Decembermoorden herdacht

Blog

Decembermoorden herdacht

Decembermoorden herdacht
Decembermoorden herdacht

De zon mag dan erg vaak schijnen in Suriname. Toch heeft het land enkele donkere dagen gekend. Een erg zwarte bladzijde uit het verleden werd vorige week donderdag herdacht. 29 jaar geleden, op 8 december 1982 vonden de decembermoorden plaats. Die dag/ avond werden 15 tegenstanders van het politieke regime omgebracht. De exacte omstandigheden zijn nog steeds niet helemaal duidelijk. Het proces van de moorden worden nu gevoerd, maar lijkt niet veel duidelijkheid te scheppen.

De jaren ’80 waren een erg woelige periode in Suriname. Het gewelddadige decennium begon met de sergeantencoup op 25 februari 1980 en werd pas officieel afgesloten toen in mei ’92 de toenmalige president Venetiaan de vrede tussen Desi Bouterse en Ronnie Brunswijk bekrachtigde. Tussendoor was Suriname een soort van dictatuur, werden de mensenrechten meermaals geschonden, stopte de ontwikkelingshulp van Nederland, was er de ‘Binnenlandse Oorlog’, enkele al dan niet mislukte staatsgrepen, het bloedbad in Moiwana (’86) en natuurlijk de ‘decembermoorden’.

De gehele periode had de nu –door sommigen- zo geliefde president Bouterse, de leiding over het leger. Die had hij verworven bij de staatsgreep in 1980 toen hij samen met Roy Horb en veertien andere militairen, president Johan Ferrier en premier Henck Arron van de macht verdreef.
Het was niet erg koosjer wat er allemaal in Suriname gebeurde. Dus er kwam kritiek van verschillende fronten. Advocaten, journalisten, vakbondsleiders, professoren en juristen. Dus eigenlijk zo wat het standaardrijtje van mensen die protesteren wanneer een militair regime aan de macht is.

Op 7 december ’82 werden 16 van deze critici samengebracht in Fort Zeelandia. Sommigen zaten al lange tijd vast, andere waren net opgehaald door militairen. Ze werden opgesloten in een cel van het historische fort in het centrum van Paramaribo. Bouterse had hier zijn hoofdkwartier ingericht, en belangrijke gevangenen kwamen er dus ook terecht.

Die bewuste dag werden 15 van de zestien gevangen vermoord, zonder eerlijk proces. Volgens de officiële mededeling zouden allen neergeschoten zijn toen ze op de vlucht waren. Maar al snel bleek duidelijk dat van dat hele verhaal niets klopte.

Eén man, Fred Derby overleefde het drama. In 2000 deed hij zijn verhaal publiekelijk. Die avond zou Bouterse een soort tribunaal hebben opgericht. Een voor een werden de mannen naar bovengehaald. Enkelen kwamen volgens Derby nog terug naar de cel. Om even later opnieuw bij Bouterse geroepen te worden. Maar uiteindelijk was hij de enige die het nog kon navertellen. (Frederik Derby overleed in 2001 op 61-jarige leeftijd.) Toch zijn er nog steeds enkele geheimzinnigheden omtrent het verhaal. Want volgens sommige theorieën zat Derby als mol in die cel. De waarheid omtrent dit verhaal zal waarschijnlijk nooit geweten zijn.

Bouterse heeft nadien de politieke verantwoordelijkheid voor de moorden op zich genomen. In 2007 excuseerde hij zich en pleitte voor amnestie voor de daders en medeplichtigen. De huidige president beweert niet rechtstreeks de opdracht te hebben gegeven en zeker niet bij de moorden aanwezig te zijn geweest. Getuigen verklaren echter het tegendeel. Een lijfwacht van Roy Horb, met wie Bouterse de staatgreep uitvoerde, beweert dat Bouterse bij de executies aan was. Ook het verhaal dat hij de verdachten eerst ontving in zijn bureau wordt door de lijfwacht bevestigd.

Net zoals het in België een eeuwigheid kan duren voor grote rechtszaak behandeld wordt, zo is het proces rond de decembermoorden nog steeds in zijn beginfase. Er is een speciaal tribunaal opgericht die de verdachten moet berechten. Maar het is nu al duidelijk dat het tribunaal te weinig autoriteit uitstraalt. Al in 1983 werd Suriname door de VN opgeroepen om de gebeurtenissen te onderzoeken en de verantwoordelijken te straffen. Uiteindelijk werd het vooronderzoek pas in november 2000 –een maand voor de verjaringstermijn - opgestart. In 2002 werden de slachtoffers weer opgegraven om uiteindelijk toch een lijkschouwing uit te voeren. De resultaten van die lijkschouwing, uitgevoerd door het Nederlandse Forensische Instituut, waren in augustus 2004 bekend. En driewerf hoera, 22 jaar na de feiten, was het vooronderzoek afgerond. Op 24 december 2004 kregen 25 verdachten te horen dat ze in vervolging waren gesteld.

Uiteindelijk kon op 30 november 2007 het proces van start gaan. Desi Bouterse liet meteen verstek gaan, en na 5 zittingen werd in april 2008 het proces opgeschort. De advocaten van de verdachten vertragen op alle mogelijke manieren het proces. Vooral de pogingen om het tribunaal niet-ontvankelijk lijken erg geliefd te zijn. Het proces is al zo vaak stilgelegd dat sommigen eraan twijfelen of er überhaupt wel nog een uitspraak van enige betekenis zal komen. Bouterse staat er terecht, maar is al die tijd nog geen enkele keer aanwezig geweest bij een zitting van het tribunaal.

Volgens de laatste berichten, zou een uitspraak volgen eind 2012, maar dat is vrij relatief. Het proces zou dan niet meer mogen stilliggen en dat is zeer onwaarschijnlijk. De nabestaanden hopen natuurlijk op zware straffen. Voor hen is levenslang nog niet voldoende.

Als Bouterse effectief wordt veroordeeld, dan is het een zoveelste veroordeling voor Bouterse. Eerder werd hij al in Nederland veroordeeld bij verstek tot 11 jaar cel wegens drugshandel. Ook wacht hem nog een proces voor het bloedbad in Moiwana in 1986.

Toch kan het Bouterse momenteel allemaal weinig deren. Als staatshoofd geniet hij immuniteit en kan hij dus vrij rondreizen. Hij is aanwezig bij Algemene Vergadering van de VN, was voorzitter van de Carricom en ontmoette Obama. Enkel Nederland blijft een zwarte vlek. Ondanks zijn immuniteit, mag hij er zeker van zijn dat hij bij het betreden van het Nederlands grondgebied, meteen ook een Nederlandse cel mag betreden. In 2014 eindigt de presidentsambt van Bouterse. Wat er dan zal gebeuren blijft een verrassing.