Burundi, een blik van binnenuit

Blog

Burundi, een blik van binnenuit

Burundi, een blik van binnenuit
Burundi, een blik van binnenuit

De wantoestand in mijn huidig buurland is al enige tijd aan de gang, maar in de Westerse media lees ik momenteel enkel een update over het aantal doden. Ik beland als bij toeval op een conferentie voor Burundese journalisten en krijg de context die in onze mainstream media vaak afwezig blijft.

Link

Lees ook: Burundi op de rand van een burgeroorlog

De vierendertig journalisten die aan de conferentie in Kigoma deelnamen, zijn momenteel – op twee personen na – allemaal werkloos.

Ze werkten als onafhankelijke journalisten en sinds april 2015 zijn alle niet-gouvernementele mediahuizen in Burundi ontmanteld. De grootste bekommernis van elk van hen is het gebrek aan correcte informatie en de telkens terugkerende, onrustwekkende geruchten die de Burundese straten onrustig maken.

Alle deelnemers aan de conferentie zien het als hun taak om zich als journalisten te verenigen en zo toch manieren te blijven vinden om hun medeburgers te informeren. Als ze daar bij hun terugkeer de kans toe krijgen, that is. Door hun deelname aan de conferentie komen ze mogelijk op een zwarte lijst terecht en is de kans groot dat zij binnenkort één van de vermiste personen worden waarover onze kranten zullen publiceren. Maar hun passie voor journalistiek en de hoop voor de toekomst van hun land schrijven ze hoger aan dan de eigen veiligheid.

Wat denkt Burundi over haar president?

Tegen mijn verwachtingen in blijken de meeste journalisten waarmee ik in gesprek ga niet volkomen negatief over hun president. Ze beschrijven Pierre Nkurunziza als een man van het volk en een man onder het volk. Hij nam de tijd om dorpen te bezoeken en samen met de lokale bevolking mee te eten. Hij betrok ook het volk bij de opbouw van het land: iedere regio kreeg de autoriteit en verantwoordelijkheid om haar eigen scholen te bouwen en zaterdag droeg elke burger letterlijk zijn steentje bij om scholen dicht bij huis een realiteit te maken. Op die manier loste hij ook een deel van de werkloosheid op. Dankzij Nkurunziza bevallen vrouwen tegenwoordig kosteloos in het ziekenhuis en krijgt hun nieuwe spruit gratis medische verzorging tot de leeftijd van vijf jaar.

“Nkurunziza was een man van het volk en een man onder het volk.”

De Burundese journalisten vergeten echter ook de minpunten van hun president niet te vermelden. Pierre Nkurunziza faalde in zijn strijd tegen corruptie en heeft ook te weinig stappen ondernomen om de werkloosheid – vooral bij de geschoolde jongeren in de hoofdstad – aan te pakken.

Bij deze groep heerste mede daardoor een gevoel van onvrede over zijn werk als president. Toen Nkurunziza via een loophole in de grondwet een nieuw mandaat aankondigde, was dat voor een deel van hen de laatste druppel.

‘Een deel van hen!’, dat moest ik extra benadrukken. Want er zijn ook hooggeschoolde jongeren die 100% achter deze nieuwe termijn van hun de president staan.

De welbefaamde loophole

Steunend op de Arusha-akkoorden – die in 1996 een einde maakten aan de toen etnische en politieke onrust in Burundi – heeft Nkurunziza in juli nieuwe verkiezingen georganiseerd én gewonnen. In de internationale media worden deze façadeverkiezingen onwettig verklaard en beschreven als in strijd met diezelfde akkoorden. Reden hiervoor is de ambigue opstelling van paragrafen 7.1 t.e.m. 7.3. De artikels zeggen het volgende:

  • 7.1 (a) - The Constitution shall provide that, save for the very first election of a President, the President of the Republic shall be elected by direct universal suffrage in which each elector may vote for only one candidate. […]

  • 7.1 (c) - For the first election, to be held during the transition period, the President shall be indirectly elected as specified in article 20, paragraph 10 below.

  • 7.3 - She / He shall be elected for a term of five years, renewable only once. No one may serve more than two presidential terms.

De internationale gemeenschap verwijst naar paragraaf 7.3 om de acties van de Burundese president te berispen. Pierre Nkurunziza verdedigt zich dan weer met paragraaf 7.1 (c). Voor zijn eerste termijn werd hij namelijk niet direct door het volk, maar indirect door het parlement verkozen omdat het land zich toen in een overgangsfase bevond. Volgens deze gedachtegang is hij in juli aan zijn tweede en daarmee ook laatste regeerperiode begonnen onder het motto dat hij nog meer zaken voor het land wil bewerkstelligen en dat zijn werk als president nog niet voltooid is.

De populariteit van Nkurunziza en zijn massale aanhang op het Burundese platteland maken dat de uitkomst van de verkiezingen in juni 2015 (69%) een geloofwaardig cijfer is. Op dat ogenblik waren de meeste burgers voorstander van een laatste ambtstermijn voor hun president die het voorbije decennium bewezen heeft geen slechte president te zijn.

De populaire Nkurunziza heeft een massale aanhang op het Burundese platteland.

Wanneer ik de journalisten vraag naar hun mening over deze nieuwe termijn – onwettig of niet – antwoordden ze dat dit niet meer van belang is. De situatie is hoe ze nu is en van hieruit willen ze verder.

Ze betreuren wel dat het harde werk van de president en het volk van de voorbij tien jaar in enkele maanden teniet werd gedaan: het land is ontspoord in chaos, de economie ligt in duigen, er heerst een sfeer van angst en wantrouwen en alle alternatieven om Burundi terug op de rails te krijgen – zoals vreedzame betogingen of de (mislukte) putsch –, zijn uitgeput.

Hoewel het nooit letterlijk gezegd wordt, merk ik tussen de regels door dat hun president nu dan toch maar een stap opzij moet zetten voor het belang van het land. Zolang hij aanblijft, zal de chaos blijven voortduren. Hij kan echter pas uit zijn functie stappen, wanneer er een (overgangs)oplossing is. En dus wachten ze geduldig de uitkomst van de onderhandelingen af.

© Ellen Heymans

Conferentie voor Burundese journalisten in Kigoma.

© Ellen Heymans​

België gooit olie op het vuur

Dat geduld is wat de internationale instellingen niet lijken te hebben. Er wordt extern veel druk gezet op een snelle en pacifistische uitkomst, maar net deze druk maakt de situatie des te complexer en gevaarlijker. Onze minister van Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo heeft – met pijn in het hart, zo stelt hij – eerste steunprojecten dicht bij de Burundese regering stopgezet en dreigt ermee om in april ook de projecten die rechtstreeks naar de bevolking gaan te bevriezen. Hij roept andere landen uit de Europese Unie op om hetzelfde te doen en op die manier een sterk signaal naar de Burundese regering uit te sturen.

De acties van De Croo hebben het omgekeerde effect.

Deze – waarschijnlijk goedbedoelde – stappen wordt de Belgische regering door een groot deel van de Burundese bevolking niet in dank afgenomen. De mening leeft dat België de Burundese onafhankelijkheid niet respecteert, dat wij deze jonge natie niet de kans laten zelf een oplossing voor dit probleem te vinden en dat België haar rol als voormalige kolonisator opnieuw wil uitspelen.

Het feit dat de Belgische regering duidelijk partij kiest voor de oppositie, maakt dat de lokale bevolking net meer sympathie voelt voor zij die niet de handen in elkaar slaan met de voormalige kolonisator, Nkurunziza dus. De acties van De Croo hebben dus net het omgekeerde effect.

Het probleem van desinformatie

De Burundese journalisten die aan de conferentie deelnamen, hebben geen pasklaar antwoord om uit deze crisis te geraken. Ze zien wel een rol weggelegd voor de journalistiek om het – volgens hen – meest prominente probleem uit de weg te ruimen: het probleem van desinformatie.

Het zijn van die zeldzame momenten in het leven, wanneer je moed rechtstreeks in de ogen kijkt. En daar word je stil van.

Intussen zijn honderdduizenden Burundezen het land ontvlucht. Vóór ze een tijdelijk toevluchtsoord aan de overkant van de grenzen zochten, leefden ze vooral in meer afgelegen dorpen. Een vreemde constatering gezien het geweld in de hoofdstad plaatsvindt.

Waarom vluchten ze dan weg? Het probleem ligt volgens de Burundese journalisten bij het ontbreken aan correcte en neutrale informatie. Het platteland heeft weinig toegang tot internet, waardoor het nieuws zich in dorpen mondeling verspreidt.

De autoriteiten maken hier handig gebruik van door het politieke probleem weg te moffelen onder een oud etnisch conflict: de tegenstelling tussen de Hutu’s en Tutsi’s.

In tegenstelling tot buurland Rwanda – waar dit gesprek met de mantel der stilte wordt toegedekt – is deze etnische kwestie in Burundi openlijk bespreekbaar en al tien jaar uit het straatbeeld verdwenen. Door beide groepen in staatsinstellingen zoals het leger met elkaar te vermengen, gingen ze noodgedwongen de dialoog met elkaar aan en kwamen ze tot de conclusie dat een lid uit de andere etnische groep eigenlijk gewoon een medeburger is.

Niemand is echter de genocide van Rwanda vergeten. En wanneer het (valse) gerucht over een nieuw oplaaiend etnisch conflict zich verspreidt in een regio waar je informatie niet kan verifiëren wegens geen toegang tot (betrouwbare) bronnen, dan vluchten mensen – desnoods voorbarig – weg.

© Ellen Heymans

Conferentie voor Burundese journalisten in Kigoma.

© Ellen Heymans​

De angst in Bujumbura

In de hoofdstad is de angst voor geweld dan weer terecht. Het is er niet altijd onrustig, maar de spanning is er elke dag te snijden. Soms gaan er twee weken voorbij zonder enige vorm van conflict, andere keren vallen er in opeenvolgende avonden meerdere doden.

Wie zich rustig houdt, hoeft meestal niets te vrezen.

Schietpartijen vinden vooral plaats tussen officiële autoriteiten en jongeren die naar vuurwapens grijpen omdat ze zich niet gehoord voelen na de vele vreedzame, maar vruchtloze manifestaties.

Zij die zich gedeisd en rustig houden hoeven meestal niets te vrezen. Meestal, want er zijn ook al doden gevallen door verdwaalde kogels.

Onder de groep journalisten die ik gesproken heb, is de boodschap duidelijk: als ze bij hun terugkeer door de overheid ondervraagd en zelfs gefolterd worden, zullen ze dit vreedzaam ondergaan. Het zijn van die zeldzame momenten in het leven, wanneer je moed rechtstreeks in de ogen kijkt. En daar word je stil van.