“‘De Belgische export naar Brazilië’
Om de reis af te ronden verblijf ik in een sympathieke hostel in São Paulo. De laatste jaren schieten hier zulke goedkope verblijven als paddestoelen uit de grond. Uiteraard zijn die eerder bedoeld voor rugzakjongeren, maar een ouderling als ik wordt hier toch wel geduld.
Ik wissel de tijd af met rustig wat schrijven, bezoeken afleggen en een wandeling maken om te gaan eten.
Zo zie ik in een restaurant reclame prijken van ‘Amstelbier, successo em Amsterdam. Agora no Brasil’. Ja, het meeste bier is hier in handen van biergigant AB Inbev, de Braziliaans-Belgisch-Amerikaanse brouwer: Number One in bierland.
Toch zijn er ook enkele andere biersoorten te bespeuren, zoals Heineken met o.a. zijn Amstel. Gezegd wordt dat, naast de bieren in de hype van Brazilianen die zelf artisanaal bier beginnen te brouwen, Heineken de enige biersoort is zonder genetisch gemanipuleerde maïs. Inderdaad, in Braziliaans bier wordt veel mout vervangen door maïs.
Maïs is goedkoper. Bovendien kan gerst alleen maar in Zuid-Brazilië geteeld worden. Veel te weinig dus. Heineken houdt zich volledig aan het moutrecept. Het Hollands bier is alleen aan mij niet besteed, maar da’s een andere zaak.
België, exportland
Terwijl de boeren al jaren kreunen onder lage prijzen, halen de voedings- en exportfirma’s goud binnen.
Vandaag krijg ik toevallig een nieuwsbericht binnen over de exportsuccessen van België: ‘Voedingsindustrie legt beste handelsbalans ooit voor’. Wat blijkt?
De grootste groei wordt gerealiseerd naar verre exportlanden. Ons Belgisch exportmodel staat echt wel haaks op voedselsoevereiniteit, de banner waar vele basisbewegingen op onze planeet achter staan.
Terwijl de boeren al jaren kreunen onder lage prijzen, halen de voedings- en exportfirma’s goud binnen. We evolueerden sterk naar een exportlandbouw, in dienst van de internationale agrobusiness. Boeren en boerinnen moeten wereldwijd tegen elkaar concurreren om de laagste ‘grondstofprijzen’ te leveren.
‘Buurlanden Frankrijk, Nederland en Duitsland blijven onze belangrijkste afnemers (aandeel van 57,1%), maar de belangrijkste groei doet zich voor in de nieuwe lidstaten (+5%) en in de verre export (+12,5%). De export naar de VS steeg opnieuw fors (+17,4%) tot 452 miljoen euro, waardoor het de onbetwiste verre exportkampioen wordt. Andere sterke groeiers waren Brazilië (+31,9%) – schepen vol mout vertrekken vanuit de Antwerpse haven – en China (+23,6%). De vijf productcategorieën die het best scoren in het buitenland zijn vlees, zuivel, groenten en vruchtenbereidingen, bereidingen van graan en dranken.’ En nog: ‘De top vijf van verre uitvoermarkten wordt vervolledigd door Japan (173 miljoen euro), Brazilië (139 miljoen euro), Algerije (138 miljoen euro) en China (121 miljoen euro). De Verenigde Staten behoren tot de belangrijkste groeimarkten voor Belgische voedingsproducten, net zoals Brazilië en China. De uitvoer naar de VS is aan een steile en continue groei bezig (+73,2% ten opzichte van 2010) maar Brazilië (+64,6%) en vooral China (+115,9%) moeten daar niet voor onderdoen.’ De TTIP-onderhandelingen zullen deze tendens alleen maar versterken.
Wat mout betreft, daar zal Cargill in Herent wel mee te maken hebben. De laatste 30 jaar stootten, in de concentratiebeweging van de sector, de bierconcerns hun mouterijen af. Cargill kocht deze op en werd zo razendsnel dé grote moutproducent. Dat is trouwens de algemene strategie van het ‘familie’bedrijf Cargill: als ze zich ergens op werpen, dan willen ze binnen de vijf jaar de Number One zijn voor dat product, of het nu koffie is of mout of soja. Het is al gelijk! Cargill dicht zichzelf een bijna diaconale taak toe: ze staan ‘in dienst van’ de voedingssector.
Ten koste van Brazilië
Tegelijk gaat momenteel op Facebook een bericht viraal over dodelijke slachtoffers in landconflicten: ‘Global killings of land and environmental defenders, 2002-2014’. Honduras en Brazilië zijn de gevaarlijkste plekken op aarde voor zulke verdedigers. Brazilië is de absolute koploper met 477 doden. CPT (Comissão Pastoral da Terra: Pastorale Commissie voor de Grondproblematiek) geeft al 30 jaar een boek uit over de treurige conflictensaga op het Braziliaanse platteland. Het bevestigt dat Brazilië niet alleen de kampioen is in landbouwgifgebruik (met de nodige zieken en doden), maar ook van dodelijk geweld waar soja, suikerriet en rundveehouderij oprukt.
Alternatieven mogelijk?
Is er een link met ons exportmodel? Ja zeker, onze exportmanie van vlees en zuivel, is alleen maar mogelijk met immense veevoederstromen (vooral soja) van overzee. Hét stokpaardje waar Wervel al 25 jaar mee afkomt! Wanneer zal dit ooit eens ten volle doorsijpelen, bijvoorbeeld bij het bejubelen van onze exportcijfers?
Interessant is dat uitgerekend nu ook een TV-programma uitkomt over de zoektocht naar alternatieven in de veevoedersector.
Na jaren Wervelwerk en weerwerk bieden, geeft de sector eindelijk toe dat er een probleem is. Meer nog: er wordt gezocht naar oplossingen die verder reiken dan uitgeholde labels voor overzeese soja. Uiteraard blijft waakzaamheid geboden, want het kadert natuurlijk binnen een industriële visie op landbouw. Laat staan dat onze hoge vleesconsumptie en exportbelangen meteen in vraag worden gesteld.
Maar goed, jaren op dezelfde nagel van ‘eiwittransitie’ kloppen, werpt op termijn zo nu en dan, hier en daar, wat vruchten af.
Deze bijdrage werd geschreven door Luc Vankrunkelsven.