“‘Een experiment in interculturele gezondheid’
We zijn in Guamote, een klein dorp in de Ecuatoriaanse Andes bijna geheel bevolkt door Kichwas - de grootste inheemse bevolkingsgroep in Ecuador. In de provincie waar Guamote gelegen is, Chimborazo, ligt de graad van moedersterfte hoger dan in de rest van het land. In 2009 stierven er 16 vrouwen tijdens of na de bevalling. Bijna al deze vrouwen waren indigenas. UNFPA, het bevolingsagentschap van de VN, stelde zich daar vragen bij en voerde een onderzoek uit: hoe kwam het dat deze vrouwen niet vaker naar gezondheidscentra of hospitalen gingen? Het antwoord was schokkend, maar weinig verrassend: in deze centra werden de vrouwen gediscrimineerd, respectloos behandeld en gekleineerd.
Racisme tegenover inheemse bevolkingsgroepen is in Ecuador, net als elders, nog steeds een levensgroot probleem. Daarbij kwam nog eens dat er in de officiële gezondheidsinstellingen weinig kennis over en dus ook weinig begrip was voor de culturele gebruiken van deze vrouwen rondom de zwangerschap. Ondanks het hogere gezondheidsrisico kozen vrouwen ervoor om thuis te bevallen, in hun vertrouwde omgeving en op de manier die hen bekend is.
UNFPA en verschillende overheidsdiensten voor gezondheid sloegen de handen in elkaar, en een programma voor cultureel aangepaste bevallingen werd op poten gezet en geïmplementeerd in de regio’s waar de indigena-concentratie het hoogst is. Eén van die plaatsen is, inderdaad, Guamote.
Dokter Carmen, die ons met open armen ontvangt, heeft in het kader van het programma haar best gedaan Kichwa te leren. Zo nu en dan spreekt ze de vrouwen die langskomen in hun moedertaal aan. Gelijkheid is echter nog ver te zoeken. Belerend spreekt ze de vrouwen toe. Het is duidelijk dat hun gebrek aan kennis van de westerse geneeskunde hen kwalijk wordt genomen. “Zo kan ik toch niet werken”, verzucht de dokter. Een patiënt een uitbrander geven in bijzijn van een buitenstaander? Van plaatsvervangende schaamte weet ik haast niet waar ik kruipen moet.
Tijdens een rondleiding door het ziekenhuis laat ze ons de ruimtes zien die speciaal voor de indigena-vrouwen ontworpen zijn. Naast materieel dat de verticale bevalling moet vergemakkelijken, wordt ook gebruik gemaakt van de traditionele medicinale kruiden. De vrouwen kunnen zelf kiezen op welke wijze ze het liefst willen bevallen, en of ze hun familie erbij willen hebben of niet.
Een positief initiatief, zo lijkt. Eindelijk is er aandacht voor culturele verschillen in de gezondheidsbeleving. Op papier is het project ook succesvol: na één jaar uitvoering is het sterftecijfer in de provincie gedaald van 16 naar 4 doden: een vermindering van maar liefst 75%!
Toch heb ik, terwijl we door het massaal bevolkte ziekenhuis rondgeleid worden, mijn bedenkingen. De vrouwen zitten er bedrukt bij en voelen zich duidelijk niet op hun gemak. De dokter is streng en gehaast. Ergens vermeldt ze dat de traditionele vroedvrouwen ook bij het project betrokken worden, maar als ik haar later vraag of ze wel eens met die vroedvrouwen heeft gesproken om hun eeuwenoude kennis of hun culturele vaardigheden over te dragen, blijkt dit niet zo te zijn. “Ze willen niet naar het ziekenhuis komen”, verzucht Dr. Carmen. Of zij dan wel eens naar de comunidades is gegaan? Neen, ook niet. Een eerste stap mag dan wel gemaakt zijn, van ware interculturele communicatie lijkt vooralsnog nog niet zo veel in huis te komen.
Eén van de graadmeters van ontwikkeling die in Ecuador – en vele andere ‘ontwikkelingslanden’ - gehanteerd wordt, is het aantal vrouwen dat in een ziekenhuis bevalt. Dit wordt als veiliger beschouwd: bij een complicatie kan men in een ziekenhuis meteen ingrijpen. Toch ligt de werkelijkheid niet zo simpel. Vaak wonen vrouwen op een aanzienlijke afstand van gezondheidscentra, en er is niet altijd vervoer. Enkele uren lopen tijdens barensweeën is niet de meest voor de hand liggende optie. De kleinere gezondheidsposten hebben niet de geschikte infrastructuur om moeilijke bevallingen te begeleiden. Zijn er problemen, dan moet een vrouw alsnog naar een ziekenhuis in de dichtstbijzijnde stad vervoerd worden: meestal een hachelijke onderneming die hobbelige wegen en urenlang reizen inhoudt.
Zelf snap ik best dat vrouwen liever in hun eigen, vertrouwde omgeving bevallen, zowel hier in het westen als in Ecuador. Een kind ter wereld brengen in een steriele en strenge omgeving schrikt vele vrouwen af. Liever blijven zij in hun eigen omgeving: hun vroedvrouwen bezitten immers de kennis van vele generaties en hun moeders hebben het toch net zo gedaan?
Om dit project blijvend en succesvol in de indigena-gemeenschappen te integreren is er nood aan een open dialoog. Zowel westers geschoolde dokters en verpleegkundigen als de traditioneel geschoolde vroedvrouwen kunnen wat van elkaar opsteken. Waar het te moeilijk is om iedere vrouw voor een bevalling naar het ziekenhuis te laten gaan zouden de gezondheidsdiensten een inspanning kunnen leveren om naar de mensen toe te gaan. Een goede kennisoverdracht kan wellicht veel bijdragen aan het welzijn van deze rurale vrouwen. Respect en gelijkwaardigheid zijn hier, zoals zo vaak, de sleutelwoorden.