“‘Dromen van een Jordaanse lente ’
‘Een jaar geleden zag je hier meer dan 5000 mensen betogen, vandaag zijn we al blij met 500’. Mothanna Gharaibeh toont een foto van het vrijdagprotest op het Palmplein gisteren. Er staan vooral sympathisanten van de moslimbroeders. Wat is er gebeurd met de Jordaanse lente? Twee linkse activisten spreken over hun verloren droom.
Mothanna Gharaibeh is één van de hoofdcoördinatoren van de linkse Jongeren- en Volkscoalitie voor Verandering. Hij is actief bij de sociaaldemocratische Arabisch Progressieve Stroom. Asma Awwad vertegenwoordigt in de coalitie de communistische Jordaanse Democratische Volkseenheidspartij (JDPUP).
‘Ik besteed te veel tijd aan politiek, niet genoeg aan mijn werk. Maar er is dan ook veel te doen: ik wil burger zijn, geen onderdaan’, zegt ingenieur Mothanna (33) uit Irbid, één van de weinige zakenmannen die op straat betogen. Hij werd een centrale figuur in de mobilisatie van het protest in Jordanië. Zijn maandloon bedraagt €4000, maar ‘ik geniet geen sociale bescherming als werknemer in dit kapitalistisch systeem’ zegt hij.
Net zoals Mothanna leeft Asma eerder voor haar partij dan voor haar werk. Ze verzorgt vrijwillig de administratie van de Jordaanse Vrouwenvereniging, een organisatie verbonden aan de JDPUP. Ze mobiliseert vrouwen voor betogingen en tracht hen bewust te maken van hun sociale problemen. Haar betaalde job bij een Saoedische religieuze televisiezender haat ze. ‘Ik kan het idee van een religieus kanaal niet aanvaarden. Alsof religie een product is dat moet verkocht worden!’
De politieke microbe zit bij Asma niet in de familie. Haar ouders weten zelfs niet dat ze voor de partij werkt. ‘Mijn familie is bang van politiek. Je zal vervolgd worden, je zet je toekomst op het spel, je zal geen job vinden, enzovoort. Ik moet het voor hen verborgen houden en dat maakt me depressief.’
En hebben je ouders gelijk?
Asma: ‘Actief zijn voor een partij is geen makkelijke beslissing. Het beïnvloedt het je leven volledig, ook al moeten we sinds 1989 niet meer ondergronds werken. Onze partijkrant is nog steeds verboden. We kunnen ze bijvoorbeeld niet ronddelen op universiteitscampussen zonder opgeroepen te worden door de geheime dienst. Als politieke partij moeten we bovendien de identiteitsgegevens van al onze leden naar de geheime dienst sturen. Jij en je familie zouden dus gekend zijn bij de geheime dienst. Weinig mensen zijn daarom bereid lid te worden van een politieke partij.’
Je bent zelf ook moeder. Kan je het bolwerken?
Asma: ‘Het is moeilijk. Ik heb een job, ben actief bij een politieke partij en heb een gezin. Gelukkig heb ik bij de partij goeie collega’s. Zij zorgen soms voor mijn zoontje, want ik neem hem mee naar alle partijactiviteiten. Mijn moeder wil nog een kleinkind, maar van mij zal ze dat niet krijgen. Eén is al genoeg!’
Islamisten en socialisten, geen beste vrienden
Je bent links en gelovig moslim, een interessante combinatie.
Asma: ‘Waarom verbaast je dat? Je beoordeelt me op basis van mijn uiterlijk. Dat maakt me kwaad. In 2002 begon ik te lezen over Lenin en Marx. Ik raakte overtuigd van linkse ideeën, hoewel mijn omgeving me altijd heeft gepusht naar de politieke islam. Islamisten overtuigen de mensen dat armoede normaal is en dat het de plicht is van elke moslim om armen te helpen met aalmoezen. Armoede is niet normaal. Wij ijveren voor herverdeling en een volledige uitbanning van armoede, zodat armen geen aalmoezen meer nodig hebben. Zij verdedigen geen echte sociale rechtvaardigheid. Hier bij de linkse partij vinden we dat iedereen geeft aan de maatschappij wat hij kan, en krijgt wat hij nodig heeft.’
Mothanna: ‘Hun slogan Islam is de oplossing mobiliseert misschien wel mensen, maar bestuur je daarmee een land? Ze willen vooral de ministeries van cultuur, onderwijs, justitie,… Ministerposten waarmee ze het denken van de mensen kunnen beïnvloeden. Binnen een paar jaar zullen mensen zien dat de islamisten de zoveelste leugen waren.’
Iedereen heeft de mond vol over een nakende deal tussen de regering en het Islamitisch Actiefront (IAF), de politieke partij van de moslimbroeders.
Mothanna: ‘De VS zetten de koning onder druk om Jordanië te stabiliseren en sturen aan op een deal met het IAF omdat de islamisten in heel de regio incontournable worden. De regering zal praten over een terugkeer van Hamas naar Jordanië en akkoord gaan om de kieswet aan te passen, zodat het IAF meer vertegenwoordigers in het parlement zal hebben. In ruil zal het IAF haar achterban van de straat halen.’
‘De islamisten zaten in onze coalitie, maar hoe kunnen wij hen nog vertrouwen als zij bereid zijn bilaterale compromissen te sluiten? Ik wil rode lijnen naar voor schuiven. Een civiele staat is een zo’n rode lijn. Ook betaalbaar onderwijs is een prioriteit: opgeleide mensen zijn moeilijker te manipuleren. En wat als onze inspanningen uiteindelijk enkel de politieke macht van de islamisten vergroten? Kijk hoe zij in Egypte en Tunesië de winnaars zijn van een revolutie die socialistisch en liberaal was. Dat heeft veel mensen in de linkse beweging afgeschrikt.’
Asma: ‘We delen de straat met andere bewegingen. De moslimbroeders werken aan dezelfde doelstellingen. Zij zijn een politieke partij als een ander. Ze willen leiden en deel zijn van het systeem, dat is maar normaal. Hun politieke ideeën kan ik niet aanvaarden, maar wel hun wil tot hervorming van het systeem.’
Mothanna: ‘Als de moslimbroeders hun achterban van straat zullen halen, zullen wij alleen achterblijven. Het zal veel makkelijker worden om ons aan te vallen. Maar misschien zal de geheime dienst de deal met de moslimbroeders verhinderen. De moslimbroeders worden aanzien als een Palestijnse beweging. De slapende vrees dat Palestijnen het land zullen overnemen, komt in Jordanië regelmatig tot leven. Dat is ook de achtergrond van de aanval op het IAF-gebouw in Mafraq. De geheime dienst zat er achter. Door de deal die de koning onder druk van de VS sluit met de islamisten maakt hij nieuwe vijanden onder de stammen, zijn eigen achterban, en bij zijn eigen veiligheidsdiensten.’
‘Dat maakt het IAF dan weer onrustig. Als tegenreactie op de aanval organiseerde het IAF vorige vrijdag een militaire mars door de straten van Amman. En ze dreigden ermee dat hun achterban misschien wel de val van het regime zou gaan eisen. Het hele land was alert gisteren. Er waren pro-regime thugs opgetrommeld voor een confrontatie.’
Revolutie te koop!
Zijn jullie geïnspireerd door de Egyptenaren en Tunesiërs?
Asma: ‘De Egyptenaren en Tunesiërs gaven ons de kracht en de hoop om verder te gaan met onze beweging, die we trouwens al voor de val van Ben Ali gestart waren. Maar hier kunnen we het niet op dezelfde manier doen. Onze beweging werd gepolitiseerd, we hebben de gewone mensen niet meer mee. Een Egyptische vriend vertelde me over zijn ervaring op de eerste dag van de protesten op het Tahrir-plein, 25 januari 2011. We waren zoals jullie, zei hij, jarenlang betoogden we met een klein groepje politieke activisten. Op 25 januari dachten we allemaal dat het de zoveelste kleine betoging zou zijn, maar ik keek achter me en ik kon het einde van de mensenmassa niet zien, zei hij. Mijn man en ik waren aan het wenen toen hij dat vertelde.’
‘Maar nu blijkt dat het over veel meer ging dan enkel Moebarak en Ben Ali. Mijn gevecht is niet enkel met de koning. We vechten tegen een dictatoriaal regime. De Jordaanse overheid was meer succesvol in het programmeren van mensen zodat ze focussen op basisnoden, en zodat ze zich niet bewust zijn van het echte probleem, waar de echte macht ligt. De economische en sociale problemen van Jordanië zijn vergelijkbaar met Egypte en Tunesië, maar de structuur van de maatschappij is totaal anders.’
Mothanna: ‘Mijn vader, een gepensioneerd officier, nam me altijd mee naar demonstraties voor Irak en Palestina. Steevast was er traangas. Op 24 maart 2011 ademde ik traangas in voor Jordanië. Dat gaf me een ongelooflijk gevoel van geluk. Voor de eerste en voorlopig laatste keer voelde ik dat we bouwden aan een nationale protestbeweging, een volksbeweging van één hand zoals in Egypte en Tunesië.’
De eerste en laatste keer? Waar is het sindsdien fout gelopen?
Mothanna: ‘Niet het overheidsgeweld, maar wijzelf hebben de droom aan diggelen geslagen. We waren onervaren, romantisch en naïef. Sommige mensen in onze beweging wilden al te enthousiast Egypte en Tunesië kopiëren. Maar revoluties zijn niet te koop, alsof dit het revolutieseizoen is. Iemand uit onze coalitie sloeg bijvoorbeeld een journalist van Jordan 1 tijdens één van onze persconferenties. Ja, die zender is pro-regime, maar we zijn niet in Egypte. Er is nog geen revolutie in Jordanië. Als je het regime wil veranderen, moet je zelf een voorbeeld zijn.’
‘Ik heb veel vrienden in Egypte die meedoen met de revolutie. Ik zie hoe zij strategisch plannen. Bijvoorbeeld, de facebook-pagina We are all Khaled Said heeft 1 miljoen likes! Zij hadden de discipline om zich te houden aan één duidelijke boodschap: Moebarak, get out! In Jordanië is onze beweging niet gedisciplineerd, en er is een veelheid aan boodschappen. ‘Hervormingen’ gaat alle kanten uit. Linkse activisten beginnen over Saddam en Marx, islamisten beginnen over de Koran, enzovoort.
‘Een ander voorbeeld: mensen begonnen de slogan ‘het volk wil de v.. van het regime’ te roepen, ze maakten het woord ‘val’ net niet af. Dat is leuk als politieke masturbatie, maar het is een strategische blunder. Het heeft veel mensen afgeschrikt die vrezen voor een plotse val van de monarchie. Het heeft onze beweging dus verzwakt.’
‘Waar ben je, mijn liefste brood?’
Wat gebeurde er op 24 maart?
Mothanna: ‘Het was het prille begin van de Arabische lente. Het regime was toen nog erg verward. De geheime dienst rekruteerde arme jongeren met de slogan ‘het land roept’. Ze indoctrineerden hen door te zeggen ‘op dit plein zullen Palestijnen verzamelen die ons land willen vernietigen.’ Ik werd geslagen en kreeg een steen op mijn hoofd.’
Asma: ‘Wij willen in Jordanië geen onderscheid tussen Palestijnen en Jordaniërs. Binnen onze partij gebruiken we soms bijnamen voor onze kameraden. Ik heb veel kameraden waarvan ik pas later wist dat ze Palestijn waren. De tweedeling tussen Palestijnse Jordaniërs en oorspronkelijke Jordaniërs is een officieel beleid. Als zij zich zouden verenigen achter bepaalde eisen, zou het regime vallen. Daarom is ons doel volkseenheid, echte democratie in Jordanië en de bevrijding van Palestina. Het eerste is een voorwaarde voor het tweede.’
‘Ik ben Jordaanse! Ik heb een Palestijnse identiteitskaart. In 1967 was er een volkstelling en mijn moeder woonde toen gelukkig in de Westelijke Jordaanoever. Ik kan er dus naartoe gaan zonder visum te moeten vragen aan Israël. Maar ik heb geen enkele reden om mezelf Palestijn, Jordaniër, of wat dan ook te noemen. Ik ben Arabische. Onze grenzen en nationaliteiten zijn een Westerse creatie. Waarom zou ik die aanvaarden? Arabieren hebben dezelfde taal en dezelfde vijand: Israël, USA, imperialisme.’
Mothanna: ‘Na 24 maart is de linkse fractie uit de nationale hervormingscoalitie gestapt en hebben we de Volks- en Jeugdcoalitie voor Verandering opgericht. De hervormingsbeweging werkt sindsdien in verdeelde slagorde. De politieke partijen en de elite hebben de revolutie ontbonden door hun eigen belangen na te streven. Zij hebben een apolitieke protestbeweging proberen te politiseren. Ze hebben het volk vervreemd van de protesten door politieke eisen als constitutionele monarchie, een nieuwe kieswet en de lege slogan van hervormingen. De populaire frustratie gaat over de economie, brood, corruptie, armoede, rechtvaardigheid,… We willen de protesten terug tot bij het volk brengen, vandaar onze slogan ‘waar ben je, mijn liefste brood?’
Heeft het zin om aan de koning brood te vragen, als de koning deel van het probleem is?
Mothanna: ‘Daar ben ik het 200% mee eens. Maar je moet mensen er wel eerst van bewust maken dàt de koning het probleem is. Dan pas kan je de straat op met die eisen. Anders heb je het volk niet mee en blijft enkel een kleine, verwaarloosbare groep betogers op straat achter. De koning is nog populair bij de Jordaniërs, en veel mensen geloven wat hij zegt als hij oproept tot hervormingen. Hij zendt corrupte mensen naar de gevangenis, terwijl hij aan het hoofd staat van de corruptie. Hij offert anderen op om in zelf in het zadel te blijven. Toch stijgt het politieke bewustzijn. In 2011 waren er gemiddeld drie vakbondsacties per dag. In totaal 900 acties! Dat is bijzonder veel voor Jordanië.’
Asma: ‘Jullie van het democratische Westen weten welke vragen jullie moeten stellen. Maar mensen hier weten echt niet wat een democratische staat is. Ze zitten nog bij de basisnoden. En ze prenten in onze ziel dat we niks zijn zonder de koning. De meeste mensen slikken dit. Arabieren volgen gewillig leidersfiguren. Ons nationaal volkslied gaat niet over Jordanië, maar over de koning. Elke ochtend moesten wij in de klas opstaan en het volkslied zingen.’
Mothanna: ‘Wij willen een sociale democratie en macht aan het volk. 2 miljard dinar (33% van het nationale budget) gaat naar militaire uitgaven. En we zijn met niemand in oorlog! Het is geld gestolen van het Jordaanse volk. Het budget voor gezondheidszorg is niet eens 10% van het militaire budget. Het militaire budget groeit sneller dan het nationale budget. Jordanië is het vijfde land ter wereld hoogste militaire uitgaven! Enzovoort. Beeld je in wat we kunnen doen als de prioriteiten anders komen te liggen, bij onderwijs en gezondheidszorg.’
Asma: ‘Universiteit is zo duur, maar waar gaat al dat geld naartoe? Niet naar de infrastructuur voor studenten. Jordanië haalt zijn inkomen uit belastingen en leningen van de VS, de EU en de Golfstaten. We hebben natuurlijke hulpbronnen, maar hebben er amper inkomsten van. Elke publieke dienstverlening werd geprivatiseerd en verkocht aan buitenlandse bedrijven. De regering privatiseerde het telecombedrijf en schreef 6 miljoen dollar in in het nationale budget. Slechts één jaar later verkoopt het privébedrijf het verder voor 145 miljoen dollar. Het is onmogelijk dat de waarde op één jaar tijd zoveel gestegen was. Waar is de rest naartoe? In de zakken van corrupten, terwijl het kan gebruikt worden voor onderwijs, universiteiten en gezondheidszorg meer betaalbaar te maken. En wij betalen ons blauw aan belastingen en hoge onderwijskosten! Ze willen dat de armen een werkende klasse blijven en dat de rijken de politieke en economische intellectuele elite vormen die de controle over de rijkdom van het land behoudt. Ministers komen bijvoorbeeld allemaal uit dezelfde families.’
‘Mijn droom was aan Jordan University computeringenieur te studeren. Ik probeerde er binnen te raken, maar kon het geld niet verzamelen. In Jordanië gaat het potentieel van zoveel intelligente mensen verloren, of betalen gezinnen zich blauw aan een goede opleiding voor hun kinderen. Een goede vriendin werd toegelaten tot Jordan University. Ze had even hoge scores als ik, maar is de dochter van een minister. Nu ze afgestudeerd is, blijft ze thuis als huismoeder! Ze doet niks met haar diploma, maar ze heeft wel mijn plaats ingenomen. Dit land geeft geen kansen op basis van kwaliteiten, maar op basis van connecties.’
‘Het Jordaanse politieke systeem, een absolute monarchie met weinig politieke rechten voor de bevolking, werd gecreëerd door het Verenigd Koninkrijk. Het economische systeem, het neoliberalisme met weinig sociaaleconomische rechten voor de bevolking, werd ingevoerd door de Verenigde Staten. De bevolking raakt gefixeerd op individuele consumptie in plaats van op burgerschap. En zo is Jordanië een product van het Westen. Dat is een ramp voor dit land.’
Helden
Hoe mobiliseren jullie?
Mothanna: ‘Via facebook en sms. Elke maandagavond hebben we 3 uur vergadering. We maken banners, bedenken slogans, schrijven statements en persberichten. Ik werk maar 7 uur per week voor de coalitie, na (of tijdens) mijn werkuren. Maar met vrienden praat ik non-stop over politiek.’
Asma: ‘We zouden zoveel meer mensen kunnen mobiliseren als we zelf minder verdeeld zouden zijn. Binnen de linkse beweging zijn de kleine meningsverschillen blijkbaar groot genoeg om een aparte partij op te richten. En praten over abstracte theorieën, zoals linkse politici doen, is minder effectief dan praten over religie.’
Hoe ben je zo politiek bewust geworden?
Asma: ‘Door mijn Palestijnse identiteit. Ik was 10 toen Jordanië in 1994 een vredesverdrag sloot met Israël. Ik vroeg mijn vader, kunnen we nu terug naar Palestina? Later besefte ik dat deze vijand ons niet enkel in Palestina bevecht, maar in Jordanië, Libanon,… En dit is geen samenzweringstheorie! Ik voelde dat er iets mis was omdat ik niet zomaar in mijn eigen land Palestina kon gaan wonen. En op school vroeg ik me steevast af waarom we bij de Jordaanse geschiedenis steevast moesten lezen over de zogezegde heldendaden van onze koningen. Ik zie in ieder geval geen resultaten van die heldendaden. Drie vierde van het land is nog steeds onderontwikkeld, terwijl een elite baadt in rijkdom. En na de Irak oorlog raakte ik in een depressie. Saddam was één van mijn helden.’
Saddam is je held, maar heeft hij dan wel resultaten geboekt voor zijn volk?
Asma: ‘Saddam was de enige die Israël durfde aanvallen. Je moet begrijpen dat het voor mij niet makkelijk is om dat idee uit mijn hoofd te wissen, ook al besef ik goed dat Saddam een dictator was. Maar de manier waarop ze hem vermoordden, maakte van hem nog maar eens een held.’
Pieter Stockmans
Majd Khalifeh
Dit artikel is onderdeel van het project “Tussen vrijheid en geluk”.
Dit project komt tot stand met de steun van het Fonds Pascal Decroos. Info: www.fondspascaldecroos.be