Op wereldreis, dat heet dan gelukkig zijn...

Blog

Op wereldreis, dat heet dan gelukkig zijn...

Op wereldreis, dat heet dan gelukkig zijn...
Op wereldreis, dat heet dan gelukkig zijn...

Het leven is niet altijd eerlijk en sommige mensen hebben gewoon meer geluk. Je hebt mensen die hard werken en mensen die kunnen reizen bv. Maar is dat wel zo? Is dat gewoon geluk hebben? Of is er meer bepalend dan dat om gelukkig te zijn?

Besef jij wel hoeveel geluk je hebt? Wij zullen hier wel in de kou zitten (valt mee tegenwoordig naar wat ik hoor)! Jaloers, ik wou dat ik ook zomaar even alles achter kon laten!

Zo van die opmerkingen krijg ik dagelijks. En ik kan het dan niet nalaten te bedenken wat de eigenlijke boodschap hiervan is. En is die eigenlijke boodschap aan mij gericht of eigenlijk gewoon aan henzelf?

Of ik wel besef hoeveel geluk ik heb. Hoezo? Is het dan puur geluk dat ik hier (momenteel is dat Mexico) zit te ontbijten terwijl ik dit neerpen? Dus ik heb helemaal niets aan mezelf te danken? Ik heb er niets voor moeten doen of laten?

En het feit dat jullie daar in de kou zitten. Moet dat dan? Heb ik jullie dan veroordeeld tot een koud bestaan, zodat ik hier onder wuivende palmbomen een cocktail kan drinken? Het is hier trouwens ook best fris eigenlijk. Ik heb een trui aan, koude voeten en bestelde net een muntthee. Keuzevrijheid lijkt stevig overgewaardeerd.
En al die jaloerse zielen onder jullie die wel moeten denken dat ik de lotto won en geen ene moer geef om mijn familie, collega’s, vrienden en alles wat ik achterliet. Want wie zei er dat dat makkelijk was? En wie zei er dat reizen makkelijk was?

Een mondiale queeste

Als er één ding is dat ik ondertussen geleerd heb van de mensen in Botswana, Thailand, Mexico en alle reizigers die ik ben tegengekomen van over de hele wereld dan is het dat we eigenlijk allemaal op zoek zijn naar hetzelfde. Gelukkig zijn. We zijn het er alleen niet steeds over eens hoe we dat moeten bereiken. We zoeken allemaal. En we zien allemaal veel makkelijker ‘geluk’ bij anderen.

© Sofie Leemans

Onze gids en gastheer in de jungle rond Pai - Thailand

© Sofie Leemans​

Ik kwam mensen tegen die naar de andere kant van de wereld verhuisd zijn in de hoop daar het geluk te vinden. Omdat ze de liefde of de job of het land van hun leven tegen gekomen waren. Of dat alleszins dachten. Zo leerde ik een sympathieke Amerikaan kennen die verliefd geworden is op een Thaise en nu een hostel, dat zij ontworpen heeft, uitbaat. Hoewel hij haar nog steeds graag ziet, bleek het echter niet de job, noch het land van zijn leven. Maar dit was wel een noodzakelijke stap voor hem. Hij is dichter bij dat doel: gelukkig zijn. Soms moet je namelijk eerst ontdekken wat het alvast niet is, vindt hij. En soms moet je door lastige stukken om daar te geraken waar je wil zijn. Ik kan dat alleen volmondig beamen.

Een geweldige ‘madam’ uit België, die haar Zuid-Afrikaanse liefde gevolgd is en nu samen met hem en hun twee kinderen in Botswana woont en het kamp uitbaat waar ik drie maanden gewoond heb, is nog steeds gelukkig met haar beslissing. Naast haar Zuid-Afrikaanse wederhelft bleek ook Afrika duidelijk een grote liefde. Één stage en ze bleek verkocht voor ondertussen al bijna tien jaar. Toch vertrekken ze mogelijks binnen enkele jaren uit het Afrikaanse paradijs. Misschien wel weer naar België zodat hun kinderen daar naar school kunnen. Geluk heeft duidelijk vele vormen.

En een Engelsman besloot na een vakantie in Thailand dat hij een carrière als duikinstructeur daar wel zag zitten. Hij bleef. Ondertussen is hij er al meer dan tien jaar en nog steeds zegt hij blij te zijn dat hij destijds de beslissing nam om Engeland te verlaten. Toch is hij niet onverdeeld gelukkig en lijkt hij nog steeds op zoek. Naar wat, dat weet hij zelf ook niet precies.

In Botswana vond ik dat mensen er relatief gelukkig uitzagen. Vaak liever lui dan moe. Perfect toch? Het enige waar vaak ongenoegen over geuit werd, waren de blanke managers. Jammer. Want eerlijk is eerlijk, sommige dingen functioneren logischerwijs niet met de ‘liever-lui-dan-moe-werkethiek’.

Waarom kunnen we niet gewoon zien wat wij nodig hebben om gelukkig te zijn?

Zo was er in het tankstation geregeld geen benzine of waren enkele rekken van de supermarkt af en toe gewoon leeg. Niet omdat iets niet meer te krijgen was voor hen, maar simpelweg omdat ze dat pas bij bestelden wanneer het op was. En dus waren er ook blanke managers. Heel wat over te zeggen, langs allerlei kanten. Ik vroeg me echter vooral af waarom we niet allemaal gewoon kunnen zien wat wij nodig hebben om gelukkig te zijn? Waarom is het zo veel makkelijk om te zien wat anderen hebben? En vooral dan wat anderen hebben en wij niet.

In Thailand was er enorm veel armoede. Als farang ben je soms dan ook een wandelende ATM. Begrijpelijk, maar ook heel jammer. Toch heb ik ook bij die arme mensen grote verschillen gezien. Er zijn mensen die vriendelijk goeiedag zeggen en gelukkig lijken en er zijn er die je afzetten simpelweg omdat je farang bent.

Op zoek naar een taxi ‘s avonds laat na een lange busreis, mocht ik mee voor 150 bath. Dat was veel te veel wist ik na meer dan een maand rondreizen daar. Hij probeerde me nog wijs te maken dat het hostel waar ik moest zijn echt heel ver weg was, maar ook daar was ik tegen gewapend met een offline app die je overal de weg kan wijzen. Uiteindelijk mocht ik mee met de Thai voor 10 bath. Je kan erom lachen, maar op dat moment voelde ik me heel erg alleen. En ik weet niet of die taxi-chauffeur er nu beter van geworden is.

© Sofie Leemans

Onze gastvrouw tijdens een trektocht in de jungle rond Pai - Thailand

© Sofie Leemans​

Wat me in beide landen opviel, is dat hoe verder weg mensen leven van onze huidige, supersnelle ‘welvaartsstaat’, hoe vriendelijker ze waren en hoe gelukkiger ze leken. In de grote steden was het veel moeilijker om iets te vragen of een lach te krijgen dan er buiten. Daar probeerde niemand (of alleszins veel minder mensen) me te veel te laten betalen en gebruikten ze soms letterlijk handen en voeten om iets duidelijk te maken. En bij mezelf merkte ik het ook. Hoe verder weg, hoe minder nood aan luxe. Dan kunnen proper gewassen kleren of een warme douche je simpelweg gelukkig maken. Less is more, zoals ik al eens bepleitte.

Nu zit ik in Valle de Bravo, een klein stadje ergens midden in Mexico en ik verwonder me erover hoe vriendelijk de mensen hier zijn. Iedereen wenst elkaar (en ook mij) een goede dag of smakelijk eten. Er lijkt altijd wel ergens feest en iedereen leeft buiten ook al is het soms best fris. Er heeft nog niemand geprobeerd om me te veel te laten betalen en ik zie voornamelijk lachende mensen die gelukkig lijken. Ik ben hier nog niet lang genoeg om de scheuren of de andere kant te zien en mijn beperkte Spaanse woordenschat helpt niet echt. Maar ik ben hier graag.

Een deur die plots open gaat?

We willen allemaal gelukkig zijn. En niet alleen in Botswana het liefst zonder al te veel te hoeven doen. We maken dan ook allemaal dezelfde fouten. Want terwijl we ons afvragen wat we echt willen in het leven en die vraag doorgaans beantwoorden met ‘gelukkig zijn’, geraken we eigenlijk geen centimeter verder. We blijven doen wat we altijd al deden. Misschien werken we nog wat harder, verbouwen we ons huis of plannen we een vakantie in de hoop dat die dingen ons gelukkig zullen maken. Of we hopen simpelweg dat geluk op een dag gewoon uit de lucht komt vallen.

Zijn we moedig genoeg om bang te zijn?

Want hoe of wanneer zijn we dat dan? Wat gaan we doen om dat te bereiken? Daar wringt het schoentje. Want zijn we bereid om er ook heel wat shit bij te nemen? Willen we ervoor door lastige momenten en zware opgaves gaan? Durven we onszelf kwetsbaar opstellen en het onbekende induiken? Zijn we moedig genoeg om bang te zijn?

Het kan u verbazen, maar het is niet puur geluk dat ik hier enchiladas en tortilla’s kan eten. Ik won de lotto niet en ik heb geen rijke ouders. Het was niet makkelijk om zomaar even alles en iedereen achter te laten. En reizen is niet enkel mooie foto’s en geweldige verhalen.

Ik kreeg ook een stevige portie van die minder mooie kant van het leven te verduren. Dat hielp om hier taco’s te kunnen komen eten. Dat hielp om alle drogredenen in mijn eigen hoofd te bestrijden die zeiden dat een jaar reizen onmogelijk was. Dat hielp om dingen achter te laten en moedig te zijn wanneer ik soms bijna in mijn broek deed van de schrik. Dat hielp om te begrijpen dat geluk niet iets is dat er op een dag simpelweg is als ik maar hard genoeg werk en flink genoeg ben. Het hielp om te zien dat de enige weg naar geluk door heel wat shit en donkere dagen gaat. En het reizen op zich helpt om te zien dat het vooral geen eindbestemming is, maar de reis zelf.

Dus als u bij het zien van mijn geweldige foto’s weer eens denkt hoeveel geluk ik wel niet heb of gewoon een beetje jaloezie voelt… Misschien moet u dan eens een duchtig woordje met uzelf voeren. Een ‘pina colada-schol’ vanuit Mexico op uw toekomstige plannen!