“‘Wat als mijn droom afgunst oproept?’
We zijn in België, met ons vieren. Voor vakantie. En bedenktijd. Een hele maand lang. De timing is perfect, want het vat... dat is even af.
Toen ik, bijna vijf jaar geleden nu, mijn koffers pakte en naar Burkina Faso verhuisde, had ik een droom. Ik wilde op mijn manier bijdragen aan “ontwikkeling”. Ik wilde duurzaam werk creëren en de lokale economie een stevig duwtje geven. Ik wilde de tijdloze wijze woorden van Thomas Sankara (“produisons burkinabè, consommons burkinabè”) toetsen aan de praktijk. Ik wilde mijn ideeën zaaien, ze zien groeien en de resultaten ervan oogsten - hoe bescheiden die ook zouden zijn. Ik wilde (mezelf) investeren, voor onbepaalde duur, ver weg van het keurslijf van projecten en programma’s.
De droom
Gaandeweg kreeg de droom vaste vorm. Op de kaart van Ouagadougou, in het hartje van de volkswijk Gounghin, ontpopte zich Le Foyer. Met vallen en opstaan, met tienduizend lessen onderweg, maar ook stevig en zeker.
Le Foyer werd een rustplek in de broeierige en lawaaierige hitte van de stad, een eenvoudige maar verzorgde culinaire adempauze voor een zeer gemengd publiek, een kwaliteitsvolle pied à terre voor artiesten en melomanen.
Zes mensen kregen er een goede en rechtvaardig betaalde job, de plek werd een referentie voor lokale producten, met een zaterdagse bio-markt als blikvanger daar boven op. Met de boerderij in Pabre in volle groei was de belofte van de cirkel rond.
Een sombere rode draad
Diefstal werd jammer genoeg een sombere rode draad. Al te vaak verdween er voedsel, in kleine maar systematische porties: een kilo rijst, een liter olie, een stuk kip. Een jaar lang liet ik me in de luren leggen door de medewerkster die de aankopen deed op de markt. Het verlies voor Le Foyer draaide rond de 1000 euro. In februari 2015 werd er ingebroken. Er verdween veel geld, een fototoestel en een telefoon.
Zoveel deuken kregen vertrouwen en veerkracht te verduren, zoveel keren ademde ik in en uit en zette ik door.
De droom gaf energie, de steun van mensen om me heen leverde kracht.
Recht op het doel af
De deur van de bar in Le Foyer, na de passage van de dief
deur bar
Op een ochtend half juli kreeg ik telefoon. Een artiest vroeg me om een concert nog dezelfde avond. Mijn barman Michel was net met vakantie vertrokken maar ik nam het voorstel aan. Ik gooide mijn dag om, bestelde drank en vlees, voerde oorlog met de internetverbinding om het nieuws nog snel te verspreiden.
Vier uur later werd ik gewekt. Er was opnieuw ingebroken in Le Foyer.
De avond was prachtig, het concert heel bijzonder. De domper kwam toen mijn telefoon verdween, van achter de bar.
Laat in de nacht sloot ik af, moe en triest. Mijn computer liet ik achter, bang om er in het nachtelijke Ouagadougou nog mee rond te rijden.
Vier uur later werd ik gewekt. Er was opnieuw ingebroken in Le Foyer. Alleen mijn computer, iPod en het kleingeld in de kassa waren verdwenen. Aan niets anders was geraakt. De dief was duidelijk recht op zijn doel af gegaan.
Afgunst
Enkele weken later is de schok bedaard, en zelfs het verdriet om materieel en emotioneel verlies krijgt zijn plaats. Ik plak mijn leven wel weer bij elkaar.
Het probleem is afgunst: dat woord dat zoveel meer zegt dan jaloezie, die vreselijke kwaal die zo genadeloos woekert in het land van de integere mensen.
Wat overblijft, is onbehagen, wantrouwen, buikpijn en een berg vragen. Iedereen om me heen is het er over eens: de dief komt van heel dichtbij.
Hij of zij wist precies wat te doen, en wanneer dat te doen. Hij of zij wou niet zozeer het restaurant raken als wel mij persoonlijk. Hij of zij was wellicht in 2015 ook al op het rendez-vous. De bedoeling is om me te ontmoedigen, om me zo ver te drijven dat ik het opgeef.
Het probleem is afgunst: dat woord dat zoveel meer zegt dan jaloezie, die vreselijke kwaal die zo genadeloos woekert in het land van de integere mensen.
Time out
Als ik me laat ontmoedigen, dan geef ik mijn belager precies wat hij wil. Als ik dat niet doe, dan moet ik ergens de moed en de energie zien te vinden om ook dit weer te doen slijten, om het vertrouwen nog maar eens op te bouwen, om de vragen te aanvaarden in hun onbeantwoorde staat.
Maar vooral: als de droom meer afgunst oproept dan dat hij bijdraagt aan wat ik ermee voor ogen had, wat is hij dan nog waard?
Een time-out dus, rust, en tijd. En daarna zien we wel weer.