de voorbije maanden heeft gezalfd en geslagen.
Incentives voor Le Foyer
Na de diefstal in februari kwam het met de marché in mijn restaurant nooit helemaal weer goed. Dat is zeker voor een deel te wijten aan de economische klappen die deze toch al zo weinig koopkrachtige natie sinds een aantal maanden krijgt. Ik kon me tegelijk niet van de indruk ontdoen dat mijn werknemers langzaam maar zeker aan het indommelen waren. Eerst wezen vrienden en klanten die Le Foyer aandeden tijdens de enkele uren per dag dat ik er niet ben me er op. Later zag ik het alsmaar vaker voor mijn eigen ogen gebeuren. Elke week moest ik me wel een paar keer boos maken omdat verschillende gerechten op de kaart ontbraken, omdat klanten ontgoocheld reageerden over de manier waarop ze bediend waren, omdat iedereen te laat kwam of al voor sluitingstijd had ingepakt. Van enig eigen initiatief (een weeksuggestie zo af en toe op de kaart, wat fris commercieel inzicht) was er al helemaal geen sprake meer.
Nochtans was dat er ooit wel. Op zoek dan maar naar incentives, zoals dat in de wereld van de human ressources zo mooi heet. Met toch wel wat lood in mijn schoenen kondigde ik bij onze heropening begin vorige week aan dat de salarissen vanaf deze maand met één vierde ongeveer worden verminderd. Wie zijn oude salaris terug wil, moet een bonus verdienen. Een deel van die bonus maak ik afhankelijk van individuele prestaties (en in dat opzicht heb ik met elk van mijn werknemers een grondig evaluatiegesprek gevoerd de voorbije dagen), het andere deel zal afhangen van de omzet, en met andere woorden van wat we samen als ploeg bereiken.
Het was verbazend stil na mijn aankondiging maar het lijkt toch een en ander te hebben los gemaakt. De individuele inspanningen zijn er alvast, laat ons hopen dat ze mijn onderneming een flinke nieuwe boost geven.
Superminister Kafando
De transitie kabbelt intussen verder. Een stevige crisis zette eind juni nog even alles op het spel: geruchten over een verijdelde aanslag op premier Zida veroorzaakten een nieuwe storm in de toch al woelige wateren tussen de eerste minister en zijn voormalige makkers van het Régiment de Sécurité Présidentielle (RSP). Die laatsten eisten het ontslag van alle militairen in de regering en Zida in het bijzonder. De ex-meerderheid deed daar nog een schepje bovenop en vroeg het ontslag van de hele transitieregering.
Het feit dat de ex-meerderheid onder één hoedje speelt met het privéleger van Blaise Compaore en nog altijd levendige contacten onderhoudt met de oud-president is daardoor niet langer een publiek geheim. President Kafando wikte en woog, riep een Raad van Wijzen in het leven, en besloot uiteindelijk tot het behoud van Zida als premier. Daarentegen zette hij de door het volk om zijn duidelijke en daadkrachtige optreden zeer geliefde militair-minister Barry aan de kant, en trok hij de bevoegdheden voor defensie en veiligheid naar zich toe. Kafando wordt algemeen geloofd om zijn diplomatie maar de teleurstelling over het afscheid van Barry, de ongerustheid over het feit dat de president met ook nog eens defensie en veiligheid een soort van superminister wordt en het onbegrip over het gebrek aan straf voor de RSP, zijn groot.
Blaise voor de rechter
Hoewel de Conseil National de Transition (het transitieparlement, kortweg CNT) een stevige dreun moest incasseren toen het Gerechtshof van de CEDEAO haar op de vingers tikte over de nieuwe electorale code, scoorde ze nieuwe punten met de inbeschuldigingstelling van Blaise Compaore en de ministers van zijn laatste regering. Het Hooggerechtshof, de enige instantie die over een grote vis als Blaise kan en mag oordelen, treedt daarmee voor het eerst sinds zijn oprichting in 1995 in werking. Blaise wordt beschuldigd van hoogverraad en een aanslag op de grondwet, zijn ministers van oplichting op grote schaal, opzettelijke slagen en verwondingen en medeplichtigheid aan moord.
Op weg naar 11 oktober
In afwachting van acties van de onderzoeksrechter lijkt de rust min of meer teruggekeerd. Alle ogen zijn nu gericht op het Grondwettelijk Hof, dat heel binnenkort moet beslissen welke van de 22 presidentskandidaten een geldige kandidatuur hebben ingediend. Als de eventuele ongelukkigen vrede nemen met het verdict, mag daarna de campagne voor de presidents- en parlementsverkiezingen van 11 oktober losbarsten. Als ze dat niet doen, zal m’ba (opa) Kafando nog maar eens zijn valies vol diplomatische trucjes moeten opentrekken. De wereld kijkt, en Burkina Faso weet het!