Colombia zakt weg in een moeras van geweld
Het hoofd van de Noord-Amerikaanse drugsbestrijdingsdienst bezocht vorige zomer Colombia. Sindsdien zijn er méér troepenbewegingen aan de grenzen en zwellen de geruchten aan over een interventie. Waarom precies nú, terwijl Colombia al veertig jaar lang verscheurd wordt door burgeroorlog?
Het is het Pentagon menens. ‘De problemen in Colombia overstijgen de nationale grenzen en vormen een bedreiging voor de veiligheid en de stabiliteit in de regio’, vindt Madeleine Albright, minister van Buitenlandse Zaken van de VS. ‘De VS en andere bevriende naties moeten bereid zijn een definitieve oplossing te zoeken die verder gaat dan het uitroeien van het drugsprobleem.’ Omdat de VS-burgers er echter weinig voor voelen om zelf in Colombia te sneuvelen, zullen Latijns-Amerikanen de klus moeten klaren. Aan Brazilië, Bolivia, Peru en Argentinië zou Barry Mc Caffrey al een strategisch plan hebben voorgelegd voor een militaire interventie, begin volgend jaar, waarvan Argentinië de leiding zou nemen. Volgens woordvoerders van de Argentijnse regering heeft president Menem zich hiertoe al bereid verklaard.
Colombia gewurgd in de chaos
De toestand in Colombia lijkt inderdaad opnieuw hopeloos. Toen vorig jaar president Pastrana aan de macht kwam, schreven commentatoren ‘dat het land balanceerde op het scherp van het mes: ofwel slaagt de president erin vredesbesprekingen op gang te brengen en zo nieuwe perspectieven te openen, ofwel barst het geweld op grote schaal los en glijdt het land in de afgrond.’ Een jaar later is het duidelijk: Pastrana’s strategie om vredesbesprekingen op gang te brengen, heeft faliekant gefaald. Op alle fronten flakkerde het geweld op: paramilitaire groepen moorden onafgebroken syndicalisten, mensenrechtenactivisten of gewone burgers uit; de guerrillagroepen pronken met hun militaire sterkte. Hét grote struikelblok in de vredesbesprekingen is de positie van de paramilitaire groepen. Die vragen als volwaardige partner bij de besprekingen betrokken te worden. Voor de guerrillero’s kan daar geen sprake van zijn. Het is immers een publiek geheim dat die paramilitairen, die volgens mensenrechtenorganisaties verantwoordelijk zijn voor het grootste deel van het geweld in Colombia, al jaren lang het vuile werk doen voor het leger. In het escalerende geweld volgen deze milities echter steeds meer een eigen agenda. Sommige waarnemers menen zelfs dat de enige uitweg uit deze impasse gelegen is in een pact tussen het leger en de guerrilla, tegen de paramilitaire groepen. Het klinkt surrealistisch maar in Colombia overstijgt de realiteit wel vaker de wildste fantasieën.
Met dank aan de opstandelingen
Intussen stijgt de sociale onrust in alle lagen van de samenleving. De economie is een puinhoop, met de ergste recessie sinds 1929. Volgens een enquête zou zestig procent van de Colombianen voorstander zijn van een internationale interventie. Het Colombiaanse parlement voert over het thema verhitte discussies: sommigen verwachten van een interventie een uitweg uit de impasse, anderen waarschuwen voor een nieuw Vietnam.
De Verenigde Staten hebben alle schroom over inmenging in het Colombiaanse conflict laten varen. Drugsbestrijding valt voortaan samen met opstandelingenbestrijding. Sinds het Farc-offensief begin juli in de buurt van Bogotá, werd de militaire ondersteuning flink opgeschroefd. Colombia komt momenteel op de derde plaats, na Israël en Egypte, voor militaire steun vanuit de VS. Driehonderd speciale adviseurs werden ter plaatse gestuurd, niet langer in het kader van drugsbestrijding maar openlijk met het oog op de strijd tegen de linkse opstandelingen. Ze leiden speciale Colombiaanse eenheden op en voorzien het leger van ‘gevoelige militaire informatie’ over de guerrilla. Volgens de Noord-Amerikaanse drugsbestrijders zou die steun nog opgedreven moeten worden. De cocateelt is immers, volgens VS-cijfers, in drie jaar tijd verdubbeld. Die toename zou met name plaatsvinden in het gebied dat gecontroleerd wordt door de guerrillero’s. Het gaat dus duidelijk, aldus Mc Caffrey, om een ‘narcoguerrilla’, opstandelingentroepen die tot over hun oren in de illegale drugshandel zitten. Hoe betrouwbaar deze cijfers zijn, is onduidelijk. Relevant is wel dat over de narcobanden van de paramilitairen met geen woord gerept wordt.
Het juiste moment
Dat de VS precies nu wakker liggen van het aanhoudende geweld in Colombia, heeft weinig te maken met de aanhoudende massamoorden, het groeiend aantal gijzelaars of het anderhalve miljoen interne vluchtelingen. De grootmacht ziet haar greep op het continent vanuit verschillende hoeken bedreigd. Op de eerste plaats in Panama. Op 31 december 1999 moet, na bijna een eeuw, het beheer van de kanaalzone overgedragen worden aan Panama. Naarmate die datum dichterbij komt, proberen de VS met alle mogelijke middelen Panama ervan te overtuigen dat hun terugtrekking bijzonder ongelegen komt nu de Colombiaanse chaos de hele regio dreigt te besmetten. Volgens de VS is Panama niet in staat zijn eigen grenzen te verdedigen. Onder druk van de VS ontbond het land immers zijn leger na de Amerikaanse invasie in 1989.
Panama -een vroegere provincie van Colombia en de ‘poort’ naar Zuid-Amerika- heeft voor de VS altijd een cruciale rol vervuld. De Amerikaanse basissen in die zone moesten de veiligheid van het kanaal waarborgen, maar vormden ook het steunpunt voor drugs- en opstandbestrijding in de regio. Voor die functies is Washington druk bezig alternatieven uit te bouwen. Drie luchtmachtbasissen moeten het ‘Comando Sur’ in Panama vervangen, zodat de controlevluchten over de regio verdergezet kunnen worden: één in Aruba, één in het Ecuadoraanse Manta; voor een derde wordt aan Costa Rica gedacht.
Maar Panama blijft van cruciaal belang. Twee belangrijke havens aan het Panamakanaal, die van Cristobal en die van Balboa, kwamen in handen van een bedrijf uit Hongkong -en zouden, nu Hongkong Chinees geworden is, door het Rode Gevaar wel eens als strategische basis gebruikt kunnen worden. Turbo, de Colombiaanse haven in het noorden, is nu een draaischijf voor drugs- en wapensmokkel, maar zou een mogelijk alternatief kunnen zijn indien het echte Panamakanaal volledig in onbruik zou geraken. De opflakkering van de burgeroorlog in Colombia en de impasse waarin het land zich bevindt, presenteren zich voor de VS als ‘een geschenk uit de hemel’ om de Noord-Amerikaanse invloed over het continent te bestendigen.