Beslissingen in Brussel en boeren in Senegal

Blog

De harde realiteit van de besparingen in ontwikkelingssamenwerking

Beslissingen in Brussel en boeren in Senegal

Beslissingen in Brussel en boeren in Senegal
Beslissingen in Brussel en boeren in Senegal

Na het lezen van de analyses van Gie Goris en Tom De Herdt over de besparingen in ontwikkelingssamenwerking, lijkt het mij interessant om een concreet beeld te schetsen van wat een besparing nu effectief inhoudt op het terrein. Vanuit mijn positie als vertegenwoordigster voor Broederlijk Delen wil ik beschrijven hoe wij in Senegal deze vermindering in budget gaan bolwerken.

Als je wil werken als vertegenwoordiger van Broederlijk Delen, word je tijdens het interview gevraagd of je dat wel ziet zitten om in een ‘eenzame’ job te stappen.

Inderdaad, het aspect van deze job om te werken zonder directe medewerkers, in een bureau waar je alleen met jezelf kan overleggen (en via mail of skype met collega’s in Brussel) was niet bepaald hetgeen waar ik het meest naar uit keek.

Link

Lees ook Small is beautiful? De Croo bespaart op ontwikkelingssamenwerking

Vermits ik mijn eigen boekhoudster, chauffeur en secretaresse ben, is er met andere woorden weinig ruimte om te besparen op bijvoorbeeld administratieve kosten of ondersteunend personeel.

Link

Lees ook: Besparen op ontwikkelingssamenwerking: onverantwoord en onliberaal

Ik hoor geregeld vanuit de vierde pijlerhoek: wij willen graag rechtstreeks geven aan de mensen die het nodig hebben zonder dat er geld blijft plakken ergens tussen ‘wij die het geven met de beste bedoelingen’ en’ zij die het krijgen en nuttig gebruiken’. Ik begrijp deze logica, maar wil bij deze ook benadrukken dat de overgrote meerderheid die actief is in de sector ontwikkelingssamenwerking zorgvuldig geselecteerd is om dat met kennis van zake en veel engagement te doen en daar ook voor een welbepaalde reden zit.

Deze ontwikkelingssamenwerkers bekleden vaak managementfuncties om mee te verzekeren dat het waardevolle belastinggeld op een correcte manier besteed wordt en bij de juiste mensen terecht komt.

© Goele Drijkoningen

Vertegenwoordiger APAF geeft uitleg over agroforestry, bekostigd met het budget groepswerk

© Goele Drijkoningen​

Er zijn voldoende ngo’s die verschillende medewerkers in dienst hebben in het Zuiden en dat ook perfect kunnen verantwoorden omwille van efficiëntie en doelgerichtheid, verdeling van taken en verantwoordelijkheden. Broederlijk Delen heeft ervoor gekozen om haar werking op die wijze te structureren dat de “schakels” tussen gever en ontvanger zo klein mogelijk gemaakt zijn. Zo komt het merendeel van het budget terecht bij de mensen van wie we de levenskwaliteit willen verhogen.

In 11 partnerlanden van onze organisatie zit dus ergens een persoon op een bureau met een auto en soms een coöperant en met een goede verstandhouding met zichzelf en zijn/haar computer. Vanzelfsprekend zijn er de partnerorganisaties waarmee we samenwerken en waar we zoveel mogelijk tijd mee doorbrengen. In Senegal gaat het over elf nationale of regionale ngo’s die dankzij de financiële ondersteuning van de Belgische overheid en de private middelen en technische bijstand van Broederlijk Delen hun organisatie kunnen versterken. Zo kunnen zij op hun beurt een duurzame ondersteuning geven aan hun landgenoten die het minder getroffen hebben. In het geval van Broederlijk Delen spreken we dan voornamelijk over kleinschalige landbouwers.

Over welk bedrag gaat het precies?

Indien we ons zouden baseren op de uitvoerige studies die gedaan zijn om de doelgerichtheid, efficiëntie en duurzaamheid van onze programma’s door te lichten, zou dit een besparing van 7% inhouden in Senegal. Echter, om solidair te zijn met andere sectoren, heeft het Ministerie van Ontwikkelingssamenwerking een extra besparing opgelegd waardoor we nog meer moeten inkrimpen in 2017.

Je zou denken dat je daarna met een (financieel) gerust hart aan je vijfjarenplan kan beginnen en in te zetten om die resultaten in rurale ontwikkeling te behalen: landbouwgrond terug vruchtbaarder maken door agroforestry (boslandbouw), vrouwen meer beslissingskracht geven door hen in te informeren en motiveren om in politieke instanties te integreren, gezinnen een gevarieerder dieet aanbieden via het opstarten van tuinbouwactiviteiten en het organiseren van andere bronnen van inkomsten.

© Milaine Bédard

Vrouwen vieren de ‘Journée internationale de l’agriculture biologique’

© Milaine Bédard​

Helaas is het tegendeel waar. Er werd ons duidelijk gemaakt dat er verdere besparingen zullen volgen waarvan de grootte nog niet duidelijk is. De onzekerheid blijft dus en we moeten hopen op andere opbrengsten van de organisatie. Slotsom: we doen het in Senegal met 13% minder op ons vijf-jaren budget.

Wie krijgt er dan daadwerkelijk een euro minder?

Binnen de bestaande BD structuur zoals boven uitgelegd, moeten de besparingen voornamelijk gedragen worden door de partners in combinatie met enkele maanden minder voor een coöperant en minder budget voor synergie. Wanneer Broederlijk Delen beslist om de personeelskosten te ondersteunen van de partners (want dat is hetgeen waar donoren graag minder geld aan uitgeven om meer werkingskosten te kunnen bekostigen) is dat omdat er wel degelijk mensen moeten betaald worden om een bepaalde activiteit uit te voeren.

Wanneer er besloten wordt om dit te doen binnen de arbeidsreglementen van het land, wat sociale zekerheid en pensioensbijdragen inhoudt, is dat onder meer omdat wij een correct personeelsbeleid willen aanmoedigen bij de partners. Een werknemer die een bepaalde zekerheid kan opbouwen zal ongetwijfeld zijn werk ook gemotiveerder uitvoeren.

Op dit vlak moeten wij nu aan de partners vragen om te besparen. In sommige gevallen zal dit inhouden dat zij nog eens nadenken over het zo efficiënt mogelijk inzetten van personeel; in andere gevallen betekent dit spijtig genoeg een persoon minder dus ook enkele activiteiten minder en bijgevolg enkele resultaten minder.

Bij Agrécol bijvoorbeeld, een regionale NGO die ijvert voor agro-ecologische landbouw, betekent dit concreet dat hun team met minder personeel ook minder tuinbouwgroepen kan vormen en opvolgen. Er zullen dan in plaats van 15 tuinbouwvelden waar een 600 landbouwers hun groenten kweken en verkopen, nu een aantal velden minder ondersteund worden.

© Milaine Bédard

Vrouw op tuinbouwveld ondersteund door Agrécol Afrique

© Milaine Bédard​

Terwijl Broederlijk Delen een bepaald werkingsbedrag voorzien heeft voor haar partnerorganisaties, moeten wij hen nu vragen om dat te herbekijken want er zijn enkele tienduizenden euro’s minder per partner en dus er zullen activiteiten moeten geschrapt worden.

Bij ADT-GERT, een Senegalese NGO die anti-erosie werken uitvoert om het aantal bebouwbare landbouwgrond te vergroten, zal dit inhouden dat zij het aantal voorziene erosie-werken moeten beperken. Er zal dus een ‘cordon pierreux’ minder zijn en het water zal op een bepaalde plaats in volle vaart kunnen verder stromen waardoor dat gebied niet voor landbouw kan gebruikt worden.

Naast het communiceren van de cijfers, ga ik ook overal in dialoog gaan om die vermindering te kaderen binnen een algemene tendens van besparing in België. We zullen een algemene herziening van ons programma moeten bespreken: wat kunnen we precies bereiken wanneer we het met minder moeten doen? Hoe gaan we het ingekrompen budget voor synergie dan precies inzetten om zoveel mogelijk de werkingen van de verschillende partners op elkaar af te stemmen? Hoe blijven we relevant?

Kortom, genoeg stof om over na te denken de volgende weken. Zoals een collega in Brussel het mooi verwoordde: we drukken op ‘reset’ en vertrekken met frisse moed aan een nieuw geformuleerd plan. Weliswaar noodgedwongen.