“‘De prijs van “ontwikkeling”’
Ontwikkeling of geen ontwikkeling? Wat is de prijs van ‘ontwikkeling’? Is het leven wel degelijk beter dan vroeger? Een ontmoeting met landbouwers in afgelegen zones van Esmeraldas, Ecuador. Een vraagteken bij onze eigen levensstijl.
Hier in Esmeraldas steekt het de ogen uit hoe evoluerende levensstijlen mens en milieu beïnvloeden. Zo sprak ik met de bevolking in afgelegen zones om de verschillende oorzaken van affectatie van de waterbronnen te begrijpen.
In vijftig jaar tijd evolueerde de zone van La Presidencia in het stroomgebied van de rivier Mate van puur bos tot kale bergen bevolkt met vee meer dan met mensen. Niet alleen de kolonisatie van primaire bossen op zich, maar vooral de permutatie van een subsistentiebestaan naar een landgebruik gericht op commercialisatie veroorzaakte serieuze veranderingen in het landschap, onder andere dankzij goedkope kredieten van de staat voor de aankoop van vee.
Op weg naar La Presidencia; minder dan vijftig jaar geleden was er enkel bos te zien.
© Marie Herman
Het omruilen van de bijl voor de elektrische zaag en het vervangen van snoeien met de machete door het onkruid-dodende glyfosaat versnelde de ontbossing en expansie van landbouw, om niet te spreken van de weg gebaand door houtexploitatiebedrijven. ‘Een dag werd ik moe, werd ik lui, ik verkocht m’n rijst om de buur te betalen om de boom met z’n kettingzaag neer te halen’ vertelt Melquiadez die tot in 2005 de bomen met de hak kapte. Hij vertelt hoe grotere monetaire inkomsten meer en meer mensen toelaten om toegang te hebben tot technologie, rond 2013 werd de eerste televisie in het ‘dorp’ aangeschaft.
’Vroeger nam het soms een hele dag om een boom om te hakken, nu worden er soms meer dan 10 hectaren in een dag geveld.’
© Marie Herman
De groeiende bevolking, gepaard met de introductie van allerlei verpakkingen die hand in hand komen met de aankoop van industrieel verwerkte voeding en het gebrek aan toegang tot diensten zoals afvalverwerking en sanering, dragen bij tot de vervuiling van het water. Vee op hellingen van meer dan 50% versnelt de erosie.
Het vee baadt zich in de rivier, waar men zichzelf en z’n kleren wat verderop wast. Vroeger was dat met bruine zeep, nu is dat met chloor en sterke detergenten. Zelfs pesticidetanken worden in de rivier gespoeld. Insecticiden worden door hopelijk onwetenden gebruikt om garnalen te vangen, insecticiden die tegelijkertijd ook vissen en via de voedselketen vogels doden. Het blijkt geen eenmalige gebeurtenis om dode vis voorbij te zien drijven. Maar de zone van la Presidencia is stroomopwaarts gelegen, en de vervuiling is er weinig zichtbaar. ‘Hier hebben we nog pure lucht’ zegt een bewoonster enthousiast.
In La Presidencia is het water nog helder.
© Marie Herman
Het is pas als je stroomafwaarts gaat dat je bewoners ontmoet die ongerust zijn over de kwaliteit van het water en het milieu. ‘Vroeger deed het plezier een beker water uit de rivier te drinken, nu durven we dat nog amper’ vertelt de ene. ‘Niemand bewerkt het land als het niet met gif is’ betreurt een andere; terwijl een andere constateert ‘onze kleinkinderen zullen niet weten wat een guayacán is’. Guayacán is een inheemse boom met edel hout, dat voor relatief veel geld verkocht wordt. Relatief, omdat het vaak tussenpersonen zijn die met het merendeel van de prijs gaan lopen.
Dan vraag ik me af wat de prijs is van een veranderende levensstijl; wat de prijs is van ontwikkeling; wat ontwikkeling is; of het nu beter is of niet. Het antwoord hangt af van wie je bevraagt en van de invalshoek die je kiest. ‘Vroeger waren we gelukkig’ begint een dorpsleider z’n pleidooi, terwijl een andere bedenkt ‘vroeger was het leven hard’ en vertelt hoe hij z´n zwangere vrouw in kano naar het dorp bracht, een onderneming van meer dan acht uren . Een bewoner klaagt dat alles nu op de markt gericht is. ‘Soms verkopen we al onze cacao en kopen dan chocolade van slechte kwaliteit in de supermarkt. We zouden terug onze eigen cacao moeten verbruiken.’
Don Silverio toont hoe men vroeger z’n waren transporteerde ‘Men ging naar Esmeraldas en Rioverde langs het strand. Men moest wachten dat het tij daalde. Ze brachten voedsel en kinderen in hun mand.’
© Marie Herman
Een deel van de prijs van deze ‘ontwikkeling’ is zeker de toegang tot drinkbaar water. Iedereen in het stroomgebied hangt af van het water van de rivier, ook al is ie er zich niet bewust van. Zelfs de tanqueros halen het water uit de rivier. Zij verkopen het water in het stroomafwaarts dorp aan de monding waar de meeste bevolking woont. Vóór de verkoop voegen ze wat chloor toe en klaar is kees. Wie het lokale water niet gebruikt, betaalt het prijskaartje voor flessenwater dat onder andere door Coca Cola wordt verhandeld.
Drinkbaar water; nu dat het water uit de rivier stroomafwaarts niet meer bruikbaar is, koopt men water aan.
© Marie Herman
De bewoners merken de daling op van het wild waar ze op jagen, van het aantal garnalen en vissen. Ook zijn er de laatste jaren een aantal nieuwe plagen verschenen, zoals een reuzeslak die het moeilijk maakt om nog gewassen zoals bonen, maïs en tomaat te telen.
Adequate maatregelen door de autoriteiten - beginnende met bewustmaking - zouden de impact van de ‘ontwikkeling’ inperken, maar dat thema is niet prioritair en er zijn noch de middelen noch de capaciteit om acties te ondernemen. Ontwikkeling zonder ontwikkeling? Ontwikkeling of geen ontwikkeling?
De onzichtbare prijs van meer voor minder
Alles heeft een prijs. Ook de keuzes die we elke dag maken. Die misschien niet eens meer keuzes lijken. Hoe we leven, wat we eten, waar we ons mee bezig houden… In onze westerse levensstijl zijn we ons vaak niet bewust van die prijs, omdat we die niet steeds zelf betalen en gewoonweg omdat we door ingewikkelde banden ontkoppeld zijn van wat we verbruiken of dat nu voedsel, kleren, benzine, juwelen of noem maar op zijn. Omdat de monetaire prijs die we betalen vaak een fractie van de werkelijke prijs is. En toch, iemand moet die prijs betalen en als het niet iemand is, dan is het de natuur. Als het nu niet is, is het later.
Dat onze kleren door kinderen gemaakt worden of volwassenen die er amper van kunnen leven, werkende in onmenselijke omstandigheden, lijkt wel een ver van mijn bed show. Dat mensen geen drinkbaar water meer hebben omdat dat door de nalatigheid van oliebedrijven werd vervuild dat zie je af en toe op scherm of papier. Net alsof het banaal is. Wie is er zich van bewust of kan het wat schelen dat kleinschalige landbouwers het steeds moeilijker hebben om te overleven met de miserieprijs die ze ontvangen voor hun producten; dat het soms zelfs goedkoper is om perziken in de boomgaard te laten rotten in plaats van ze te plukken? En wie ligt er wakker van klimaatsverandering of overbevissing?
Manifestaties in Bangladesh te herdenking van de instorting van Rana Plaza, op 24 April net 3 jaar geleden, deze kostte meer dan duizend mensen het leven.
© Solidarity Center/Sifat Sharmin Amita
Het is pas als we zelf geconfronteerd worden met de gevolgen van onze levensstijl, dat we even wakker worden geschud, zoals wanneer het fijn stof en de smog in onze eigen stad bepaalde grenzen overschrijden. Of neem nu Rana Plaza, is het normaal dat duizenden moeten sterven vooraleer er werk wordt gemaakt van veiligheidsstandaarden in textielfabrieken? ‘Ontwikkeling’ ten koste van rechtvaardigheid?
Zelfs als we bewust willen zijn in onze keuzes, lijkt het net of men het ons onmogelijk wil maken. Zo kan je soms uren aan een stuk zoeken vooraleer je schoenen vindt die in de EU werden gemaakt (waar de Integrated Prevention of Pollution and Contamination regels [IPPC] en arbeidsreglementen een minimum aan milieu- en mensenrechtencriteria garanderen), en dan kom je nog te weten ook dat er maar één enkele stap van het hele productieproces in Europa werd gerealiseerd.
Soit, ik word er soms melancholisch van. Dan probeer ik te focussen op alle positieve initiatieven die er bestaan om lokaal en bewust te verbruiken en te consuminderen, zoals de Fairphone of de hoeve in m’n wijk die werkgelegenheid creëert en lokale seizoensproducten aanbiedt.