“‘'Deze film kan zich evengoed afspelen in België'’
Op het filmfestival MOOOV wordt dezer dagen ook de Cubaanse film Conducta van regisseur Ernesto Daranas vertoond. De film won reeds tal van prijzen omdat het de problematiek in het onderwijssysteem van Cuba aansnijdt. Daranas geeft een duidelijk signaal over hoe op school wordt omgegaan met kinderen met gedragsproblemen. Een gesprek over de wederzijdse beïnvloeding tussen armoede en onderwijs, ook in Vlaanderen, dringt zich op, dus gaat journaliste Kaja Verbeke in gesprek met Soetkin Bauwens van het VVOB. Zij pleit voor meer interesse en begrip voor de persoonlijke levenssfeer van leerlingen.
Conducta, Spaans voor gedrag, vertelt het verhaal van Chala, een ondernemend en pienter kereltje die opgroeit in een arme wijk in Havana. Zijn moeder is verslaafd aan alcohol en werkt als prostitué.
Om de rekeningen te kunnen betalen houdt de elfjarige jongen duiven en doet zijn hond mee aan hondengevechten.
Op school vertoont hij gedragsproblemen waardoor hij naar een instelling wordt gestuurd, maar dat is zonder de tussenkomst van lerares Carmela gerekend. Zij blijft in zijn talenten geloven en gaat tegen de inspectie in, wat haar duur komt te staan. ‘Wat mij enorm heeft aangegrepen in deze film,’ zegt Soetkin Bauwens, ‘is dat deze film zich evengoed in België zou kunnen afspelen.’
‘Hoe ga je om met armoede en hoe werk je best rond ouderbetrokkenheid?’
Bauwens werkt voor VVOB, de Vlaamse Vereniging voor Ontwikkelingssamenwerking en Technische Bijstand die zich inzet om de kwaliteit van onderwijs in België en negen andere landen te verbeteren. Ze doen dat door samen te werken met de lerarenopleidingen en ministeries. ‘Als wij kijken naar de uitdagingen in Vlaanderen op vlak van onderwijs en de andere landen, merken we dat die quasi dezelfde zijn. Hoe geef je bijvoorbeeld meertaligheid een plek in de klas?’
‘Hoe ga je om met armoede en hoe werk je best rond ouderbetrokkenheid? We proberen voorbeelden uit het zuiden aan te brengen in Vlaanderen omdat dit kan aanzetten tot kritisch reflecteren op een discours waarin wij zelf ook vastzitten. Dat is zeker het geval met betrekking tot meertaligheid. Iedereen moet perfect Nederlands spreken en bovendien wordt maar weinig waarde gehecht aan het kunnen spreken van talen zoals Turks of Arabisch, terwijl Engels of Chinees dan wel waardevol is’, aldus Soetkin Bauwens.
Arme kinderen, al dan niet met een migratieachtergrond, hebben het moeilijkst op school.
© Conducta
Vandaag krijgt nog steeds vijftien procent van de kinderen geen kansen in ons onderwijs waardoor kansarmoede wordt gereproduceerd. Omdat de kinderen in armoede leven, omdat de kloof tussen hun leven thuis en op school te groot is of omdat ze een andere taal spreken. Vooral de sociaaleconomische situatie speelt een rol. Arme kinderen, al dan niet met een migratieachtergrond, hebben het moeilijkst op school. De kloof met de middenklasse leerkracht blijkt te groot. Wanneer een kind vervolgens gedragsproblemen vertoont, wordt dat al te vaak afgestraft zonder begrip te hebben voor de oorzaak.
Wanneer een kind gedragsproblemen vertoont, wordt dat al te vaak afgestraft zonder begrip te hebben voor de oorzaak.
‘Dit is ook sterk in de film aanwezig’, zegt Soetkin Bauwens. ‘Carmela kijkt weg van die problemen en ziet vooral de talenten en mogelijkheden van Chala. Dat moeten wij ook leren. We moeten meer begrip hebben voor de persoonlijke levenssfeer van de leerlingen. Het kind kan er tenslotte niet aan doen dat het moet opgroeien in die moeilijke thuissituatie. Wanneer een kind in België niet goed Nederlands kan, wordt het al te vaak geadviseerd om eenvoudige studiekeuzes te maken. Er wordt geen energie in die kinderen gestoken, waardoor de motivatie van het kind uiteraard ver te zoeken is. We proberen hen bovendien te kneden, te emanciperen en op te leiden zodat ze in ons systeem zouden passen, maar dat behoort toe aan de middenklasse. We moeten zoals Carmela nadenken over hoe we ons onderwijs kunnen organiseren zodat alle kinderen er zich thuis voelen en aanvaard worden.’
En dat kunnen leerkrachten volgens Bauwens doen door meer betrokken te zijn bij de thuissituatie van kinderen die het moeilijk hebben. Ze adviseert om te leren uit andere landen, waar in warmere culturen vrije tijd en school meer door elkaar lopen, en waarin de band tussen leerkrachten en leerlingen persoonlijker is. ‘Ga naar de kinderen thuis, wacht niet op de ouders maar breek zelf de muur open. Leerkrachten moeten naar verenigingen gaan waar armen het woord nemen. Empatisch vermogen is onmisbaar om gepast te reageren wanneer kinderen problemen van buiten de schoolmuren meenemen naar de klas.’
Het is voor u misschien ietwat vreemd om te moeten lezen dat we in België nog heel wat dienen te verbeteren aan ons onderwijs. Elk jaar leest u namelijk in de krant dat het Belgisch onderwijs behoort tot wereldniveau. ‘Dat is ook zo voor Cuba,’ zegt Bauwens, ‘maar achter die cijfers zitten nog te vaak schrijnende verhalen. Ook in België.’
Deze bijdrage werd geschreven door Kaja Verbeke, één van de Jonge Turken van MO*.