Mooov blogt: “Centaur”, met het goddelijke geen raad weten

Blog

Mooov blogt: “Centaur”, met het goddelijke geen raad weten

Mooov blogt: “Centaur”, met het goddelijke geen raad weten
Mooov blogt: “Centaur”, met het goddelijke geen raad weten

Er was een tijd dat de Goden de aarde bevolkten en enigszins in vrede met de mensen samenleefden. In Kirgizië zwierven zij rond in de vorm van paarden en werden zij aldus onderwerp van de legenden waarrond de mensen zich in groepen konden scharen. Een volk zonder legenden heeft geen geschiedenis. Centaur, de nieuwste film van Aktan Arym Kubat, probeert de betekenis van deze legenden een plaats te geven in een tijdsgewricht dat zich met het Goddelijke geen raad meer weet.

’s Nachts sluipt een paardendief (Kubat zelf) binnen in de huizen van de rijken en steelt hij de paarden uit hun stallen. Stelen is een al te beladen woord want kan hiervan sprake zijn wanneer de veronderstelde dief niet uit is op het bezit van het ontvreemde?

Op de rug van de paarden doorkruist onze dief de Centraal-Aziatische steppe in een aan de roes grenzende overgave. Hij geeft zich over aan iets wat groter, want sneller, is dan zijn eigen beperkte lichamelijkheid volgens het aloude Kirgizische gezegde waarmee de film opent en dat zegt dat paarden de vleugels van de mens zijn.

Het gevoel van verlies dat de film doorademt betreft dan ook niet het verlies van deze vleugels zelf—want zelfs een stadsjongen als ik heeft al wel eens een paard in de ogen gekeken—maar het verlies van het verlangen om te vliegen. De mens heeft zich door middel van een revolutie die industrieel of economisch genoemd kan worden, uit de aardse modder onttrokken maar heeft daarbij ook het kijken naar de hemel verleerd en de eens zoekende blik in zijn eigen navel geboord.

De mens heeft zich door middel van een revolutie die industrieel of economisch genoemd kan worden, uit de aardse modder onttrokken maar heeft daarbij ook het kijken naar de hemel verleerd en de eens zoekende blik in zijn eigen navel geboord.

Wanneer de nacht ten einde is, keert onze dief terug naar zijn vrouw en zoontje. Alleen de posters aan de muren van zijn bescheiden woning herinneren nog aan zijn verleden als filmprojectionist in de tijden van weleer, toen de plaatselijke cinema nog floreerde. Tegenwoordig komt hij aan de kost als bouwvakker van het enige gebouw dat in de weide omgeving gebouwd schijnt te moeten worden en een moskee zal blijken te zijn want ook de Goden hebben zich van de aarde onttrokken en vertoeven nu in de hemel alwaar zij zich unaniem als Allah laten aanroepen.

De traditie is weer aan herziening toe en zoals steeds begint deze bij het lichaam van de vrouwen. Waar zij eens een prominente plaats in de Kirgizische gemeenschap en geschiedenis innamen en zelfs als strijders met de allures van Amazones met de mannen wedijverden, dienen zij nu het lichaam te bedekken en deemoedig te zwijgen. Elke vooruitgang heeft zo zijn prijs. Meestal is die prijs het verleden.

De paardendiefstallen vormen de McGuffin die de spanning tussen vermeende vooruitgang en traditie op scherp stelt. Onze dief wordt in de val gelokt en ten overstaan van de hele gemeenschap voor de rechter gedaagd. Waar verbanning normaliter de vereiste straf schijnt te zijn, krijgt onze dief, met behulp van zijn broer die volgens de logica der legenden eveneens de bezitter van de gestolen paarden was, de kans zijn schulden af te kopen middels een bedevaart naar Mekka, die heilige stad van het geloof dat hij niet aanhangt.

Onze everyman, deze verliezer van de globalisering, dient zich te onderwerpen aan de vernieuwde wetten van zijn gemeenschap en even schijnt hem dit ook te lukken, maar het vrijbuitersbloed kruipt nu eenmaal waar het niet gaan kan en de afloop is bij voorbaat reeds gekend. In een prachtige daad van profanatie eist hij zijn vrijheid op door de gebedsdienst waartoe hij gedwongen werd te ontvluchten en de Moskee te verlichten met de beelden uit een mythisch Kirgizisch verleden waarin de mens het verlangen om te vliegen nog kende.

Als een hedendaagse Antigone beseft onze paardendief dat de wetten van de mensen het af moeten leggen tegen de waarheid van de Goden en net als zijn illustere voorgangster zal dit zijn einde betekenen.

Michaël Van Remoortere