“‘De muren praten’
Na het bloedbad in Bagua, zwijgen de eeuwenoude inkamuren in Cusco niet langer. Zij spreken over de werkelijke problemen van Perú, zoals de uitverkoop van de Amazone en de onderdrukking van de sociale bewegingen. En de burgers spreken terug.
Wist u dat
… er maar liefst 56,131,862 hectare van de Peruaanse Amazone in gebruik is door de petroleum industrie?
… dit maar liefst 72% van de Amazone is, oftewel meer dan een derde van heel Peru?
… er ook 1233 inheemse gemeenschappen wonen in de Amazone en die dus nu hun leefgebied serieus bedreigd zien?
… er meer dan twee maanden na het bloedbad in Bagua, waarbij met vuurwapens bewapende politiemannen de aanval openden op met pijl en boog bewapende inheemse families, en tientallen doden vielen, er nog steeds geen officieel onderzoek is ingesteld door de overheid?
… er wel 84 van de betrokkenen van de inheemse organisaties een juridisch proces aan de broek hebben hangen wegens deze gebeurtenissen?
… President Alan García ondertussen vrolijk nieuwe contracten tekent met petroleumbedrijven?
… er provincies zijn in Cusco waarvan meer dan drie kwart van de grond aan mijnbouwbedrijven is toegekend?
… dit in de provincie Chumbivilcas betekent dat zelfs het dorpsplein aan een mijnbouwbedrijf toebehoort?
…dat er in de maand juni in Peru maar liefst 273 sociale conflicten waren tussen de bevolking en de overheid?
Nee, waarschijnlijk wist u dat allemaal niet, tenzij u tot het kleine groepje betrokkenen behoort die internationale rapporten over Peru leest of bepaalde gespecialiseerde websites bezoekt.
Het is jammer dat u dat allemaal niet wist, maar nog veel problematischer is dat de grote meerderheid van de peruaanse bevolking dit ook niet weet. Zij hebben geen idee hoeveel inheemse gemeenschappen hun land rijk is. Zij hebben geen idee hoeveel vergunningen er al verkocht zijn aan mijnbouw- en petroleumbedrijven. Zij hebben geen idee hoeveel geld daarvoor boven en onder de tafel is doorgegeven. Zij hebben geen idee dat hun eigen dorp binnenkort aan de beurt is.
Wat weten ze dan wel? Zij weten alles over de dood van Michael Jackson, de moord op folklore zangeres Alicia Delgado en het aantal bankovervallen die er dit jaar zijn gepleegd in Lima. Ook weten de burgers bijzonder veel over het wel en wee van de relatie tussen soapacteur x en televisiepresentatice y. Bovendien weten ze dat de economie in Peru al jaren zo mooi groeit, ookal heeft hun familie daar toevallig nog niets van gemerkt. En dat Evo Morales lelijke dingen heeft gezegd over hun president Alan García.
Waarom weten ze daar dan zo veel van? Omdat de televisiekanalen, radiostations en kranten hun dagelijks op de hoogte houden over sappige relaties en bloedige moordpartijen. Omdat de politici hun stevig in de oren knopen dat ze toch maar boffen dat ze in Peru wonen en niet in zo’n conflictief land als Bolivia.
Maar sinds de moord op de amazone broeders, gonst het in de straten van Cusco. De eeuwenoude inkamuren zijn gaan praten. Midden op het Plaza de Armas, waar het internationale toerismegeweld de realiteit van Peru steeds meer had verdrongen, hangen er opeens kaarten aan de muren. Geen toeristische kaarten, maar plattegronden van de Amazone waarop precies te zien welke hectaren er al door de petroleumindustrie in gebruik zijn, welke al zijn toegezegd en hoe weinig hectare er dan overblijft voor de mensen, dieren en planten die er nu wonen. Daarnaast zijn er plattegronden te zien van de provincies van Cusco, met gedetailleerde informatie over alle afgegeven mijnbouw vergunningen.
De burgers die voorbijkomen, schrikken als ze deze kaarten zien. Deze informatie is nieuw voor ze. De fotos, genomen door Belgische vrijwilligers in Bagua, waarop te zien is hoe de politie er flink op los schiet richting mannen, vrouwen en kinderen, roepen verontwaardiging op. Hele families blijven stilstaan voor de muren en bestuderen de cijfers over de waterschaarste in het land en hoeveel water er al vervuild is door diezelfde mijnbouwindustrie. De vele cartoons die verwijzen naar de realiteit van Peru trekken de aandacht en lachend als een boer met kiespijn herkennen de burgers de politici waarvoor zij drie jaar geleden stemden.
Maar de muren praten niet alleen. Zij luisteren ook. Op grote vellen papier laten de burgers hun reacties en meningen achter. Ze vullen de muren aan, want de muren zijn van hen, van de inwoners van deze stad. En na zoveel eeuwen zwijgen zijn ze begonnen te praten. Want wie zwijgt is medeplichtig.
Soms zijn lange betogen noodzakelijk, soms zeggen beelden meer dan genoeg. En soms zeggen twee woorden alles, zoals een kind uit Cusco begreep wanneer hij over zijn president opschreef: Alan Malo.