Mooov blogt: “Big Big World”, zoeken naar onze roots in het magisch-realistische universum van Reha Erdem

Blog

Mooov blogt: “Big Big World”, zoeken naar onze roots in het magisch-realistische universum van Reha Erdem

Mooov blogt: “Big Big World”, zoeken naar onze roots in het magisch-realistische universum van Reha Erdem
Mooov blogt: “Big Big World”, zoeken naar onze roots in het magisch-realistische universum van Reha Erdem

“We’ll find a place, it’s a big world” verzekert Ali zijn zus Zuhal. De twee verlaten de werkelijkheid en nemen hun toevlucht tot een eigen universum diep in het bos. Maar magie gaat altijd hand in hand met ontwrichting.

Wanneer Zuhal (Ecem Uzun) gedoemd is de tweede vrouw te worden van haar adoptievader, ziet Ali (Berke Karaer in zijn acteerdebuut) geen andere uitweg dan de adoptiefamilie te doden. Pas op het moment dat Ali en Zuhal wegrijden op Ali’s motorfiets, krijgen we de titelsequentie te zien. Hier start de Turkse regisseur Reha Erdem de zoektocht naar hun roots, het verlangen naar een thuis magisch verbeeld in een spel van dromen en werkelijkheid.

Vlucht uit de realiteit

Net zoals zovelen in het cinematografische universum voor hen deden, pogen Ali en Zuhal weg te vluchten van de realiteit en een thuis te vinden bij elkaar. Hoewel het normaal gezien twee geliefden zijn die de wereld achter zich laten - denk maar aan Moonrise Kingdom (Wes Anderson, 2012) of Sommaren med Monika (Ingmar Bergman, 1953) - zijn het in dit geval broer en zus. Beiden zijn overtuigd van hun verwantschap hoewel ze opgroeiden in een weeshuis zonder zekerheid van hun gedeelde afkomst. Dit maakt de relatie des te meer intens, en complex.

Op de vlucht voelt hun locatie telkens onveilig en trekt Ali de motorfiets steeds opnieuw sputterend in gang. Nabij een afgelegen dorpje vinden de twee een bos. Wanneer ze door de rivier naar de andere kant van het woud waden, voelen ze zich eindelijk beschermd. Vanaf het moment dat ze het bos betreden, wandelen ze dromen en fantasie binnen waar de dood, leven, liefde en eenzaamheid door elkaar vloeien. De muziekscore van Nils Frahm – gekend van zijn collaboratie met Ólafur Arnalds – tilt de openheid van de belevingswereld van de tieners naar een magisch niveau.

Hun privé-universum is echter niet zonder gevaren. Erdem speelt continu met voortekens. Een dreigend onweer, beelden van slangen en broer en zus die spelend met de dood flirten, voorspellen geen goede afloop. Toch verkiezen de protagonisten het donkere moerasachtig bos boven de samenleving die hen nooit iets goeds kon bieden.

Roep naar geborgenheid

Elke dag waadt Ali opnieuw door de rivier en neemt hij zijn motor naar het dorpje om bij te klussen, steevast met een sigaret tussen de lippen. De motor en de sigaret vormen zijn link met de realiteit en volwassenheid. Wanneer hij zijn motor niet terug vindt tussen de bomen, verliest hij dan ook voor de eerste keer zijn ‘cool’ die hem eerder zelfs bij de moord van Zuhals adoptiegezin niet in de steek liet.

Als hij zijn motor terugvindt, aait hij het stuur waar een van de spiegels verdwenen is, een deel van zijn zekerheid al verloren. De disharmonie met de buitenwereld wordt op scherp gesteld door de contrasterende shots van het koude razen van de motor over het asfalt en het harde daglicht van het dorpje met de eeuwig zachte schemering in het woud, het water, de dieren, modder en de muziek die er weerklinkt.

In tegenstelling tot Ali keert Zuhal nooit meer volledig terug naar de realiteit. Wanneer Ali zijn klusjes doet, dwaalt ze rond in het bos en zakt ze dieper en dieper af in haar eigen fantasie en haar verlangens om terug te gaan naar haar begin, een kindertijd die ze nooit heeft gehad. Een oude vrouw duikt op, verward en op zoek naar haar vader, een echo van de beginscène waarin een meisje roept om haar papa. Is deze vrouw Zuhal zelf? Is het een visie van een grootmoeder die ze altijd wenste? Ook Ali ziet af en toe een oudere man die op zijn beurt om zijn moeder roept.

Hoewel de twee tieners op zoek lijken naar een toekomst en een plaats in de wereld, wensen de twee eigenlijk terug te keren het verleden. De realiteit waarin ze leefden, dwong hen om prematuur volwassen te worden. In hun eigen fictie is het enige wat ze uiteindelijk willen, terugkeren naar een kindertijd die ze nooit hebben beleefd.

Sofie Steenhaut