Van Caïro tot Aswan: mijmerend door Egypte
“‘Bij de handelaar in heet water’
Eind 2019 reisde wereldblogger Patricia naar Egypte. Samen met een Belgische vriend en Caïreense vriendin reisde ze van Caïro per trein naar Luxor en vandaar naar Aswan. Met haar taalleraar Sallam als gids leerde ze in het Arabisch over het Oude Egypte. Wat haar het meest bijbleef, was het alledaagse leven van de Egyptenaren van vandaag.
© Patricia Campailla
Wereldblogger Patricia reisde eind 2019 met een Belgische vriend en Caïreense vriendin per trein van Caïro naar Luxor en Aswan. Met haar taalleraar Sallam als gids leerde ze in het Arabisch over het Oude Egypte. Wat haar het meest bijbleef, was het hechte sociale leven van de Egyptenaren vandaag, het flexibel omgaan met de tijd en de (h)eerlijke keuken gebaseerd op lokale ingrediënten.
Toen ik onze reis besprak met Sallam had hij het vaak over de “muwaaSallaat”, de vervoersmiddelen. Hij sprak over boten, koetsen, taxi’s, microbusjes en toeristische auto’s met privé-chauffeur. Ik begreep niet goed waarom dat zo belangrijk was voor hem. Maar toen we met de nachttrein in Luxor aankwamen werd het mij snel duidelijk. Binnen het halfuur liet hij ons kennismaken met achtereenvolgens een calèche, een bootje en de auto van zijn neef. Luxor telt een heel scala aan vervoersmiddelen en ze worden allemaal druk gebruikt. Ik raakte erdoor gefascineerd. Op een avond liet ik mijn gedachten de vrije loop terwijl de muwaaSallaat druk toeterend voorbijreden.
Het kleed maakt de man
Een koffiehuis bij valavond op de westelijke oever in Luxor. Vaste klanten kijken naar een voetbalwedstrijd op tv. Ik sla het straatleven gade terwijl mijn vrienden in gesprek verwikkeld zijn en uit de luidspreker boven mij de stem van de voetbalcommentator schalt. Houten stoelen en hoge metalen tafeltjes worden geschikt en herschikt in functie van de klanten die komen. Behalve ikzelf en Youssra zijn er geen vrouwelijke klanten. Koffiehuizen zijn in Egypte een mannenaangelegenheid. Het is één van de verschillen die me opvallen met Jordanië, het eerste Arabische land waar ik verliefd op werd.
In Egypte kies je zelf de kleur van je autolampen: helblauw, gifgroen, bloedrood of violet
Gefascineerd kijk ik naar het verkeer dat over de hoge bult in de strook asfalt net voor mij rijdt. Een verkeersdrempel in Egyptische stijl, verraderlijk hoog en niet gemarkeerd door fluorescerende strepen. ‘Wie niet vertragen wil zal voelen’, dat lijkt de filosofie van het Egyptisch verkeerswezen. Iets wat nooit zal ophouden me te verbazen is de artistieke vrijheid die bestuurders van voertuigen in de Arabische wereld hebben. Witte koplampen en oranje knipperlichten? Saai! In Egypte kies je zelf de kleur van je autolampen: helblauw, gifgroen, bloedrood of violet, zolang het maar kleurrijk en feestelijk is. Al die kleuren passen goed bij de warme connecties die ik zie stromen tussen de voorbijgangers op straat en de klanten in het koffiehuis.
Oudere mannen zijn doorgaans gekleed in een traditionele jalabiyya* en hebben een sjaal om het hoofd gewikkeld, vaak nog een sjaal om de nek geslagen. Het zijn dus niet enkel de vrouwen die hoofd en lichaam bedekken. Alleen hebben Egyptische mannen wel de keuze: de oudere generatie houdt het meestal bij de traditionele jalabiyya en sjaal terwijl de jongere generaties afwisselend Westers en traditioneel gekleed gaan, afhankelijk van de gelegenheid.
Zowel in Egypte als in Jordanië ontmoette ik vrouwen die lak hebben aan maatschappelijke normen
Voor vrouwen ligt het een stuk moeilijker, zeker in het traditionele Opper-Egypte. Maar zowel in Egypte als in Jordanië ontmoette ik vrouwen die lak hebben aan de maatschappelijke normen: ze volgen in meer of mindere mate de Westerse mode en geven hun donkere haarlokken vrij spel. Sterke vrouwen die religieus praktiserend zijn maar wel het recht opeisen om zelf te beslissen hoe ze leven.
Evident is het niet. In Caïro vertrouwde een jonge vrouw me toe dat ze doodongelukkig was door de levensstijl die ze koos. Haar familie legt haar een immense druk op om zich te schikken naar de geldende normen in de maatschappij. Niet uit religieuze overwegingen maar uit schrik voor ‘wat de mensen zeggen’. Dergelijke verhalen brengen me altijd terug met de voeten op de grond. De Arabische taal en gastvrijheid beroeren mijn ziel zoals ik het nergens anders ervaar. Maar ik prijs me wel gelukkig dat ik kan leven en reizen zoals ik dat wil.
Melk, pindanootjes en kaneel
Toeristen kennen doorgaans geen saHlab
Deze gedachten spelen door mijn hoofd als de ober aan komt draven met onze bestelling: saHlab, iets nieuws voor mij dat ik bestelde omdat dat van de man naast mij er zo lekker uitzag. Wat een ontdekking! Een glas gevuld met dampend warme vloeibare melkpudding, bestrooid met pindanootjes en onderaan het glas een flinke portie kaneel, getopt met driekleurige hagelslag. Een winterse delicatesse uit Opper-Egypte!
SaHlab in Luxor
© Patricia Campailla
Als we het later in Aswan opnieuw bestellen is de ober onder de indruk: toeristen kennen doorgaans geen saHlab. Maar wij zijn geen doorsnee toeristen: we spreken Arabisch en worden vergezeld door onze Egyptische vriendin en mijn leraar Arabisch die ons met plezier wegwijs maken in de Egyptische keuken. Gedurende onze reis krijgen we op die manier heerlijke gerechten voorgeschoteld: simpel, vers en met liefde gemaakt.
De saHlab leidt me even af van het verkeer. Samen met Youssra geniet ik, Werner nipt van zijn koffie en ik zie dat hij besluit om volgende keer ook zo een saHlabje te nemen. Nadat ik de vullende melkpudding verorberd heb richt ik mijn blik terug op de straat. Het is eind december en de koudste periode van het jaar in Luxor: ik ben blij dat ik mijn winddicht regenjack heb meegenomen, maar verder is het comfortabel buiten zitten op dit terras.
Het ene na het andere microbusje rijdt voorbij: vaak met de schuifdeuren open en met felgekleurde binnenverlichting. Microbusjes zie je hier overal, ze vormen samen met de tuktuks het goedkoopste gemotoriseerde vervoermiddel en ik wou dat we ze in België ook hadden. Je springt op en af waar je wil, er komt er altijd wel eentje voorbij en ze zijn spotgoedkoop. Als je op de voorste bank zit, heb je wel geen minuut rust: telkens als iemand achteraan opstapt, roept die naar de chauffeur de bestemming. Vervolgens geeft hij of zij een bankbriefje door naar voor, wie achter de chauffeur zit, fungeert als doorgeefluik. Is het geld niet gepast dan reikt de chauffeur jou het wisselgeld aan dat je dan weer doorgeeft naar achter.
Met het hele gezin op de motor
Maar wie het zich kan permitteren schaft zich een motor aan: dat zijn de kamelen van het moderne Egypte. Met paarse, groene of anders gekleurde koplampen. Niemand draagt een helm. Mannen in traditionele jalabiyya en een sjaal om het hoofd gewikkeld op een Jawa: het is een grappig zicht. Vaak zit achterop een passagier. Of twee, of drie. In Caïro kon ik me niet bedwingen te staren naar een vader die met zijn vijf kinderen een portie couscousi** kwam eten bij Abu Ahmed, tegenover de Amr moskee. De vader liep op krukken.
Terwijl zijn kroost zich tegoed deed aan een bord dampende couscousi, prutste hij wat aan zijn motor. Die was omgebouwd tot driewieler, met achteraan en vooraan een plank bevestigd die extra plaats bood. Ik keek toe hoe de vader zich op het voertuig hees en zijn krukken achter zich vastbond. Eén voor één klommen de kinderen aan boord van het gepimpte voertuig. De vader kreeg door dat ik hen bekeek en wierp een tersluikse, vrolijke blik in mijn richting: ‘Ja mevrouw, zo gaat dat hier, wij trekken ons plan’. En weg stoof hij, met zijn hele gezin aan boord.
Youssra vertelt me dat Egyptenaren naar het koffiehuis komen om te mediteren
Youssra vertelt me dat Egyptenaren naar het koffiehuis komen om te mediteren. Ze zitten, roken een waterpijp, drinken thee, spelen Tawla (backgammon) en praten wat of staren gewoon voor zich uit. Gedurende een paar uur laten ze hun dagelijkse zorgen achter zich. Dat is wat ik gedaan heb: zitten, drinken, staren en mijn gedachten laten dwalen. Ik was helemaal in het moment. Een saHlab of een thee bij de ‘Handelaar in heet water’***: mindfulness op zijn Egyptisch.
* lang kleed voor mannen
** Warme couscous, overgoten met hete melk en getopt met veel poedersuiker en een mengeling van nootjes en rozijnen, indien gewenst geserveerd met een kwak dikke room.
*** Youssra leerde me deze mooie naam voor het meer gangbare ‘maqhaa’ om een koffie- of theehuis aan te duiden: de man die handelt in heet water, zijnde koffie en thee.