Diyarbakir, stad van oude beschavingen en verse wonden

Blog

Diyarbakir, stad van oude beschavingen en verse wonden

Diyarbakir, stad van oude beschavingen en verse wonden
Diyarbakir, stad van oude beschavingen en verse wonden

In Diyarbakir, de onofficiële Koerdische hoofdstad in het zuidoosten van Turkije, is de rust de laatste jaren weergekeerd, mede als gevolg van Europese druk. Maar de bevolking draagt de wonden van het conflict nog steeds mee en de voorwaarden voor een duurzame vrede zijn nog steeds niet vervuld.

Diyarbakir, Amed in het Koerdisch, zou al in 2000 voor Christus bestaan hebben en verschillende beschavingen lieten er hun sporen achter. De zes kilometer lange muren die het oude stadscentrum omringen dragen sporen van de Hittieten, Perzen, Romeinen en Byzantijnen.

De stad is de laatste 20 jaar het symbolische middelpunt van de strijd tussen de Turkse staat en de Koerdische rebellenbeweging PKK en zijn aanhangers. In het nieuwe gedeelte van de stad, buiten de stadsmuren, bevinden zich op verschillende plaatsen militaire zones waar het Turkse leger gestationeerd is. De directe aanwezigheid van soldaten is een dagelijkse realiteit voor de inwoners van Diyarbakir.

De gevangenis van Diyarbakir staat bekend als één van de wreedste gevangenissen in de wereld en tijdens de jaren ‘80 en ‘90 stierven tientallen gevangenen, waaronder veel PKK-leden, in de gevangenis als gevolg van folteringen.

Het historische stadscentrum, Suriçi (letterlijk ‘binnen de muren’) wordt hoofdzakelijk bevolkt door Koerden die afkomstig zijn van het platteland. Daar vernieldde het Turkse leger tijdens de oorlogsjaren duizenden dorpen om de solidariteit met de PKK te breken.

Sinds 2000 is de situatie minder gespannen, mede dankzij druk van de Europese Unie. Ook de PKK heeft na de arrestatie en gevangenhouding van hun leider Abdullah Öcalan zijn eis voor een onafhankelijk Koerdistan laten vallen. Ze zetten nu vooral in op het verkrijgen van politieke en culturele rechten voor de Koerden en andere minderheden (Alevi’s, Armenen, …) volgens een model van democratische autonomie. De pro-Koerdische partij die deze gedachte mee uitdraagt, de BDP ( Vrede en Democratie Partij) haalt in de steden van het zuidoosten tot(mag weg) meer dan 60% van de stemmen.

Maar de herinneringen aan oppressie en geweld liggen nog vers in het geheugen van de inwoners. Mahmut, 25, herinnert zich nog levendig hoe hij de eerste keer in Diyarbakir verzeilde. “ Toen ik acht was, was ik met vrienden in de buurt van de legerbasis in ons dorp aan het spelen. Plots vielen drie waakhonden van het leger me aan. Twee dagen later werd ik wakker in het ziekenhuis van Diyarbakir.”

Een paar jaar later moest Mahmut definitief naar de stad verhuizen toen zijn vader, een rijke man in het dorp, door het leger gevraagd werd om dorpswachter te worden. Dorpswachters worden bewapend door het leger om de PKK te bevechten en informatie door te spelen. Weigeren was geen optie, dus vluchtte Mahmut met zijn ouders naar Diyarbakir. Toen het  spaargeld op was moest Mahmut gaan werken om mee in het onderhoud van zijn familie te voorzien. Hij heeft nog steeds problemen met de gewrichten in zijn heup en stapt moeilijk.

Mahmut is niet alleen. Tijdens een wandeling door de stad wordt duidelijk dat een hoog percentage van de bevolking lichamelijk letsel heeft overgehouden aan de oorlog.

Cengiz Toprak, een jonge Koerdische filmregisseur, is in Diyarbakir om een documentaire te maken over de woelige jaren ‘90. “In 1988 riep het leger hier noodmaatregelen afgeroepen af. Diyarbakir was bezet gebied en op straat klonken schoten. Als kind was het een heel beangstigende periode, we wisten nooit of onze vaders ‘s avonds wel thuis zouden komen. Ik wil weten wat er gebeurd is met de generatie die onder die omstandigheden moest opgroeien en vastleggen wat er toen gebeurde.”

In 2002 werden de maatregelen opgeheven. Maar van tijd tot tijd wordt Diyarbakir opnieuw opgeschrikt door onlusten, bijvoorbeeld wanneer de Koerdische bevolking belet wordt culturele feesten te organiseren of voor de zoveelste keer democratisch verkozen politici in de gevangenis belanden.

De wonden beperken zich niet tot de Koerdische zijde. Volgens Necdet Ipekyuz, arts en hoofd van de Turkish Human Rights Foundation in Diyarbakir, zijn ook veel van de Turkse soldaten die gestationeerd zijn in het zuidoosten getraumatiseerd door wat ze meemaken. Ipekyuz: “Ze worden thuis onthaald als helden, maar we weten dat er onder ex-dienstplichtigen veel zelfdoding en intrafamiliaal geweld voorkomt. Jammer genoeg is dit fenomeen in Turkije nog steeds taboe en werd het nog niet bestudeerd.”