Eén hond vecht om een been, de ander kijkt toe

Blog

Eén hond vecht om een been, de ander kijkt toe

Eén hond vecht om een been, de ander kijkt toe
Eén hond vecht om een been, de ander kijkt toe

Twee bewogen weken campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen. Vooraleer ik me per fiets naar het slotconcert van Pisapia haast, een kort verslag.

Verdedigend burgemeester Letizia Moratti daagt Giuliano Pisapia meermaals uit voor het groot slotdebat, maar die weigert pertinent na een eerdere aanvaring op SkyTV24. In een talkshow had Moratti hem net voor de slotgeneriek voor de voeten geworpen dat hij een linkse extremist was, en in de jaren 80 zelfs beschuldigd was geweest voor het stelen van een bestelwagen. Dat die beschuldiging een vergissing was, en nietig verklaard, vertelde ze er niet bij. Pisapia, zelf jurist, kon er niet mee lachen en klaagde haar aan voor laster.

PdL en Lega minderden echter geen toon in aanloop van de beslissende tweede ronde. Pisapia werd het oog van hun haatstorm: verwijzend naar zijn linkse integratiepolitiek klonk het “Milano wordt Zingaropoli [zigeunerstad] met Pisapia: meer nomadenkampen en de grootste moskee van Europa! Stem Letizia Moratti!”, of wat dacht je van het populistische “Forza Milano! We zullen onze stad niet in handen laten vallen van links!”.

En het bleef niet bij posters alleen. Verschillende romzigeuners, bedelaars en punkabbestie zouden zijn omgekocht om openlijk hun steun aan Pisapia te betuigen, hoewel de volksmond hier allicht gauw stadssage met realiteit ging verwarren. Facebook maakte wat goed met de ironiserende groep “È tutta la colpa di Pisapia” [Het is allemaal de schuld van Pisapia], waarbij gebruikers vrij alles konden posten wat volgens hen de schuld was van Pisapia: problemen met de motor van een Fiat Qubo, de aardbeving in Japan, belletjetrek bij nachte, of het stelen van Facebookprofielfoto’s. Ook Berlusconi strooide rijkelijk met giftige oneliners, en ging zelfs naar zijn normen even over de schreef: Agcom beboete elk van zijn tv-kanalen met 100.000 euro omdat il Cavaiiere in primetime iets te lang aan het woord was geweest op teveel zenders tegelijk.

Het was Pisapia’s stijl niet om deel te nemen aan het hierboven beschreven steekspel. In plaats van de tegenstander aan te vallen, of zijn partijpunten tot in den treure toe te lichten, besloot hij te tonen wat de verandering precies zou inhouden. Hij had daarbij het voordeel dat zijn boodschap reeds in een krachtig meem was verpakt: de kleur oranje, de woorden “licht” en “wind”, en de “X” die in het Italiaans verwijst naar zowel “per” [voor] als naar het kruisje waarmee kiezers hun stem uitbrengen.

In elke straat maakten trattoria’s en bars spontaan hun voorkeur kenbaar door oranje vlaggen uit te hangen, of vonden er ‘s avonds buurtfeestjes plaats met spritz uit plastic bekertjes, jam- of jazzsessies, lezingen. Begin deze week werd een kleine oproep om op dinsdag per fiets van Duomo naar het kasteel te rijden (mede dankzij Facebook, maar vooral via mond-op-mondreclame) een overdonderend succes: niet de gehoopte 150 fietsers, maar 10.000 (!) man kwam opdagen. Het resultaat was een kilometerlange, rinkelende slang oranje, en kippenvel van begin tot eind.

Op metro en tram kom je voortdurend mensen tegen die een oranje badge dragen; niet zelden volgt dan een korte babbel over gedeelde politieke hoop. Dit in schril contrast met de “zwijgende minderheid”, die 41% van de stemmers die toch voor Moratti koos. Alle windhanen lijken Pisapia na deze campagne toch het voordeel van de twijfel te geven. Moratti lijkt een in het nauw gedreven kat, met haar en staart rechtop, Pisapia een galantuomo met wandelstok die in een hoek zijn overwinning afwacht. Men neemt graag aan dat de Milanezen te gecultiveerd zijn om de kant te kiezen van domme propaganda. Maar zijn de 52% van de Milanese stemgerechtigden die hun stem niét uitbrachten tijdens de eerste rond dat ook?