“‘De groene deken van San Salvador’
Van Lima vlieg ik naar San Salvador. Ik ben een maand in Peru geweest waarvan het grootste deel in Lima. De lente was er weliswaar begonnen, en het zonnetje scheen hier en daar, toch blijft Lima een grijze stad.
Er is veel verkeer en vervuiling, en zonder de zon ziet het er nogal grauw uit. Mijn aankomst in San Salvador markeert het verschil tussen de twee steden.
Hier is de zon bijna te fel, en de stad ziet er verrassend kleurig, opgeruimd en vriendelijk uit. Ik zoek een taxi op het vliegveld, krijg hulp van de meisjes die me een broodje verkopen, en praat met de taxichauffeur over mijn werk, president Funes, en de criminaliteit in onze beide landen. Ik voel me compleet op mijn gemak. Ik wordt afgezet bij een huis in de rustige buurt Centroamerica. Is dit nou San Salvador, waar criminele bendes het straatbeeld bepalen?
Natuurlijk zie ik maar een beperkt gedeelte - waarschijnlijk het mooie - en vergelijk ik het met een drukke megastad, maar toch ben ik overtuigd van de prettige sfeer. Op 1 december, Wereldaidsdag, lopen we door het centrum, en ook dan voel ik me veilig. Ik heb zelfs geen ‘hey gringa, where are you from?’ gehoord. Wat me ook opvalt en bevalt, is de veelheid groen! Er zijn parken en bomen in de stad, en vooral veel groene heuvels rondom de stad.
Op donderdag kom ik voor het eerst buiten de hoofdstad. Met een auto van een ngo rijden we zo’n 40 kilometer naar het noorden om hulpgoederen uit te delen waar orkaan Ida heeft toegeslagen,. Onderweg vertellen de Salvadoraanse compañeras in de auto over hun nieuwste aanwinsten op het gebied van make-up en oorbellen (zou dit echt nodig zijn bij het uitdelen van hulpgoederen?) en over de groene heuvels die we doorkruisen. De heuvels hebben allemaal een naam en je schijnt er te kunnen camperen. Weliswaar onder toezicht van de toeristenpolitie, maar toch klinkt het mooi.
De heuvel waar de natuur nog het meest indrukwekkend is, en waar volgens mijn medereizigers zelfs rendieren rond lopen, ligt aan de grens met Guatemala. Rendieren? Ik dacht dat die alleen in Lapland leefden, maar de meiden zijn overtuigd dus het zal wel. De fameuze heuvel heet ‘El Imposible’ (de Onmogelijke), dus alles lijkt me mogelijk.
Dan komen we langs een heuvel die er niet zo groen uitziet. Eerder geel en kaal. Het is de Cerro Guazapa. Deze heuvel werd tijdens de jaren van burgeroorlog door de guerilla bewoond. Het was een strategische plek, zo dicht bij de hoofdstad. Vanuit Cerro Guazapa werd Radio Venceremos uitgezonden. Het leger had zo’n ontzettende hekel aan Guazapa dat elke mogelijkheid werd aangegrepen om de heuvel te bombarderen. Het opstijgen van vliegtuigen vanuit San Salvador ging standaard gepaard met een bom op Guazapa. Er zijn daarom maar weinig bomen overgebleven. Ondertussen is er hier en daar weer wat groen te zien, en toeristische routes kondigen naast een interessante geschiedkundige plek nog steeds (of alweer?) natuurschoon aan. Maar een contrast met de omliggende groene heuvels is het wel.
We rijden verder. De schade die orkaan Ida heeft aangericht is vooral te zien rondom de rivier Acelhuate in Aguilares, die sowieso al vervuild is. Hier hebben, zo’n drie weken geleden, enorme modderstromen de natuur een verwoest gezicht gegeven.
De door mij zo bewonderde groene deken rondom San Salvador is misschien toch schijn die bedriegt. In de auto wordt me al verteld dat de bossen hier elk jaar afnemen. De begroeiing op de Vulkaan van San Salvador en omliggende heuvels wordt op grote schaal vernietigd en zo verdwijnt langzaamaan de mooie groene deken rondom de hoofdstad.
Nu ik de feiten even heb opgezocht blijkt El Salvador het tweede meest ontboste land in Latijns-Amerika te zijn na Haïti. Het land verliest gemiddeld 5.000 hectare bos per jaar en nog maar 5% van het land is bedekt met bos! Ik lees ook dat El Imposible binnenkort echt onmogelijke zal zijn, omdat het nu al een van de meest bedreigde ecosystemen ter wereld is.
Ondertussen zijn we in Tegucigalpa aangekomen. De busreis hiernaartoe was mooi, door de bergen en groene heuvels, maar het was ook duidelijk dat veel bomen gekapt worden. Tegucigalpa lijkt op het eerste gezicht minder vriendelijk, veilig en rustig, om te beginnen vanwege de verkeerschaos en de overdaad aan machista mannen op straat (‘Hey, muñeca hermosa, gow are you?’ sist het vanuit de straathoeken). Maar hopelijk is ook deze eerste indruk schijn. Ik ben benieuwd hoe het met de groene deken van Honduras staat.