“‘Brief uit Moria, Lesbos’
Declan Barry is een pediater uit Ierland. Hij heeft voor Artsen Zonder Grenzen sinds 2010 gewerkt in Oeganda, Ethiopië, Libië, verschillende keren in Afghanistan en Pakistan, Syrië, Liberia en Libanon. Vandaag is hij medisch coördinator van de Artsen Zonder Grenzen-projecten in Griekenland, maar wat hij daar meemaakt kan hij niet vergelijken met zijn eerdere ervaringen. 1 jaar na de deal tussen Turkije en de Europese Unie ziet hij dingen die hij nooit eerder zag.
Elke keer als ik de kliniek van Artsen Zonder Grenzen bezoek in de stad Mytilini, op het Griekse eiland Lesbos, zie ik iets dat ik als dokter nooit in andere landen heb gezien. Ik kan het nog het best omschrijven als volslagen wanhoop.
Dammetjes van modder en sneeuw
De kliniek van Artsen Zonder Grenzen in Mytilini ligt niet ver van een door de EU opgetrokken kamp of “hotspot”. Asielzoekers en migranten komen naar ons toe voor extra medische verzorging terwijl ze wachten op de beslissing of ze al dan niet in Europa mogen blijven.
Tijdens mijn eerste bezoek in november 2016 leefden de mensen die ik ontmoette opeengepakt in kleine, donkere tentjes. Net buiten hun tent hadden ze dammetjes van modder gemaakt om te voorkomen dat hun “huis” zou overstromen door de regen. Europa hield al maandenlang duizenden mensen vast in die ellende. Zoals in de meeste centra op de Griekse eilanden, zaten er in Moria meer dan dubbel zo veel mensen als het centrum aankon. Duizenden mensen sliepen op de grond, in de regen en de modder. Toen ik zag in welke omstandigheden de mensen moesten leven, wist ik dat het kamp gewoon niet veilig was.
Tegen eind januari stierven er in het kamp van Moria vijf mensen van de kou. Pas toen de sneeuw met bakken uit de lucht viel en de mensen het niet meer hielden van de vrieskou, reageerden de Europese autoriteiten en bereidden ze het kamp voor op de winter. De vijf sterfgevallen waren voorspelbaar en hadden voorkomen kunnen worden.
Plotse verbetering
Tijdens mijn recentste bezoek, slechts enkele weken geleden, waren er geen kleine tenten meer en sliep niemand meer in de modder. De meest kwetsbare mensen – zieken, mensen met een handicap, de jongste kinderen en senioren – waren ondergebracht in hotels en appartementen op het eiland. Moria was proper – en daar moest ik eigenlijk blij om zijn. Alleen was ik woedend over de vooruitgang die plots zo snel geboekt was. Vijf weken. Hoe kon het dat er, nu de winter bijna voorbij was, zo veel kon gebeuren in zo’n korte tijd? Sommige mensen hadden al zes maanden, of zelfs een jaar lang, in erbarmelijke omstandigheden geleefd. Waarom was er niet eerder iets gebeurd?
De omstandigheden in het kamp van Moria zijn verbeterd, maar ons medisch team ziet nog steeds de psychologische gevolgen bij onze patiënten na zo veel leed.
Droom houdt migranten overeind
De mensen die ik in Moria ontmoette, waren gevlucht voor oorlog in Syrië, vervolging in Iran, een gewelddadige belegering in Irak, gewapende rebellen in Congo, discriminatie in Nigeria, armoede in Algerije en nog zo veel meer. Ze moesten vaak duizenden kilometers afleggen langs de gevaarlijkste wegen. Velen werden verkracht, geslagen, geïntimideerd of bestolen. Zij hebben het overleefd, maar veel van hun vrienden en familie zijn om het leven gekomen. Het trauma dat ze opliepen en de wreedheden waar ze getuige van waren, zouden volstaan om jou en mij te breken. Maar zij bleven overeind, op de een of andere wonderlijke manier. De droom om ergens een veilig onderkomen te vinden, gaf hen hoop.
Alleen werden ze hier in Europa met nog meer trauma en onmenselijke omstandigheden geconfronteerd. En deze keer waren de daders geen aanhangers van autoriteiten of militanten. Deze keer waren de mensen die pijn veroorzaakten Europese leiders en hun beleid, en bij uitbreiding, ook hun burgers. Deze keer waren wij de schuldigen.
Zelfverminking en zelfmoord
Sommige van onze patiënten kunnen niet meer praten of slapen en anderen hebben een fysiek gevoel alsof hun hart op springen staat. We hebben gezien hoe mensen zichzelf verminken in een poging de pijn naar buiten te brengen in plaats van er in hun binnenste aan kapot te gaan. Nog anderen vertellen ons dat ze zelfmoord overwegen omdat ze het als enige uitweg zien om van het eiland te geraken. Sommigen hebben het al geprobeerd.
Tijdens een van mijn bezoeken aan Lesbos ontmoette ik een man die zich grote zorgen maakte omdat zijn broer erover dacht uit het leven te stappen. Wij boden dringende psychiatrische zorg, maar er is helaas geen medicatie die het leven in mensonwaardige omstandigheden draaglijk maakt. Het was net of de twee broers samen in de zee lagen te watertrappelen; de ene klaar om op te geven en te verdrinken, de andere in een wanhopige poging om hen beiden drijvende te houden. Schoppend. Trekkend. Vechtend. De stress moet onvoorstelbaar zijn.
Als je me vraagt wat er moet gebeuren, dan zou ik zeggen dat de Europese leiders wakker moeten worden. Ze prijzen het succes van de deal tussen de EU en Turkije aan en keren mensen de rug toe die op de vlucht zijn voor wreedheden, armoede en vervolging.
EU-beleid dodelijk
In de zes jaar dat ik voor Artsen Zonder Grenzen als dokter overal ter wereld aan de slag ben geweest, heb ik veel leed gezien. Maar dat niet alleen. Ik heb ook hoop gezien bij mensen die ik behandelde in Afghanistan, Syrië en Libië. Ik heb zelfs hoop gezien tijdens de ebola-epidemie in West-Afrika. Ik heb geleerd dat mensen kunnen herstellen van extreme trauma’s, ziektes en verwondingen; ze kunnen echt veel verdragen en overleven. Maar de psychologische en fysieke stress die het EU-beleid voor asielzoekers en migranten met zich meebrengt, werkt verlammend, veroorzaakt handicaps en kan zelfs dodelijk zijn.
Het is werkelijk ontoelaatbaar dat Europa de plek is waar mensen de hoop verliezen.
Ik had nooit gedacht dat ik dat zou zien.
Artsen Zonder Grenzen bracht ook een rapport uit over de gezondheid van vluchtelingen na 1 jaar EU-Turkije deal