De luchtspiegeling van sociale rechtvaardigheid

Blog

De luchtspiegeling van sociale rechtvaardigheid

De luchtspiegeling van sociale rechtvaardigheid
De luchtspiegeling van sociale rechtvaardigheid

Neoliberale goeroe Friedrich Hayek was geen fan van sociale rechtvaardigheid: “niets deed ooit meer om de juridische waarborgen voor individuele vrijheid te vernietigen, dan het streven naar die luchtspiegeling van sociale rechtvaardigheid”. Hij heeft niet kunnen verhinderen dat op de Internationale Arbeidsconferentie van 2008 de Verklaring rond de sociale rechtvaardigheid voor een billijke mondialisering werd afgeklopt.

Deze Social Justice Declaration (SJD) is het ankerpunt van een brede consensus dat de globalisering een menselijker gezicht moest krijgen. Acht jaar later wordt hier in een bijzondere commissie bekeken of dat is gelukt; en vooral wat beter kan en moet. Dat gebeurt in – hou u vast – een Commission of the Whole.  Chris Serroyen, hoofd van de ACV-studiedienst, zit op die werf en schetst de inzet.

Het sociale gelaat

De Social Justice Declaration is maar de derde in zijn soort (na de Verklaring van Philadelphia van 1944 en de Verklaring van 1988 over de fundamentele principes en rechten op het werk). De SJD valt te situeren tegen de achtergrond van het doorschieten van de globalisering na de val van de Berlijnse muur. Met het uiteenvallen van het Oostblok. Met de boost vanuit de nieuwe groeilanden, waaronder de sprong van China in de toekomst. Met de verdere ontwikkeling van de mondiale toeleveringsketens, ook al een thema op deze Conferentie. En met wereldwijd schendingen van de werknemersrechten, ook van de meest fundamentele rechten. Vanuit de IAO werd een bijzondere commissie aan het werk gezet, de Wereldcommissie voor de sociale dimensie van de globalisering, die een indrukwekkend verslag opleverde.  Dit legde uiteindelijk de basis voor de Social Justice Declaration van 2008, “als baken voor de bevordering van een rechtvaardige mondialisering”. Het plaatste het concept van ‘waardig werk’ (decent work), sinds 1999 door de IAO op de kaart gezet, centraal in het IAO-beleid. En moest het visitekaartje worden van de IAO om een centralere plaats te krijgen in de global governance, wegens te sterk gedomineerd door de internationale financiële en economische instellingen (Internationaal muntfonds, Wereldbank, Wereldhandelsorganisatie…). Met hetzelfde probleem op nationaal (en voor ons ook Europees) vlak waar de ene hand (Economie en Financiën) niet weet wat de andere hand (Werk en Sociale Zaken) doet. Of geacht wordt te doen.

Van woede naar angst

Die Verklaring voor Sociale Rechtvaardigheid (ook beschikbaar in het Nederlands) kwam er op 10 juni 2008. Dat was 3 maanden en 5 dagen voor het omvallen van Lehman Brothers in de Verenigde Staten, het kantelmoment voor de financiële crisis en de daarop volgende economische en werkgelegenheidscrisis. De vakbonden konden zich aan die Verklaring optrekken om er op de volgende Conferentie, in 2009,  het Global Jobs Pact uit te krijgen: een consensus voor een wereldwijd werkgelegenheidsbeleid, doorregen met het concept van waardig werk.   Maar al snel sloeg het klimaat om. Omdat de woede op de financiële markten na de speculatie tegen de overheidsschuld plaats maakte voor de angst voor de financiële markten. Werknemers en gerechtigden op sociale uitkeringen waren ineens geen slachtoffers meer van de crisis.  Neen, ze kregen de rekening van de crisis gepresenteerd.  Zo kwam op die Social Justice Declaration en het Global Jobs Pact al snel veel stof te liggen.

Whole-werf

Gelukkig had de Governing Body van de IAO inmiddels beslist om op elke Internationale Arbeidsconferentie door te werken op de Social Justice Declaration. Die bevat vier strategische doelstellingen: werk, sociale bescherming, fundamentele arbeidsnormen en sociale dialoog. Elk van die items komt jaarlijks volgens een beurtrol aan bod en er wordt bekeken wat de IAO meer kan doen om die doelstellingen te realiseren. Dat gebeurt in de ‘Commissie voor het recurrente item’.  Ondertussen zitten we acht jaar na de Verklaring van 2008 en vond men dat het tijd werd om een eerste evaluatie te maken van dit proces. Heeft die Verklaring het verschil kunnen maken? En wat kan beter?  Dat gebeurt in deze Conferentie in de Commission of the Whole. Een wat zware naam voor een gewone tijdelijke commissie, maar toch één waar er wat meer ruimte is voor inbreng van externe sprekers en NGO’s. Al vormen toch vooral het besprekingsrapport en de besprekingsvragen de basis. Met als concrete inzet ook om input te geven in een aantal belangrijke discussies voor de komende jaren: de Centenary Initiatives ter voorbereiding van 100 jaar IAO in 2019; de nieuwe programmatie en budgettering van de IAO; en niet in het minst de IAO-inbreng in de nieuwe VN-agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling, met zijn nieuwe duurzaamheidsdoelstellingen (waaronder waardig werk) én zijn link met het klimaatakkoord van Parijs.

Sociale mensenrechten op de schop?

Je ziet hier al onmiddellijk hoe een aantal terugkerende discussiepunten in de Commissie voor het recurrente item opnieuw opduiken. Met de werknemersgroep waarvoor die commissie een platform is voor eerste discussies over nieuwe IAO-normen, conventies of aanbevelingen, en de ratificatie en toepassing ervan. En de werkgevers die het softer willen houden. Voor wie het niet meer moet zijn dan een debat over de dienstverlening van de IAO naar de landen en de sociale partners, met elk hun eigen, uiteenlopende behoeften en realiteiten. Voor wie de lopende procedure tot herziening van de IAO-normen (Standards Review Mechanisme) niet snel genoeg kan gaan, liefst van al om een reeks IAO-normen overhoop te gooien. Die nu zelfs opperen om een aantal fundamentele arbeidsnormen tegen het licht te houden wegens niet meer up to date. Waaronder de syndicale vrijheid en het recht te onderhandelen. Faut le faire.

Sociale wereldorde

Maar er is nog een tweede belangrijke discussie. Is de IAO er in geslaagd de vier strategische doelstellingen van werk, sociale bescherming, fundamentele arbeidsnormen en sociale dialoog binnen te sluizen in de wereldorde(ning), in de rest van de Verenigde Naties, in IMF en Wereldbank, in de Wereldhandelsorganisatie, ruimer de handels- en investeringsakkoorden?  Er is wat vooruitgang, maar nog ruim ondermaats, zeggen de vakbonden. En dan zie je de werkgevers op hun stoel beginnen schuiven. Want ze zaten in 2008 al niet gemakkelijk met dit idee. En lijken die internationale financiële en economische instellingen liever te willen behouden als hefboom voor de patronale agenda van structurele hervormingen.

En de regeringen? Die staan er op te kijken. Veel constructieve inbreng is er nauwelijks. We mogen al blij zijn dat Nederland, als huidig voorzitter van de Europese Unie, zijn huiswerk netjes heeft gemaakt.  Elk nadeel heb echter zijn voordeel, zei een bekend Nederlander: het gaat hier als een trein vooruit.  Beheerst door het rechtstreekse debat tussen werkgevers en werknemers, met bitter weinig aanbreng van de primauteit van de politiek.

Al is er ook goed nieuws: niemand stelt één woord of letter van die Verklaring voor Sociale Rechtvaardigheid in vraag. Dat is al een begin.

De laatste blogberichten schetsten de inzet van elk van de vier commissies op deze Conferentie. Eén onderdeel moet nog aan bod komen: de General Survey in de Commissie van de Normen, over een rechtvaardig migratiebeleid. Omwille van de vluchtelingencrisissen is het bijzonder emotioneel geladen. Met vooral heel veel vluchtgedrag van de Lidstaten. De komende dagen hebben we zeker ook wat meer aandacht voor het plenaire gebeuren: de bespreking over het verslag van directeur-generaal Guy Ryder.  Met bovenop meer getuigenissen van de hier aanwezige mensen van ACV en Wereldsolidariteit, uit het (commissie)leven gegrepen.

Chris Serroyen