Carnaval in hoge sferen

Blog

Carnaval in hoge sferen

Carnaval in hoge sferen
Carnaval in hoge sferen

Of hoe beter je entree bij een nieuwe NGO plannen dan in de vooravond van 5 dagen stadsgekte? De komende 5 maanden zal ik bij CEPA (Centro de Ecología de Pueblos Andinos) in Oruro, Bolivia werken met Aymara- & Uru-comunidades rond lago Poopó, ten zuiden van de stad.

Sinds de ecologische ramp in november waarbij meer dan 30 000 vissen en om en bij de 700 vogels dood langs de westkant van het meer werden aangetroffen, zijn verschillende vissers-comunidades van hun dagelijkse bron van inkomsten afgesneden… Het hardst getroffen door deze ramp zijn de Uru’s: een sinds de kolonisatie, sterk gemarginaliseerde bevolkingsgroep.

Door het gebrek aan grond zijn zij het meest afhankelijk van de visvangst.  Echter, op vandaag is het meer quasi-dood, en het treft alle comunidades. De ideale gelegenheid om na eeuwenlange culturele discriminatie eindelijk de handen in mekaar te slaan en proteststemmen naar de overheid te synchroniseren, zo lijkt het wel. De komende periode wordt er zeker en vast eentje vol boeiende cultureel-politieke veranderingen, hier op de Boliviaanse hoogvlakte. En ik mag jullie ervan op de hoogte houden! Maar eerst: CARNAVAL. Een impressie:

Qué sea en buena hora” (de aanloop)

Geen beter moment als antropoloog om je toekomstige collega’s te leren kennen dan pal in het midden van een Ch’alla, een Andino ceremonie ter ere van Pachamama, aan de vooravond van het officiële startsein van carnaval. Voor ik mijn rugzak goed en wel had neergezet, stond ik al met een Singani in de hand (typische –sterke!- likeur uit Bolivia) en een handvol coca-bladeren in de linkeronderhoek van mijn mond gepropt, gefascineerd de rituelen te aanschouwen: versiering op de grond, bloemenblaadjes in alle hoeken van de office-kantoren, en een vuur aangewakkerd door rondspuitend bier als climax. Voor ik het goed en wel besefte, had ik vlak daarna iedereen van CEPA de hand geschud, traditie-gewijs “qué sea en buena hora” gewenst en hadden we allen een overheerlijke lunch en liters bier achter de kiezen. Het ideale moment voor interessante gesprekken en wat traditioneel gedans, binnen de office-muren.

Carnaval in Oruro was (in)officieel van start gegaan. Eigenlijk zelfs al één dag eerder met de entree van meer dan 100 verschillende comunidades van buiten de stad. Op deze Anata-dag (de dag van ‘het spel van de bloemen’) kleurden deze comunidades de hele stad met hun muziek, dans en traditionele kledij. De dag waarop ze openbaar hun dankbaarheid aan Pachamama hadden betuigd en haar om bescherming hadden gevraagd.

La entrada (de climax)

Mijn carnaval-ervaring stond die vrijdagavond echter nog maar in zijn kinderschoenen: op zaterdag barstte het feest in de stad pas echt los. L_a diablada carnaval_.  Vanaf 7u ’s morgens tot in de vroege uurtjes op zondagochtend passeerde over een lengte van meer dan 5 kilometer door de straten non-stop een stoet van meer dan 50 fraternidades & comunidades uit het hele land. Letterlijk gepropt tussen duizenden en duizenden Bolivianen en toeristen mocht ik met mijn pasgemaakte vriendjes hoog en - gelukkig min of meer- droog voor al het schuim dat onder ons vrolijk heen en weer spoot dit bonte klank-& lichtspel van traditionele dansen en prachtige maskers & kostuums aanschouwen. Demonen, vuurspuwende draken, Spaanse conquistadores, duivels, Inca’s, engeltjes… alles passeerde de revue. Het verbaasde me helemaal niets toen ik te horen kreeg dat carnaval in Oruro sinds 2001 op de werelderfgoedlijst van UNESCO als “Masterpiece of Oral Heritage and Intangible Heritage of Humanity” staat. Volledig terecht, me dunkt.

Eerder die dag waren alle groepen hun groet gaan brengen aan La Virgen, het standbeeld van Maria dat hoog boven de stad uittorent. Mijn verbazing was dan ook groot tijdens een van de vele plaspauzes om de hoek van de tribune toen bleek dat ik geen bier kon kopen in de kleine tiendas, om de vele voorgaande traktaten van mijn vriendjes te compenseren. Het bier –en later de plaatselijke Singani- werd de hele dag langs alle kanten rondom mij door jan en alleman vrolijk achterover geslaan, ook al was dat klaarblijkelijk verboden op deze zaterdag, de carnavaldag waarop het Katholicisme hoogtij viert. Theorie & praktijk gaan hier niet altijd hand in hand, zo blijkt…

Tegen de tijd dat we de zonsopgang konden groeten en richting ons bed keerden, begon de zondag-parade reeds hoorbaar te worden een aantal straten verderop. Het hele zaterdaggebeuren zou zich identiek herhalen op zondag, maar dan ter ere van Pachamama; de dag waarop alcohol nuttigen officieel wel toegelaten was. Ik was in ieder geval blij mij even voor 24 uur afzijdig te houden van het feestgeweld en schuimgespuit, en aan de andere kant van de stad mijn eigen roes uit te slapen.

El cierre (de afloop)

Carnaval in België zou er met een dergelijke zondagse afsluiter (als er al iets georganiseerd zou worden in de Vlaamse of Waalse dorpen) een geslaagd feestweekend op hebben zitten, met bijhorend geklaag en gezucht op de volgende maandag-werkdag-ochtend. In Oruro niet. Hier feesten ze gewoon door: op en in de reeds met etens-, confetti-, & bierresten (en af en toe een borracho die nog zijn roes van de vorige nacht aan het uitslapen is) gevulde straten van het centrum. Meer traditioneel gedans-& gezang, meer alcohol, en – ook al achtte ik het quasi onmogelijk -  NOG meer schuim dat van links naar rechts door de straten vloog. Ditmaal trouwens niet alleen de kinderen; jong en oud gingen gewapend met een schuimbus in de hand. Mijn verwoede pogingen om droog te blijven en mijn pas-gekochte alpaca-wollen trui te beschermen tegen de chemicaliën gaf ik na twee minuten op.

Niet veel later ruilde ik – wit van kop tot teen - de mensen-parades vol vrolijke kledij, gezang en drinkgelag in voor de ietwat beschuttere lokale markt, een paar straten verderop. De tot de nok gevulde straten vol torenhoge kraampjes lieten amper plaats het voetjesgeschuifel van de duizenden mensen die hier nog meer carnaval-decoratie en lekkers kwamen kopen: Bloemen, slingers, -naar mijn idee- kerstboomversiering, eetkraampjes, cd’s, druiven, papaya’s, dode llama-embryo’s, maiskolven, wierook, snoep, armbandjes, schuimkraampjes, en veel, veel meer… Een lust voor de zintuigen, dat zeker!

Op de dinsdag-feriado (aka, de dag waarop niemand moet werken) tenslotte, werden de uitgefeeste straten van het centrum ingeruild voor nog enkele Andino-rituelen op belangrijke heuvels rondom de stad, veel vuurwerk en het vieren en danken van Pachamama in een meer besloten familiale, huiselijke kring. Bloemenblaadjes en kleine ronde witte en roze snoepjes werden in iedere hoek van het huis en op iedere vierkante meter van de daken uitgestrooid voor geluk en succes, gevolgd door… het nuttigen van bier. Mijn nobele poging om een van de Andino-rituelen bij te wonen aan het beeld van de condor dat uittorent boven de stad, bleek een serieuze horario-misvatting te zijn; dus al schuim-& waterballonnen-ontwijkend  keerde ik op mijn stappen terug richting de familie bij wie ik verblijf, met het idee nog net op tijd te zijn voor de familiale _Ch’all_a…

Maar dat bleek buiten de familie Bertang te zijn, die ik en passant op straat tegenkwam en vriendelijk goeiedag zei. Dat Bolivianen gastvrije mensen zijn, dat had ik al meermaals ervaren, maar dat ik anderhalf uur bij deze onbekende mensen zou blijven zitten, traditioneel iedereen –inclusief mezelf- van bier zou moeten serveren, Pachamama meermaals zou danken door bij ieder glas een teug over beide auto’s, de gevel van het huis en de grond uit te gieten, en een reuze-hoeveelheid coca-bladeren zou kauwen, had ik niet voorzien in die paar seconden voor ik hen begroette_._

“Qué te parece Bolivia?”  “Qué te parece los Bolivianos?”, vroeg de oma van de familie.
“Mucho más tranquilo”, “Y mucho más amable que en mi pais”. Ik meen het uit de grond van mijn hart.

En dat vanaf nu het echte werk mag beginnen!