Chili: een land voor de rijken?

Blog

Chili: een land voor de rijken?

Chili: een land voor de rijken?
Chili: een land voor de rijken?

“Hoed je voor, kijk uit, pas op, gevaar. De co co co co cococo communisten zijn daar,” zong Jan De Wilde in mijn kindertijd. Ik wist toen niet wat het woord betekende, en ik weet het nog altijd niet zeker. Er zijn er ook zoveel: de marxisten, de leninisten, de trotskisten, de linksen, de maoïsten, de studenten, zij die zich communist noemen en zij die zich geen communist noemen maar het wel zijn…

De tijden veranderen niet, ze zijn er nog altijd. Ook in Chili. Ze staan op de voorste rij bij de studentenbetogingen tegen het vernieuwde hoger onderwijssysteem. Slechts 10% van de Chilenen – de rijke Chilenen – zullen zich een hogere studie kunnen veroorloven. Maar ook het basisonderwijs is niet zo toegankelijk. Het publieke onderwijs is van bedenkelijke kwaliteit, en als je een goede opleiding wil voor je kinderen, dan moet je betalen en hoe beter de school hoe duurder natuurlijk. Is dat niet de situatie die ik in Afrika gezien had? Gelukkig kunnen de verontwaardigden hun stem laten horen en samen met de communisten tegen de schenen sjotten.

Ze smeden meestal snode plannen

En ook elders in Chili laten ze hun stem horen. In Aysen, een geïsoleerde regio in Zuid-Chili dat enkel via boot kan bereikt worden, vroegen de manifestanten een verhoogde levensstandaard. Na lange weken van protest hebben ze eindelijk met de regering enkele akkoorden kunnen sluiten. Zo zal er onderhandeld worden over het invoeren van een taxvrije zone, opdat ze goedkoper producten kunnen importeren en niet benadeeld worden door hun geïsoleerde ligging. Hopelijk blijft het niet bij die beloften.

De Chilenen kunnen een zekere levensstandaard aanhouden, zo wordt me verteld, omdat ze alles op afbetaling kunnen kopen. De financiële problemen worden zo op de lange baan geschoven, een failliet blijft echter niet uit.

Fascisten aller landen

“… het wordt tijd dat g’u vereend. Toon meteen uw valse tanden…” zingt Jan De Wilde nog in datzelfde lied. En ook daar kan Chili over meespreken. Ik zit in het ‘museo de la memoria’ over het einde van die communist Allende en de staatsgreep van Generaal Pinochet ken de daaropvolgende 20 jaren van dictatuur en vooral onderdrukking. Dat is ondertussen verleden tijd, denk ik.

Een studente sociaal werk spreekt me aan terwijl ik op een bankje naar een pakkende getuigenis kijk. Ze heeft geen goed woord over voor de huidige president. Ze vertelt me dat ze een roeping heeft: andere mensen helpen. Na de aardbeving van februari 2010 werkte zij als vrijwiligster bij de wederopbouw, maar … “De president heeft de buitenlandse hulp van toen in eigen zak gestoken. Het is nooit toegekomen bij de getroffen gemeenschappen, het is verdwenen…” Op TV had ik inderdaad gezien dat nog vele mensen in kampen wonen, wachtend op de beloofde heropbouw van hun nieuwe huizen. Maar ik dacht dat het tijd nodig had…

Deze jonge studente toont me in woorden een Chili waarvan ik niet wist dat het bestond, één van armoede. “Chili, dat is toch een land waar het goed gaat?” vraag ik haar verbaasd. “Dat is wat de president aan de buitenwereld wijsmaakt. Ga maar eens naar de buitenwijken van Santiago of naar het platteland. Je zal er veel armoede zien en kinderen tegenkomen die niet eens hun eigen naam kunnen schrijven!”