“‘Cultuur in Lubumbashi’
Tijdens onze laatste dagen in Congo pikken we nog de typische toeristische attracties mee, omdat we die nu eenmaal moeten gezien hebben. We worden aangenaam en minder aangenaam verrast.
We bezoeken eerst het museum van Lubumbashi, waar een gids ons rondleidt. Het stukje cultuur bevindt zich in een knap gebouw en is mooi ingericht. Dat is mede te danken aan het Museum van Tervuren, dat zijn Congolese collega’s steunt door onder andere een tentoonstelling over natuur en cultuur in Congo naar hier te brengen. Ook financieren ze een gratis bezoek voor elk kind in de lagere school. Er zijn vier zalen in het museum. Een ervan is een educatieve ruimte waar de geschiedenis van de aarde wordt getoond. Met mooie prenten en materialen, maar wel anders uitgelegd dan bij ons. Congolezen geloven immers niet in de evolutietheorie, en proberen hun overtuiging te bewijzen door aan te tonen hoezeer apen en mensen van elkaar verschillen. Hoewel we er een beetje lacherig over doen, is het wel interessant om te zien en te horen hoe andere culturen zulke zaken bekijken. In een andere kamer worden we verwelkomd door de troon van Kabila senior. Op zijn scepter staat een leeuw. Net hoorden we dat de luipaard het dier is dat de hoogste macht vertegenwoordigt. Die was echter al vertegenwoordigd door de staf van Mobutu, dus zijn opvolger moest het stellen met een ander beest. In de ruimte hangen prachtige kunstwerken en voorwerpen, die allemaal een spirituele betekenis hebben. Congolezen hebben overal een verklaring voor, want alles wordt bepaald door een hogere macht. Zo worden vrouwen die sterven zonder ooit kinderen te hebben gebaard, als demonen beschouwd. Dorpstovenaars spelen een belangrijke rol in deze maatschappij, omdat ze het kwaad kunnen wegtoveren uit mensen. De onderwijsruimte is speciaal gebouwd voor jeugdige bezoekers. Die ontdekken er bijvoorbeeld hoe belangrijk de natuur is. Zo staat er een grote boom met allemaal prenten rond, waarop staat afgebeeld waarom die boom nuttig is. Informatief op een speelse manier, dat verdient een grote pluim.
Samen met een medestudent neem ik daarna de taxi naar de zoo. De taxichauffeur probeert ons af te zetten maar slaagt daar niet in. Aan de kassa van het dierenpark hebben ze ons echter aardig liggen. Voor twee personen vragen ze 10 000 Congolese frank, wat neerkomt op zo’n 9 dollar. Wie foto’s wil nemen, moet nog eens 1500 FC betalen. We stellen er ons vragen bij, maar dat is de zogezegde prijs. Vreemd, wat in Congo is dat al veel geld voor de meeste families. De echte schok komt als we rond zijn in het park. We hebben amper dieren gezien en de natuur ligt er onverzorgd bij. De omheiningen zien eruit als die van gevangenissen en de weinige dieren die er rondlopen hebben bijna geen ruimte. We zien alleen koppels die naar de zoo komen om te doen wat ze elders niet kunnen. Als een medewerkster ons lokt naar een afgelegen plek waar een groot chimpanseepark is, denken we dat het hier al bij al nog meevalt. Maar snel wordt het ons duidelijk: op grote campagneborden van Forest International wordt peterschap van deze chimpansees opgedrongen. Forest-reclamepanelen komen in deze zoo trouwens meer voor dan dieren. Nadat een Congolese bezoeker ons heeft weten te vertellen dat hij slechts 1500 FC betaalde en we dit op tafel leggen bij de kassavrouw, zegt die droogweg: “Dat is de prijs voor een muzungu, jullie blanke broeders van Forest hebben ons dat zelf opgedragen.” Waar of niet, licht gedegouteerd verlaten we dit zogenaamde natuurpark, waar bovengenoemde organisatie de witten zoveel mogelijk geld probeert af te troggelen ten koste van fauna en flora.
’s Avonds kiezen we voor muziek in de Halle des Etoiles, waar een jazzorkest het free podium begeleidt. We beleven er een zalige Congolese avond en dansen er op verschillende muziekstijlen. Hier komen vooral jongeren samen voor een gezellig avondje uit. Daarna gaan we nog eten bij de Indiër, waar we de enigen zijn in een enorme ruimte. Het eten is onbeschrijflijk lekker, met alles erop en eraan. Jammer genoeg houden de meesten er een darmprobleem aan over. We komen tot het besluit dat we misschien zoals normale mensen gewoon Congolees moeten eten.