Welke boete betalen Turkse banken aan Amerikaanse justitie?

Blog

Directielid Turkse bank schuldig bevonden aan ontduiking van de boycot tegen Iran

Welke boete betalen Turkse banken aan Amerikaanse justitie?

Welke boete betalen Turkse banken aan Amerikaanse justitie?
Welke boete betalen Turkse banken aan Amerikaanse justitie?

Het proces te New York, dat in maart 2016 op gang kwam na de arrestatie van de Turks-Iraanse zakenman Reza Zarrab, zorgt voor spanningen tussen Washington en Ankara. Er hangt een aantal Turkse banken een zware boete boven het hoofd. Wereldblogger Peter Edel analyseert de zaak.

Quinn Dombrowski (CC BY-SA 2.0)​

Detail uit een Turks bankbiljet met de afbeelding van Ataturk

Quinn Dombrowski (CC BY-SA 2.0)​​

Het proces te New York, dat in maart 2016 op gang kwam na de arrestatie van de Turks-Iraanse zakenman Reza Zarrab, ging in het prille nieuwe jaar een volgende belangrijke fase in. Dat wil zeggen, met de beslissing van de jury om voormalig Halkbank-directielid Mehmet Hakan Atilla schuldig te verklaren op vijf van de zes aanklachten. Alleen op de aanklacht van witwaspraktijken werd Atilla onschuldig verklaard, maar de juryleden achtten bewezen dat Atilla nauw betrokken was bij het ontduiken van de boycot tegen Iran en het misbruiken van Amerikaanse banken in dat verband.

In Turkije leidde de schuldigverklaring van Atilla tot veel verontwaardiging bij de regerende Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP). Daar klonk de beschuldiging dat justitie in de VS onrechtmatig verkregen bewijs hanteerde;  bewijs dat in december 2013 naar voren werd gebracht door aanklagers sympathiserend met imam Fethullah Gülen, de aartsvijand van president Recep Tayyip Erdogan.

Volgens de AKP lieten de Amerikaanse aanklagers zich door de Gülenisten voor het karretje spannen.

Volgens de AKP lieten de Amerikaanse aanklagers zich door de Gülenisten voor het karretje spannen. Voor Erdogan bevestigt de schuldigverklaring van Atilla dan ook dat de VS volledig achter Gülen staan, ook wat betreft de couppoging in Turkije op 15 juli 2016.

Nu hij eenmaal schuldig is bevonden kan Atilla in theorie tot een decennialange gevangenisstraf worden veroordeeld voor zijn rol bij het ontduiken van de boycot tegen Iran. Echter, dat was geen hoofdrol. Dat hij in tegenstelling tot de Turkse oud-minister Zafer Calagyan en voormalig Halkbank-directeur Süleyman Arslan geen smeergeld ontving van Zarrab, zoals uit diens verklaringen tjdens het proces naar voren kwam, zou goed als een verzachtende factor begrepen kunnen worden. Het draagt bij aan de indruk dat het voornaamste vergrijp van Atilla eruit bestaat dat hij te goed gevolg gaf aan wat zijn superieur Arslan hem opdroeg.

Kleine garnaal

Het zou niet minder dan redelijk zijn wanneer rechter Richard M. Berman hier bij het bepalen van de strafmaat rekening mee houdt. Anders zou een situatie ontstaan waarin een kleinere vis de volle laag gaat terwijl grotere vrijuit gaan. Dat geldt niet alleen voor Zarrab, die tot een overeenkomst kwam met justitie, maar ook voor andere verdachten die in de tenlastelegging werden genoemd, waaronder Calagyan en Arslan. Omdat zij niet konden worden aangehouden stonden ze niet terecht, aangezien de Amerikaanse wetgeving vervolging bij verstek uitsluit.

Waren beide wel vervolgd dan was Atilla nu niet meer dan een figurant in het geheel geweest. Volgens Erdal Aksünger, de vicevoorzitter van de in Turkije oppositie voerende Republikeinse Volkspartij (CHP), heeft Interpol overigens een red notice ten aanzien van Calagyan en Atilla uitgevaardigd. Dit komt neer op een internationaal verzoek om arrestatie en uitlevering van beide.

Boete

Rechter Berman neemt in ieder geval de tijd om zich over de strafmaat te beraden, want hij spreekt zich daar pas op 11 april over uit. Vervolgens zou Atilla in beroep kunnen gaan, maar voor de uitspraak zou hij al kunnen beslissen om, evenals Zarrab, tot een akkoord met justitie te komen. Dat zou neerkomen op schoon schip maken tegenover de FBI, maar ook als hij daartoe bereid is, is zijn uitgangspositie echter niet erg sterk, omdat hij in tegenstelling tot Zarrab bij het begin van het proces volhield onschuldig te zijn. Nu het tegendeel is bewezen volgens de juryleden heeft justitie een troef in handen waardoor Atilla niet al te veel kan eisen.

Komt Atilla tot een overeenkomst met justitie en klapt hij uit de school dan zou dat in het nadeel zijn van de nauw betrokken Halkbank.

Komt Atilla tot een overeenkomst met justitie en klapt hij uit de school dan zou dat in het nadeel zijn van de nauw betrokken Halkbank. Alleen op basis van Zarrabs bekentenissen daaromtrent is het echter goed mogelijk dat de Amerikaanse autoriteiten al voor de uitspraak van Berman over de straf voor Atilla beslissen om Halkbank een hoge boete op te leggen.

En niet alleen Halkbank, want andere Turkse banken die het ontduiken van de boycot tegen Iran mogelijk maakten wacht hetzelfde lot. Zoals Aktifbank, waar Erdogans schoonzoon, de huidige energieminister Berat Albayrak van Turkije, destijds in de directie zat.

Hruska

Op 21 november nam de Turkse regering de advocaat en voormalig assistent-aanklager Andrew C. Hruska in dienst. Hruska is onder andere gespecialiseerd in corruptiepraktijken in het buitenland, regels voor banken en internationale sanctiemaatregelen. De van hem verlangde diensten werden in het contract cryptisch maar veelzeggend omschreven als:

‘Het voorbereiden en presenteren van een voorstel aan het Amerikaanse ministerie van Justitie omtrent een samenwerking tussen de regeringen van de VS en Turkije aangaande een juridische kwestie in de VS.’

Hruska is al langer bevriend met Christopher Wray, de directeur van de FBI die de door U.S. President Donald Trump ontslagen James Comey opvolgde.

Wray was voordat hij in dienst trad van de Amerikaanse overheid een partner van het advocatenkantoor King & Spalding. Hruska is dat ook nu nog. Een saillant detail is dat King & Spalding voorheen de aan de Gülen-beweging, en ondertussen op last van de Turkse regering opgeheven, Bank Asya vertegenwoordigde.

Confisqueren

Hoe dan ook, dat de AKP-regering Hruska in dienst nam zou kunnen duiden op bereidwilligheid in Ankara om met de VS te onderhandelen over de hoogte van de boete voor de in opspraak geraakte Turkse banken.

Dat de AKP-regering Hruska in dienst nam zou kunnen duiden op bereidwilligheid in Ankara om met de VS te onderhandelen over de hoogte van de boete

Twee prominente AKP-gezinde columnisten suggereerden een heel andere oplossing voor de boete. Zij stelden simpelweg dat die gefinancierd kon worden door meer ondernemingen behorend tot met Gülen sympathiserende ondernemers, in beslag te nemen.

Dit leidt tot de vraag of de AKP vooralsnog niet alle registers heeft opengetrokken bij het confisqueren van eigendommen van Gülens volgelingen, terwijl die indruk toch geenszins bestaat. Het bestempelen tot Gülenisten van ondernemers die zich niet onvoorwaardelijk loyaal opstellen van Erdogan behoort echter zeker tot de mogelijkheden onder de nog altijd van kracht zijnde noodtoestand in Turkije.

Dat in AKP-kringen terdege rekening wordt gehouden met een boete voor een aantal Turkse banken lijkt nu in ieder geval zonneklaar.