“‘De Inheemse Spelen’
Op woensdag stap ik op een vliegtuig naar een stad die jonger is dan mezelf. In het hart van Brazilië ligt Palmas, gesticht in 1989. Ik beeld me in hoe het hier moet geweest zijn op de dag van mijn geboorte. Veertig graden hitte. Slang kronkelend over rode aarde. Luipaard in schaduw van struik. En veel indianen, verspreid over verschillende dorpen. Nu is dit de jongste stad van Brazilië. In de vlag van Palmas lees ik de leuze: 'Deze Aarde Is Van Ons'.
Vandaag zijn hier opnieuw veel indianen: uit binnen- en buitenland zijn ze komen afgereisd om het tegen elkaar op te nemen in de eerste Wereld Inheemse Spelen, een beetje de Olympische Spelen voor indianen. Ik regel mijn accreditatie en even later sta ik in een airgekoelde festivaltent op twintig meter van presidente Dilma terwijl een groep indianen hun begroetingsdans opvoeren.
Uiteraard is het indrukwekkend als even later 2000 indianen de arena binnen komen gelopen in een zandwolk, zingend, dansend, beschilderd, voorzien van pluimen en speren. Het lijkt als in een droom.. en niet alleen voor de kinderen in het stadion. Naast de Braziliaanse ethnieën Xavante, Karajá, Kayapó, Pataxó, Rikbaktsa, Kaingang, Kuikuru, Xerente, Tapirapé, Kanela, Kamayurá, Waiwai, Assurini, … zijn er ook Neyihaw (CAN), Aeta (PH), Maori (NZ) uit in totaal 20 verschillende landen. De honderden persfotografen hebben een ongeziene diversiteit aan tribale romantiek binnen lensbereik. Ze zorgen voor kleurrijke prentjes in het wereldnieuws gedurende de komende dagen.
Ik wandel in het veld tussen de atleten en raak het noorden kwijt in welke taal ik hallo moet zeggen. Is de deelname aan deze spelen voor de indianen ook een dream come true? Bijna elk gesprek draait uit op de bloederige strijd om grond. ‘Ons echte leven is geen spel.’
Landbouwbedrijven palmen gaandeweg meer indianengrond in - een nauwelijks te stoppen evolutie gezien de goede banden tussen de agrobusiness en de politiek - en de indianen moeten plaatsruimen voor soja, vee, koffie, suikerriet. Misschien belandt een deel daarvan zelfs in het onschuldige eco-hoekje van onze supermarkten aan de andere kant van de oceaan, wie zal het zeggen. In hoeverre kunnen we onze bedrijven pushen tot meer transparantie?
Ik wandel in het veld tussen de atleten en raak het noorden kwijt in welke taal ik hallo moet zeggen.
De vooruitzichten zien er alvast niet goed uit, nu door het wetsvoorstel PEC 215 de beslissingsmacht over de indianengronden nog meer in handen dreigt te komen van de agrobusiness. De presidente geeft geen speech en komt niet op het groot scherm. Een groep indianen zet een protestzang in: baken onze grond af. Op het moment dat het protest omvangrijker wordt en de pers de camera’s richt, valt het licht uit in het stadion. Een paar seconden later wordt promovideo opgezet: ‘Welkom op de allereerste World Indigenous Games. In 2015 zijn we allen indianen.’
De video gaat een tiental minuten verder en de show wordt aansluitend verder opgepikt. Het woord Disney fonkelt bij elke knal van het vuurwerk, door de speakers klinkt inheemse muziek en wanneer de dj ook Vangelis’ 1492: Conquest of Paradise draait, blijkt dit geen vergissing.
Een paar dagen later kom ik terug thuis in Rio, zet mij aan het schrijven aan mijn filmdossier voor het VAF. Ik log in op facebook, zie de mooie indianenfoto’s van collega fotografen, en zie een ook post over een 27-jarige indianenleidster die is omgebracht in een schietpartij in het binnenland. Zo’n nieuws komt zelden in de krant, maar vaak op facebook. En hoe meer indiaanse contacten ik krijg, hoe meer berichtjes als deze er verschijnen.
Foto’s, film stills en bedenkingen bij het maken van de documentaire We Must Be Dreaming, een film van David Bert Joris Dhert verwacht in 2016, gemaakt met de steun van Fonds Pascal Decroos voor bijzondere journalistiek en het Vlaams Audiovisueel Fonds.