“‘De Amerikaanse droom – enkele indrukken’
Ik heb me er lang tegen verzet maar deze keer lijk ik geen excuus meer te hebben. Mijn vlucht naar Buenos Aires maakt een tussenstop in Washington, daar waar huisgenootjes van mijn studentenperiode al lange tijd luid staan te roepen dat ik eens op bezoek moet komen. Laat ik eerlijkheidshalve zeggen dat ik eerder achterdochtig stond tegenover een bezoek aan het land van de gringo’s en dat ik moeilijk voorbij de stereotiepen kon kijken naar die Amerikaanse wereld rondom mij. Maar het weerzien was fijn, de meiden waren volwassen geworden en ik misschien ook. Werk en genoeg slapen staan nu centraal. Maar ze hebben wel allemaal een dag vrij genomen om iets leuks met me te kunnen doen. Bridget in Baltimore was nog altijd haar luie zelf: just hanging around, op de zetel naar muziek luisteren en babbelen, dutjes doen, biertjes drinken… Lindsay en Mary wonen niet voor niets in New York City, ze zitten vol energie dus we ontdekken cafeetjes, nieuwe restaurantjes en ook het nachtleven in Brooklyn.
Baltimore
Ik moet toegeven, ik vond het fijn. Er hing iets in de stralend blauwe maar koude lucht. Misschien dat alles mogelijk is? Yes we can? Al wordt de Union State van Obama niet meer op veel gejuich onthaald door deze meiden. Hun enthousiasme is bekoeld… ondanks het feit dat ze bij de herverkiezing van Bush, toen ze in Belgie waren, zich op de eerste rij wierpen om te tonen dat ze democratisch gezind waren. Bridget lijkt wel een trauma aan die periode overgehouden te hebben. “Als ik één negatief iets over België mag zeggen is het wel dat: dat de Belgen zich opwierpen als kenners van Amerika en wij Amerikanen een grote vijandigheid voelden tijdens de verkiezingsperiode en ons voortdurend moesten verdedigen.”
Baltimore is een van de gevaarlijkste steden van Amerika: drugs, geweld en moorden zijn er dagelijkse kost. Maar Baltimore is ook een gezellige stad, en heeft naast de grote wolkenkrabbers die blijkbaar elke stad in Amerika kenmerkt, ook een gezellig centrum met kleine huizen die me doen denken aan Nothing Hill en een haven met restaurantjes en cafeetjes. Ik bedenk dat Amerikanen best wel wat keuze hebben waar ze willen gaan wonen… “Dat heeft zijn voor en nadelen”, zo zegt Bridget. Terwijl wij geld kunnen sparen om elders in Europa of daarbuiten op vakantie te gaan, sparen zij voornamelijk om familie te bezoeken of naar een trouw te gaan elders in dit reuzachtige land. En daarnaast hebben ze allemaal wel een lening af te betalen.
New York
Ik stap uit in NYC, 33th street, Penn Station. Zigzaggend zoek ik me een weg door de mensenmassa en vlucht naar een muur. Ik kijk omhoog maar er komt geen einde aan. Ik kijk voor me uit en zie de straat verdwijnen tussen de hoge gebouwen. Een claustrofobisch gevoel waarvan ik niet wist dat ik het kende, overvalt me. Deze straten gevormd door hoge gebouwen met her en der rook die uit te rioolputten (of metroverluchting?) komt, lijken nergens een uitweg te bieden. Lukraak begin ik een richting uit te wandelen en vanuit mijn ooghoeken zie ik een bestelbusje met geblindeerde ruiten voorbij rijden. Ik blijf abrupt staan en kijk het busje na. Verschillende scenario’s uit een TV-film flitsen door mijn hoofd: één ding is zeker: er is iets verdachts aan dit busje. Het opschrift is waarschijnlijk een onbestaande firma, de letters kan je er zo aftrekken. Achter de geblindeerde ruiten zitten ofwel overvalles, klaar om er gemaskerd uit te springen en de bankoverval van de eeuw te plegen, ofwel enkele FBI –mensen achter gesofisticeerde afluisterapperatuur. Het busje verdwijnt uit mijn zicht, ik wacht op een explosie die er niet komt en wandel verder …
De straten brengen me naar Grand Central Station waar ik me neerzet tegen de muur naast een meisje die schetsen aan het maken is, terwijl de mensen in een lange sluitertijd als spoken voorbijsnellen. Ik zoek een weg naar buiten en wandel verder in de koude. Ik blijf staan voor het gebouw waar Mary werkt, de vakbond voor artiesten. Ik ben te vroeg en zet me discreet naast de in- en uitgang van het gebouw. Een heleboel mensen wandelen binnen en buiten, ze lachen naar me. Ik vind ze verdacht vriendelijk…“Misschien waren het wel acteurs die dachten dat je daar stond om een glimp van hen op te vangen,” zegt Mary me later. Ik voel me stom, ik zou nog geen Johnnie Depp kunnen herkennen. Het voelt al bij al gek te wandelen in een stad waar films werkelijkheid lijken en waar de American dream voelbaar is in de mensen die je kruist op straat…
Ik blijf slapen in East Village, een hippe buurt waar vele jongeren en zelfs enkele celebrities wonen. De volgende dag loop ik downtown, richting het zuiden van Manhattan, door Chinatown, via de City Hall naar het Finance District. Een latino hotdogverkoper op de hoek van de straat trekt mijn aandacht. Vele mensen lopen hem voorbij maar er lijken ook enkele vaste klanten een praatje met hem te maken. Misschien heeft hij het geluk hier wel echt gevonden? Niet veel verder vang ik een gesprek op tussen een tienerjongen en een jonge vrouw. Zou het zijn tante zijn, een bezorgde leerkracht of Michelle Pfeifer? Het gesprek in het Spanglish gaat over school, problemen, meisjes…
Op de gratis overzetboot langs het vrijheidsbeeld naar Staten Island, speelt de film zich verder af. Ik word overweldigd door alle kleuren en talen die er op de wereld zijn.
Wanneer ik een taxi wil nemen, kan ik kiezen tussen een blanke taxist, een zwarte, een Arabische een Indische of een Aziatische. Ik vraag me tijdens het wandelen af wie toerist is, wie net is toegekomen, wie van de 2de generatie immigranten is en wie van de 5de, wie een “green card” heeft en wie illegaal is. Het begint te duizelen in mijn hoofd wanneer ik aan al die mogelijkheden denk.
Op de metro word ik dan weer aangeklampt door een stinkende zwerver die vraagt of ik de soul in me heb. Die heb ik niet, en ik laat hem alleen verder zingen en hij legt even zijn hoofd op mijn schouder. Zijn karretje rijdt vervaarlijk op en neer in de metro.
Washington
Tussenstop in Washington DC! Ik heb ik nog wat tijd vooraleer mijn volgende vlucht neem naar Buenos Aires gaat. Dus wandel ik nog even door de straten van Washington. Hier heb ik dan weer een heel ander gevoel. De metro zit en staat vol met overwegend werkende blanke mensen in dure kostuums. Alles lijkt wel cleaner te zijn, de straten zijn breed en groot en proper. Zelfs de occupiers op het Freedom Plaza, lijken een geordend groepje anarchisten te zijn.
De vriendelijkheid van de mensen charmeert me. Je kan geen winkel binnenstappen zonder dat ze je uitgebreid begroeten. “Ken je die vrouw?” vraag ik aan Bridget wanneer we een tweedehands winkel binnenstappen en ze elkaar als goede vrienden begroeten. “Nee, helemaal niet,” lacht ze, “we zijn hier gewoon vriendelijk.” En ik begrijp nu pas enkele opmerkingen van Bridget toen ze in België woonde: “Is het normaal dat je elkaar omver loopt zonder je te esxuseren?” Ik herinner me dat ze het ook niet leuk vond dat de winkelbediendes je zelden begroeten als je een winkel binnenstapt. En inderdaad, hier lijkt er meer contact te zijn tussen (onbekende) mensen, in de winkel, bij het wachten of bij het voorbijlopen op straat.
Als ik tijd zou hebben, zou ik de stad dieper zijn ingetrokken, maar het andere Amerika roept me al…